Vreemdelingenrecht begrepen
Inhoudsopgave
I Algemeen deel.........................................................................................................................................................2
H1 Toegang tot Nederland....................................................................................................................................2
H2 Bronnen van vreemdelingenrecht...................................................................................................................3
II Kort verblijf max. 90 dagen....................................................................................................................................4
H3 Kort verblijf......................................................................................................................................................4
III Lang verblijf...........................................................................................................................................................7
H4 Verblijfsvergunning voor bepaalde tjd regulier..............................................................................................7
H5 Verblijfsdoelen...............................................................................................................................................10
5.14 Verblijfsregeling mensenhandel..............................................................................................................13
IV Asielrecht............................................................................................................................................................14
H6 Algemene informate vooraf..........................................................................................................................14
H7 De materiële verleningsgrond verdragsvluchteling.......................................................................................15
H8 Materiële verleningsgrond risico op foltering...............................................................................................17
H9 Afwijzingsgronden.........................................................................................................................................19
H10 De asielprocedure........................................................................................................................................20
H11 De intrekkingsgronden.................................................................................................................................22
V Toezicht en handhaving.......................................................................................................................................23
H12 Vreemdeling die niet rechtmatg in NL verblijven.......................................................................................23
H13 Inburgering...................................................................................................................................................25
H14 Het verkrijgen en het verlies van het Nederlanderschap............................................................................26
1
,I Algemeen deel
H1 Toegang tot Nederland
Artkel 1 Vw:i Vreemdelingen zijn personen die de Nederlandse natonaliteit niet beziten.
Vreemdelingenrecht heef betrekking op de relate tussen overheid en burger. De Algemene wet
bestuursrecht is hierbij van belang. Binnen het vreemdelingenrecht wordt er onderscheid gemaakt
tussen het reguliere procedure en het asielrecht.
1.2 Soorten vreemdelingen
Kort verblijf (maximaal 90 dagen)
→ Toerisme, zakenreis, familie bezoek
Regulier verblijf
→ Verblijf bij partner, verblijf voor studie, verblijf voor arbeid
Verblijf als vluchteling (asielrecht)
Verblijf als EU-onderdanen
1.3 Wat heeft de vreemdeling nodig om in Nederland te verblijven?d
Kort verblijf > Visum voor kort verblijf
Regulier verblijf > machtiginig tott oototlootiiig ojlboijf (MVV) en een ojlboijf sojligunninig ljiguoijl
Verblijf als vluchteling > ojlboijf sojligunninig asijo
Verblijf als EU-onderdaan > inschrijven bij Basisregister Personen (BRP)
o Daarnaast moet hij voldoende bestaansmiddelen hebben en verzekerd zijn tegen
ziektekosten.
1.4 geldig verblijf vreemdeling in Nederland
In altkjo 8 oan dj Vljjmdjoinigjnwjt staan de gronden genoemd waarop een vreemdeling
rechtmatg in Nederland mag verblijven. > o.a. met een verblijfsvergunning of visum.
1.5 de koppelingswet
Een persoon die niet rechtmatg in Nederland verblijf kan geen beroep doen op allerlei
voorzieningen, subsidies, vergunningen en uitkeringen. Dit gaat de ‘schijn van legaliteit’ tegen.
Illegalen zouden anders ten onrechte de indruk kunnen wekken dat zij een verblijfsvergunning
kunnen bemachtgen.
2
,H2 Bronnen van vreemdelingenrecht
2.1 Internationaal en Europees recht
Met name internatonale mensenrechtenverdragen zijn van belang voor het Nederlandse
vreemdelingenrecht. Een aantal van deze verdragen bevaten bepalingen die verbieden
vreemdelingen terug te sturen naar hun herkomstland als hij daar ernstg gevaar loopt. Dit is het
beginsel van non-refoulement.
Verdragen die van groot belang zijn voor het vreemdelingen recht in NL
Het vluchtelingenverdrag:i hierin wordt de defnite van vluchteling gegeven, omdat niet
iedereen als vluchteling mag worden aangemerkt. Het Nederlandse asielbeleid is deels op dit
verdrag gebaseerd.
Het EVRM, het Europese verdrag tot bescherming van de rechten van de mens.
o Artkel 3, verbod op onmenselijke behandeling. Een vreemdeling mag niet terug gestuurd
worden naar zijn herkomstland wanneer hij daar een reëel risico loopt op mishandelingen
e.d.
o Artkel 8, recht op eerbieding van priv--, familie- en gezinsleven.
Naast de internatonale verdragen zijn ook de Europese regels van groot belang voor het
vreemdelingenrecht. Europese richtlijnen bevaten regels die door alle EU-lidstaten omgezet moeten
worden in natonale weten binnen de in de richtlijn vastgestelde termijn. Hierdoor lijken natonale
weten van EU-landen steeds meer op elkaar.
2 categorieën in het Europees recht:i
- Plimail ljcht = verdragen
- Sjcundail ljcht = Europese richtlijnen, verordeningen, besluiten, aanbevelingen en adviezen.
2.2 het Schengenakkoord
De inmiddels 26 landen die zich hebben aangesloten bij het akkoord, voornamelijk landen uit de EU,
vormen het ‘Schengengebied’. Binnen dit gebied zijn de grenscontroles met zekere mate afgeschaf.
Je hebt geen oisum nodig om te reizen tussen deze landen. Wanneer een derdelander een Visum
verkrijgt van --n van de Schengenlanden, is dit visum in beginsel in alle Schengenlanden geldig.
2.3 Nationaal recht
De belangrijkste bronnen binnen het natonale vreemdelingenrecht zijn:i
De Vreemdelingenwet 2000 (Vw)
o Wanneer vreemdelingen toegang krijgen tot NL.
o Welke verblijfsttels er bestaan.
o Onder welke voorwaarde een vreemdeling een verblijfsvergunning kan krijgen.
o Wanneer een verblijfsvergunning kan worden ingetrokken.
o Welke rechtsbeschermingsmogelijkheden er zijn.
Het Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb)
→ De voorwaarden waaronder een vreemdeling naar NL mag komen zijn hierin nader
uitgewerkt.
Het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (VV)
→ Regels en voorschrifen gemaakt door de minister aan de hand van de Vw en het Vb
De Vreemdelingencirculatie 2000 (Vc)
o Algemene en bijzondere aanwijzingen aan de ambtenaar die belast is met grensbewaking
3
, o De uitwerking van de voorwaarden waaronder een vreemdeling toegang tot NL krijgt.
II Kort verblijf max. 90 dagen
H3 Kort verblijf
> Verblijf op de grond van alt. 8 otndjl i Vw.
Benodigd voor kort verblijf is een visum, het doel van het verblijf kan zijn; vakante, familie- of
vriendenbezoek, toerisme of zakenbezoek.
3.2 Wat is een Visum?
Art. 2 Visumcode:i een visum is een machtging die door de autoriteiten van een lidstaat wordt
afgegeven aan een vreemdeling die visumplichtg is. Het is een stcker die wordt opgenomen in het
reisdocument van de vreemdeling die naar Nederland (of/en het Schengengebied) wilt reizen.
A-visum = tlansitoisum dit visum heb je nodig wanneer je bijv. een tussenlanding op Schiphol
moet maken tjdens je reis.
C-visum: Het visum voor kort verblijf van maximaal 90 dagen in Nederland.
o Een eenvormig oisum is geldig in het gehele Schengengebied.
o Art. 25 Visumcode:i Bij uitzonderingen kan er ook een territoriaal beperkt oisum worden
afgegeven. Dan is het Visum alleen geldig binnen --n lidstaat.
Single entry = De vreemdeling mag maximaal 90 dagen in Nederland verblijven, maar wanneer hij de
Schengengrens verlaat, moet hij een nieuw visum aanvragen als hij weer naar NL wilt.
Multiple entry = Met dit visum kan de vreemdeling binnen 180 dagen NL verlaten en terugkeren.
3.3 Wie zijn visumplichtg?
Derdelanders zijn visumplichtg, dit zijn vreemdelingen die geen burger van de EU/EER-landen zijn.
Onderdanen van EU/EER-landen en sommige niet EU-landen zijn vrijgesteld van de visumplicht.
3.4 Wie is bevoegd om op de visumaanvraag te beslissen?
In beginsel zijn dit de autoriteiten van het Schengenland waar de vreemdeling naartoe wilt reizen.
De lidstaat die bevoegd is voor het onderzoeken en het nemen van een beslissing over een aanvraag
voor een eenvormig visum is:i
a. De lidstaat op het grondgebied waarvan de enige bestemming van het bezoek is gelegen.
b. Indien een bezoek met meerdere bestemmingen > de lidstaat op het grondgebied waarvan de
hoofdbestemming van het bezoek is gelegen qua duur of doel van het verblijf.
c. Indien er geen hoofdbestemming kan worden vastgesteld > de lidstaat waarvan de aanvanger
van plan is het Schengengebied binnen te komen.
In Nederland is in beginsel de minister van Buitenlandse Zaken bevoegd om op een visumaanvraag te
beslissen.
> Visumaanvragen met betrekking tot zakenbezoeken, seminars, sportactviteiten, culturele
actviteiten, diplomateke of politeke bezoeken worden door Directe Personenverkeer, Migrate en
Vreemdelingenzaken, afdeling Vreemdelingen en Visumzaken (DPV/VV) behandelt.
> De visadienst die onder het ministerie van Veiligheid en Justte valt behandelt deels
visumaanvragen die betrekking hebben op familie/vrienden bezoeken, toeristen, studenten,
stagiaires en mensen die voor medische behandeling naar NL willen komen.
3.5 Waar dient de vreemdeling zijn aanvraag in te dienen?
4
Inhoudsopgave
I Algemeen deel.........................................................................................................................................................2
H1 Toegang tot Nederland....................................................................................................................................2
H2 Bronnen van vreemdelingenrecht...................................................................................................................3
II Kort verblijf max. 90 dagen....................................................................................................................................4
H3 Kort verblijf......................................................................................................................................................4
III Lang verblijf...........................................................................................................................................................7
H4 Verblijfsvergunning voor bepaalde tjd regulier..............................................................................................7
H5 Verblijfsdoelen...............................................................................................................................................10
5.14 Verblijfsregeling mensenhandel..............................................................................................................13
IV Asielrecht............................................................................................................................................................14
H6 Algemene informate vooraf..........................................................................................................................14
H7 De materiële verleningsgrond verdragsvluchteling.......................................................................................15
H8 Materiële verleningsgrond risico op foltering...............................................................................................17
H9 Afwijzingsgronden.........................................................................................................................................19
H10 De asielprocedure........................................................................................................................................20
H11 De intrekkingsgronden.................................................................................................................................22
V Toezicht en handhaving.......................................................................................................................................23
H12 Vreemdeling die niet rechtmatg in NL verblijven.......................................................................................23
H13 Inburgering...................................................................................................................................................25
H14 Het verkrijgen en het verlies van het Nederlanderschap............................................................................26
1
,I Algemeen deel
H1 Toegang tot Nederland
Artkel 1 Vw:i Vreemdelingen zijn personen die de Nederlandse natonaliteit niet beziten.
Vreemdelingenrecht heef betrekking op de relate tussen overheid en burger. De Algemene wet
bestuursrecht is hierbij van belang. Binnen het vreemdelingenrecht wordt er onderscheid gemaakt
tussen het reguliere procedure en het asielrecht.
1.2 Soorten vreemdelingen
Kort verblijf (maximaal 90 dagen)
→ Toerisme, zakenreis, familie bezoek
Regulier verblijf
→ Verblijf bij partner, verblijf voor studie, verblijf voor arbeid
Verblijf als vluchteling (asielrecht)
Verblijf als EU-onderdanen
1.3 Wat heeft de vreemdeling nodig om in Nederland te verblijven?d
Kort verblijf > Visum voor kort verblijf
Regulier verblijf > machtiginig tott oototlootiiig ojlboijf (MVV) en een ojlboijf sojligunninig ljiguoijl
Verblijf als vluchteling > ojlboijf sojligunninig asijo
Verblijf als EU-onderdaan > inschrijven bij Basisregister Personen (BRP)
o Daarnaast moet hij voldoende bestaansmiddelen hebben en verzekerd zijn tegen
ziektekosten.
1.4 geldig verblijf vreemdeling in Nederland
In altkjo 8 oan dj Vljjmdjoinigjnwjt staan de gronden genoemd waarop een vreemdeling
rechtmatg in Nederland mag verblijven. > o.a. met een verblijfsvergunning of visum.
1.5 de koppelingswet
Een persoon die niet rechtmatg in Nederland verblijf kan geen beroep doen op allerlei
voorzieningen, subsidies, vergunningen en uitkeringen. Dit gaat de ‘schijn van legaliteit’ tegen.
Illegalen zouden anders ten onrechte de indruk kunnen wekken dat zij een verblijfsvergunning
kunnen bemachtgen.
2
,H2 Bronnen van vreemdelingenrecht
2.1 Internationaal en Europees recht
Met name internatonale mensenrechtenverdragen zijn van belang voor het Nederlandse
vreemdelingenrecht. Een aantal van deze verdragen bevaten bepalingen die verbieden
vreemdelingen terug te sturen naar hun herkomstland als hij daar ernstg gevaar loopt. Dit is het
beginsel van non-refoulement.
Verdragen die van groot belang zijn voor het vreemdelingen recht in NL
Het vluchtelingenverdrag:i hierin wordt de defnite van vluchteling gegeven, omdat niet
iedereen als vluchteling mag worden aangemerkt. Het Nederlandse asielbeleid is deels op dit
verdrag gebaseerd.
Het EVRM, het Europese verdrag tot bescherming van de rechten van de mens.
o Artkel 3, verbod op onmenselijke behandeling. Een vreemdeling mag niet terug gestuurd
worden naar zijn herkomstland wanneer hij daar een reëel risico loopt op mishandelingen
e.d.
o Artkel 8, recht op eerbieding van priv--, familie- en gezinsleven.
Naast de internatonale verdragen zijn ook de Europese regels van groot belang voor het
vreemdelingenrecht. Europese richtlijnen bevaten regels die door alle EU-lidstaten omgezet moeten
worden in natonale weten binnen de in de richtlijn vastgestelde termijn. Hierdoor lijken natonale
weten van EU-landen steeds meer op elkaar.
2 categorieën in het Europees recht:i
- Plimail ljcht = verdragen
- Sjcundail ljcht = Europese richtlijnen, verordeningen, besluiten, aanbevelingen en adviezen.
2.2 het Schengenakkoord
De inmiddels 26 landen die zich hebben aangesloten bij het akkoord, voornamelijk landen uit de EU,
vormen het ‘Schengengebied’. Binnen dit gebied zijn de grenscontroles met zekere mate afgeschaf.
Je hebt geen oisum nodig om te reizen tussen deze landen. Wanneer een derdelander een Visum
verkrijgt van --n van de Schengenlanden, is dit visum in beginsel in alle Schengenlanden geldig.
2.3 Nationaal recht
De belangrijkste bronnen binnen het natonale vreemdelingenrecht zijn:i
De Vreemdelingenwet 2000 (Vw)
o Wanneer vreemdelingen toegang krijgen tot NL.
o Welke verblijfsttels er bestaan.
o Onder welke voorwaarde een vreemdeling een verblijfsvergunning kan krijgen.
o Wanneer een verblijfsvergunning kan worden ingetrokken.
o Welke rechtsbeschermingsmogelijkheden er zijn.
Het Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb)
→ De voorwaarden waaronder een vreemdeling naar NL mag komen zijn hierin nader
uitgewerkt.
Het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (VV)
→ Regels en voorschrifen gemaakt door de minister aan de hand van de Vw en het Vb
De Vreemdelingencirculatie 2000 (Vc)
o Algemene en bijzondere aanwijzingen aan de ambtenaar die belast is met grensbewaking
3
, o De uitwerking van de voorwaarden waaronder een vreemdeling toegang tot NL krijgt.
II Kort verblijf max. 90 dagen
H3 Kort verblijf
> Verblijf op de grond van alt. 8 otndjl i Vw.
Benodigd voor kort verblijf is een visum, het doel van het verblijf kan zijn; vakante, familie- of
vriendenbezoek, toerisme of zakenbezoek.
3.2 Wat is een Visum?
Art. 2 Visumcode:i een visum is een machtging die door de autoriteiten van een lidstaat wordt
afgegeven aan een vreemdeling die visumplichtg is. Het is een stcker die wordt opgenomen in het
reisdocument van de vreemdeling die naar Nederland (of/en het Schengengebied) wilt reizen.
A-visum = tlansitoisum dit visum heb je nodig wanneer je bijv. een tussenlanding op Schiphol
moet maken tjdens je reis.
C-visum: Het visum voor kort verblijf van maximaal 90 dagen in Nederland.
o Een eenvormig oisum is geldig in het gehele Schengengebied.
o Art. 25 Visumcode:i Bij uitzonderingen kan er ook een territoriaal beperkt oisum worden
afgegeven. Dan is het Visum alleen geldig binnen --n lidstaat.
Single entry = De vreemdeling mag maximaal 90 dagen in Nederland verblijven, maar wanneer hij de
Schengengrens verlaat, moet hij een nieuw visum aanvragen als hij weer naar NL wilt.
Multiple entry = Met dit visum kan de vreemdeling binnen 180 dagen NL verlaten en terugkeren.
3.3 Wie zijn visumplichtg?
Derdelanders zijn visumplichtg, dit zijn vreemdelingen die geen burger van de EU/EER-landen zijn.
Onderdanen van EU/EER-landen en sommige niet EU-landen zijn vrijgesteld van de visumplicht.
3.4 Wie is bevoegd om op de visumaanvraag te beslissen?
In beginsel zijn dit de autoriteiten van het Schengenland waar de vreemdeling naartoe wilt reizen.
De lidstaat die bevoegd is voor het onderzoeken en het nemen van een beslissing over een aanvraag
voor een eenvormig visum is:i
a. De lidstaat op het grondgebied waarvan de enige bestemming van het bezoek is gelegen.
b. Indien een bezoek met meerdere bestemmingen > de lidstaat op het grondgebied waarvan de
hoofdbestemming van het bezoek is gelegen qua duur of doel van het verblijf.
c. Indien er geen hoofdbestemming kan worden vastgesteld > de lidstaat waarvan de aanvanger
van plan is het Schengengebied binnen te komen.
In Nederland is in beginsel de minister van Buitenlandse Zaken bevoegd om op een visumaanvraag te
beslissen.
> Visumaanvragen met betrekking tot zakenbezoeken, seminars, sportactviteiten, culturele
actviteiten, diplomateke of politeke bezoeken worden door Directe Personenverkeer, Migrate en
Vreemdelingenzaken, afdeling Vreemdelingen en Visumzaken (DPV/VV) behandelt.
> De visadienst die onder het ministerie van Veiligheid en Justte valt behandelt deels
visumaanvragen die betrekking hebben op familie/vrienden bezoeken, toeristen, studenten,
stagiaires en mensen die voor medische behandeling naar NL willen komen.
3.5 Waar dient de vreemdeling zijn aanvraag in te dienen?
4
