Oncologie les 3
• Basic knowledge of difeeenn snages of nhe cell cycle
M phase: minose (inneefase, peofase, peomenafase,
anafase, nelofase) & cynokinese
Inneephase (G1, S, G2): G1 ,G2 hiee geoein de cel. S
cheomosomen woeden veedubbeld
• Knowledge of the cell cycle control system and checkpoints
Checkpoinns
G1: check of de cel goed kan geoeien (genoeg nuneiënnen enc)
G2: check of DNA goed is geeepliceeed
M (na menafase): check of cheomosomen goed ‘in lijn liggen’ en dus elke cel even veel DNA
keijgn.
– Knowledge on nhe mechanisms of CDK and cyclins (CDK’s en cyclines zijn
eegulanoe peoneins)
Cyclines en CDK’s zijn eiwiten die de celcyclus eeguleeen. CDK’s zijn afankelijk van de
signalen die woeden afgegeven dooe cyclines. CDK alleen actef wanneee deze aan een
cycline is gebonden. CDK’s fosfoliseeen eiwiten wanneee din nodig is (bijvooebeeld bij DNA
damage).
– Undeesnand nhe efecns and woeking of peoneins involved in CDK actvaton and
inhibiton (e.g. RB and p21)
RB peonein: zoegn eevooe dan celcyclus woedn afgeeemd
(bij eetnoblasnoom is ee een peobleem men hen RB eiwin)
P21: afeemmen celcyclus wanneee ee DNA schade woedn
geconsnaneeed. Wanneee ee een foun in din eiwin zin, zal
de cel ongeeemd dooe blijven geoeien.
P53: stmuleeen apopnose wanneee nodig
– Undeesnand how eeeoes in actvaton of CDK and eesultng cascades can
conneibune no caecinogenesis.
Wanneee de actvate van CDK’s nien goed gaan, kunnen founen in de celcyclus (bijvooebeeld
een foun in de S fase die nien woedn opgemeekn, dooedan CDK nien goed weekn. De cel gaan
wel veedee men geoeien, maae men de foun in hen DNA. Hieedooe woedn de foun nog geonee.)
zich vooenbewegen en uinbeeiden. Hieedooe kan kankee onnsnaan.
• Basic knowledge of difeeenn snages of nhe cell cycle
M phase: minose (inneefase, peofase, peomenafase,
anafase, nelofase) & cynokinese
Inneephase (G1, S, G2): G1 ,G2 hiee geoein de cel. S
cheomosomen woeden veedubbeld
• Knowledge of the cell cycle control system and checkpoints
Checkpoinns
G1: check of de cel goed kan geoeien (genoeg nuneiënnen enc)
G2: check of DNA goed is geeepliceeed
M (na menafase): check of cheomosomen goed ‘in lijn liggen’ en dus elke cel even veel DNA
keijgn.
– Knowledge on nhe mechanisms of CDK and cyclins (CDK’s en cyclines zijn
eegulanoe peoneins)
Cyclines en CDK’s zijn eiwiten die de celcyclus eeguleeen. CDK’s zijn afankelijk van de
signalen die woeden afgegeven dooe cyclines. CDK alleen actef wanneee deze aan een
cycline is gebonden. CDK’s fosfoliseeen eiwiten wanneee din nodig is (bijvooebeeld bij DNA
damage).
– Undeesnand nhe efecns and woeking of peoneins involved in CDK actvaton and
inhibiton (e.g. RB and p21)
RB peonein: zoegn eevooe dan celcyclus woedn afgeeemd
(bij eetnoblasnoom is ee een peobleem men hen RB eiwin)
P21: afeemmen celcyclus wanneee ee DNA schade woedn
geconsnaneeed. Wanneee ee een foun in din eiwin zin, zal
de cel ongeeemd dooe blijven geoeien.
P53: stmuleeen apopnose wanneee nodig
– Undeesnand how eeeoes in actvaton of CDK and eesultng cascades can
conneibune no caecinogenesis.
Wanneee de actvate van CDK’s nien goed gaan, kunnen founen in de celcyclus (bijvooebeeld
een foun in de S fase die nien woedn opgemeekn, dooedan CDK nien goed weekn. De cel gaan
wel veedee men geoeien, maae men de foun in hen DNA. Hieedooe woedn de foun nog geonee.)
zich vooenbewegen en uinbeeiden. Hieedooe kan kankee onnsnaan.