Strafrecht samenvatting hoofdstuk 12
Taak en positie van de opsporingsambtenaar
De taak van de opsporingsambtenaar is het opsporen van strafbare feiten.
Opsporen wil zeggen de waarheid over een strafbaar feit achterhalen.
Positie
De aanstelling als opsporingsambtenaar is dat de ambtenaar bepaalde
dwangmiddelen mag uitoefenen op verdachten. Daarnaast maakt hij proces-
verbaal op van de resultaten van zijn verhoren en onderzoeken. Op basis hiervan
zal de officier van justitie beslissen om de zaak aan de rechter voor te leggen. Dit
wordt ook gezien als bewijs tijdens de rechtszaak, in principe kan een verdachte
op basis van een proces-verbaal kunnen worden veroordeeld. Daarom wordt het
proces-verhaal op ambtseed opgemaakt. Dit wil zeggen dat de
opsporingsambtenaar het stuk afsluit met de verklaring dat hij het stuk naar
waarheid heeft opgesteld.
Opsporingsambtenaren verrichten hun taak onder leiding van de officier van
justitie.
Algemeen en buitengewoon opsporingsambtenaar
Politiefunctionarissen zijn opsporingsambtenaar. De wet noemt hen algemeen
opsporingsambtenaar omdat ze bevoegd zijn om alle strafbare feiten op te
sporen.
Buitengewoon opsporingsambtenaar
Daarnaast zijn er buitengewoon opsporingsambtenaren, die ook wel boa
worden genoemd. Deze opsporingsambtenaren zijn aangesteld om bepaalde
strafbare feiten op te sporen.
Opsporingsbevoegdheid
Art. 141 en 142 Sv bepalen wie er onder welke voorwaarden
opsporingsbevoegdheid heeft en welke voorwaarden moet worden voldaan om
opsporingsbevoegdheid te krijgen.
Landelijke bijzondere opsporingsdiensten
Veel buitengewoon opsporingsambtenaren vallen onder een van de landelijke
bijzondere opsporingsdiensten die verbonden zijn aan de ministers. Een
buitengewoon opsporingsambtenaar die onder een landelijke bijzondere
opsporingsdienst valt, heeft op papier de bevoegdheid om alle strafbare feiten op
te sporen. Maar het is de bedoeling dat dit gebeurt op ‘eigen terrein’.
De officier van justitie en het openbaar ministerie
Art. 141 Sr wijst als algemeen opsporingsambtenaren niet alleen
politiefunctionarissen aan, maar ook officieren van justitie. De officier van
justitie heeft de leiding van het vooronderzoek dat opsporingsambtenaren
instellen. Hij beslist wat er tijdens het vooronderzoek met de verdachte gebeurt.
De proces-verbalen worden naar de officier van justitie gestuurd. Hij beslist
vervolgens of de zaak van de verdachte aan de rechter wordt voorgelegd.
Taak en positie van de opsporingsambtenaar
De taak van de opsporingsambtenaar is het opsporen van strafbare feiten.
Opsporen wil zeggen de waarheid over een strafbaar feit achterhalen.
Positie
De aanstelling als opsporingsambtenaar is dat de ambtenaar bepaalde
dwangmiddelen mag uitoefenen op verdachten. Daarnaast maakt hij proces-
verbaal op van de resultaten van zijn verhoren en onderzoeken. Op basis hiervan
zal de officier van justitie beslissen om de zaak aan de rechter voor te leggen. Dit
wordt ook gezien als bewijs tijdens de rechtszaak, in principe kan een verdachte
op basis van een proces-verbaal kunnen worden veroordeeld. Daarom wordt het
proces-verhaal op ambtseed opgemaakt. Dit wil zeggen dat de
opsporingsambtenaar het stuk afsluit met de verklaring dat hij het stuk naar
waarheid heeft opgesteld.
Opsporingsambtenaren verrichten hun taak onder leiding van de officier van
justitie.
Algemeen en buitengewoon opsporingsambtenaar
Politiefunctionarissen zijn opsporingsambtenaar. De wet noemt hen algemeen
opsporingsambtenaar omdat ze bevoegd zijn om alle strafbare feiten op te
sporen.
Buitengewoon opsporingsambtenaar
Daarnaast zijn er buitengewoon opsporingsambtenaren, die ook wel boa
worden genoemd. Deze opsporingsambtenaren zijn aangesteld om bepaalde
strafbare feiten op te sporen.
Opsporingsbevoegdheid
Art. 141 en 142 Sv bepalen wie er onder welke voorwaarden
opsporingsbevoegdheid heeft en welke voorwaarden moet worden voldaan om
opsporingsbevoegdheid te krijgen.
Landelijke bijzondere opsporingsdiensten
Veel buitengewoon opsporingsambtenaren vallen onder een van de landelijke
bijzondere opsporingsdiensten die verbonden zijn aan de ministers. Een
buitengewoon opsporingsambtenaar die onder een landelijke bijzondere
opsporingsdienst valt, heeft op papier de bevoegdheid om alle strafbare feiten op
te sporen. Maar het is de bedoeling dat dit gebeurt op ‘eigen terrein’.
De officier van justitie en het openbaar ministerie
Art. 141 Sr wijst als algemeen opsporingsambtenaren niet alleen
politiefunctionarissen aan, maar ook officieren van justitie. De officier van
justitie heeft de leiding van het vooronderzoek dat opsporingsambtenaren
instellen. Hij beslist wat er tijdens het vooronderzoek met de verdachte gebeurt.
De proces-verbalen worden naar de officier van justitie gestuurd. Hij beslist
vervolgens of de zaak van de verdachte aan de rechter wordt voorgelegd.