HC 1 – Inleiding cursus
Leren:
- Martini 10e ed H24 t/m 27
o Van H25 25-6 en 25-7 App Complete Anatomy
- Anatomie pract - Gratis als je op het netwerk van de VU
- Fysiologie pract bent
- Medische consultvoering pract
- Itemlijst Opbouw cursus:
- Dieetbehandelingsrichtslijn ondervoeding - Tentamen is MC
- Artikel Jeejeebhoy et al. Malnutrition, - 4 weekselijke cursus; 3 weken
fatigue .. contacturen, 4e week tentamen
- Pittig tentamen
Thiemeteachingassistant.com - HC, WG en Practica
- Online platform met afb - Anatomie, fysiologie en Kliniek
- Je moet verbinding hebben met het
netwerk van de vu
HC 2 – Anatomie Abdomenwand
Abdomen is gedeelte tussen thorax en de bekken.
We kijken van buiten naar binnen:
Abdomenwand (buikwand)
Is een stevige maar flexibele wand. Spieren, huid, bindweefsel. Gekenmerkt door de gelaagde
structuur. Algemene functie is beschermen tegen invloeden van buitenaf; voorkomen trauma. Het
houdt (met hulp) organen op de plaats (m.b.v. peritoneum). Door de gespierde laag kan je druk
creëren in de buik (intra-abdominale druk).
Onderverdeling; anterolaterale abdomenwand
Voorzijkant van abdomenwand (ventrale en laterale kant:
anterolaterale abdomenwand). Loopt van xiphoïd tot bekken, en
van zijkant tot zijkant (flanken). Van buiten naar binnen vind je;
huid & vetweefsel, bindweefsel & heel veel spieren, vetweefsel &
binnenbekleding.
Huid en subcutane (onder de huid gelegen) vetweefsel
We kunnen de huid in een aantal regio’s onderscheiden. Gebruiken we vooral in de kliniek. Bij de
maag; epigastrica. In de buurt van de lever; hypochondriaca. Inguinalis; liesregio. Achter regio pubica
zit de blaas. Umbilicalis is bij navel. Abdominis lateralis zijn de zijkanten van de buik. Maar de meest
gebruikte indeling is in 4en: onder- en bovenkwadrant, en linker en rechterkant.
Pagina 1 van 85
,Abdomen HC’s
Subcutis is het gedeelte onder de huid van de abdomenwand. We maken onderscheid in
2 fascies: Het subcutane vetweefsel mag je fascia van Camper (vetweefsel) noemen. Van
Camper is geen bindweefselplaat, maar een verzameling van vet. De fascia van Scarpa is
wel echt bindweefsel, en zit onder de fascie van Camper. Ze zitten beide ter hoogte van
de navel, richting beneden (dus niet boven de navel!). In de subcutis zitten verder een
heleboel dingen; oppervlakkige zenuwen, oppervlakkige vaten, lymfevaten,
haarzakjes, zweetklieren. Deze zitten allemaal in de vetlaag (f. van Camper).
Bindweefsel en spieren
Over alle spieren zit ook een fascie. Je hebt spier- op spier- op spierlaag; 3 verschillende
buikspieren (2 schuine; buitenste en binnenste), ook een dwarse en rechte buikspier. Van
xiphoïd tot aan je schaambeen (os pubis) loopt je linea alba; verbinding van onder naar
1 boven waar alle spieren samenkomen; dikke witte richel van bindweefselplaten.
1 2 3 4
1. Buitenste schuine buikspieren: m. obliquus externus abdominis. Ontspringen van de ribben 5
t/m 12. Hechten aan linea alba en aan os pubis (schaambeen). Ook hechten de spieren aan op de
bekkenkam (crista iliaca). Richting; handen in je zakken steken. Het ligamentum inguinale
(Poupart) hoort bij m. obliquus externus abdominis.
2. Binnenste schuine buikspieren: m. obliquus internus abdominis. Ontspringt net wat anders dan
de externus; van peesblad op je rug en van de crista iliaca (bekkenkam). Hij hecht aan aan de
ribben 10 t/m 12 en aan linea alba. Richting; handen in je zij steken.
Door de combinatie van deze 2 kan je schuine bewegingen maken. Externus vs. internus contractie;
je draait en je buigt. Je buigt naar de ene kant, en je draait met je gezicht de andere kant op.
3. Dwarse buikspieren: m. transversus abdomini. Ontspringt van arcus costae (ribbenboog),
peesblad rug, en crista iliaca (bekkenkam). Hecht aan op os pubis en linea alba.
Kenmerkend aan deze spier is een soort inkeping; linea arcuata (gaat streep heen op afb
3). Contractie van een kant van deze spier zorgt voor draaiing/rotatie torso.
4. Rechte buikspier: m. rectus abdominis. Loopt van boven naar beneden; echt verticaal.
Ontspringt beneden van os pubis. Hecht aan op xiphoïd, en ook een stukje aan de achterkant van
rib 5 t/m 7. Hij wordt omgeven door peesbladen; zowel voor als achter. Contractie zorgt voor
bukken; sit-up; buiging van je rug.
Pagina 2 van 85
,Abdomen HC’s
The v; is de richel van je externus. Je kan de v niet trainen.
Samenkomst buikspieren
Peesbladen komen samen in de rectusschede.
Peesblad noemen we ook wel een aponeurose. Ze omvatten
dus de rechterbuikspier, dit doen ze op een typische manier. Als je een doorsnede hebt onder linea
arcuata; je ziet dat de spier m. transversus omgeven
is door peesbladen; je kijkt tegen peesblad aan
(bovenste afb). De linea arcuata maakt dus een verschil in
peesbladen die je rechte buikspier omgeven.
Binnenbekleding
Vooral bescherming en belijning. Bestaat uit fascia
transversalis (laag tussen spieren en verder binnenin
abdomen), extraperitoneaal vetweefsel, en het peritoneum
parietale. Fascia transversalis zit geheel rondom (blauwe
lijn), peritoneum parietale zit niet geheel rondom (groene
lijn). De doorsnede is transversaal.
Aan de binnenzijde van m. transversus ligt fascia
transversalis. Aan de binnenzijde van fascia transversalis ligt peritoneum parietale. Peritoneum
parietale is de buitenbekleding van de buikwand. Hierbuiten zit nog extraperitoneaal vet.
Peritoneum viscerale zit om de organen heen. Parietale peritoneum bekleed de buikwand.
Peritoneum is handig; sereus membraan dus maakt het glibberig, en maakt alles wat gladder. Het is
een soort behang over alle structuren.
Hierdoor ontstaan er ook vouwen (plicae); hierin lopen belangrijke structuren. De middelste vouw is
plica umbilicalis mediana. De structuur die hierin zit is je oer-urinekanaal (urachus); niet meer nodig
dus ligament; lig. umbilicalis medianum. Aan weerzijden van de middelste vouw heb je plicae
umbilicales mediales, deze zijn ook ontstaan vanuit ligament (ligg. umbilicale mediales) (restant aa.
umbilicales; foetus bloedvoorziening vanuit de placenta). Dan hebben we nog de buitenste plooien;
plica umbilicales laterales. Deze bevatten geen ligament, en hierdoorheen lopen de a. en v.
epigastrica inferior. Deze moet je dus niet raken bij een operatie! Voorzien o.a. de huid van bloed.
Deze vouwen maken bepaalde groeven in de buik (hoef je niet de namen van te weten).
Achterkant; dorsale abdomenwand
Loopt ongeveer van scapula tot heiligbeen; loopt dus ongeveer gelijk met je lumbale wervels. We
gaan alleen de belangrijkste spieren noemen.
Pagina 3 van 85
, Abdomen HC’s
1 laag loop helemaal overal omheen; fascia transversalis. Dit
doet het peritoneum niet. Het fascia transversalis splitst op, en
gaat om je nieren heen (rode lijn). Hierdoor ontstaat er een
postrenaal blad en een prerenaal blad. Peritoneum parietale
zit voor de nieren en splitst niet; maakt onderscheid tussen
gedeelte van de buikholte en gedeelte van de nieren.
Spieren
1.M. quadratus lumborum
o Gele lijn
o Ontspringt van crista iliaca
o Hecht aan onderste zwevende rib (12), en Lumbale wervels 1 t/m 4
o Samenknijpen; buigen naar de zijkant
o Is maar een klein spiertje
2.M. psoas major
o Groene lijn
o Ontspringt van de onderste thoracale wervel (TH12) en L1 t/m 4
o Hecht aan bovenbeen (femur)
o Bij samenknijpen beweegt het bovenbeen omhoog, en draait het been naar binnen
3.M. iliacus
o Blauwe lijn
o Ontspringt van bekken
o Hecht aan bovenbeen
4.M. iliopsoas is samenvoeging van m. psoas major en m. iliacus. Onder een bepaald peesje (lies
ligament; lig. Inguinale (Poupart)) noem je het zo
o Rode lijn
o Zorgt voor de lateraalflexie én extensie romp, en voor het flecteren en endoroteren heup
3
2
1
4
Pagina 4 van 85