Samenvatting Circulatie III (CIRCIII)
Geneeskunde universiteit Utrecht bachelor 2
1
,Inhoudsopgave
Hoorcolleges…………………………………………………………………………………………p.3-468
Werkgroepen…………………………………………………………………………………………p.469-545
Practica……………………………………………………………………………………..…………p.546-582
2
,Hoorcolleges
HC1 inleiding over nierziekten
Anatomie
Nieren zijn twee gepaarde organen die hoog tegen het diafragma aanliggen. Nieren zijn 12 cm
in lengte, 7 cm in breedte, 3 cm dik. De nieren liggen retroperitoneaal. De nieren liggen niet op
dezelfde hoogte, de rechternier ligt vaak wat lager dan de linker nier. De bijnier ligt vlak bij de
nier, maar is een apart orgaantje met eigen vascularisatie en functie.
Antomie nier – nefron
Het parenchym van de nier bestaat uit twee delen:
• Eerste 1 cm aan de buitenkant is de nierschors ofwel cortex bevat de glomeruli (filters).
• Aan de binnenkant zit de niermerg/medulla en hier lopen 17-19 driehoekjes, hier lopen
de buisjes ofwel de tubuli. Deze eindigen met de verzamelbuizen in de papil. Hier wordt
onze eindurine opgevangen in het pilum ofwel in het urineverzamelsysteem. Dit wordt
afgevoerd naar de ureter.
Elke nier heeft ongeveer 1 miljoen nefronen, dit zijn de functionele units van de nier. De vorm
van een nefron met de glomerulus en tubuli heeft als doel om afvalstoffen goed uit te kunnen
scheiden en de regulatie van het ECV en intern milieu.
3
, Anatomie Bloedvaten
De a. renalis komt van de aorta en splitst zich in vertakkingen die om de piramide heenlopen als
de a. arcuata. Dit is de slagader die de aanvoerende arteriole van bloed voorziet. De afferente
arteriole zorgt ervoor dat de glomerulus van bloed wordt voorzien.
Het bloed wat uit de glomerulus stroomt blijft arterieel bloed en dit gaat via de efferente
arteriole. De efferente arteriole doet de bloedvat voorziening van de tubuli. Het tweede
capillaire vaatbed noem je de vasa recta, deze ligt in de medulla.
De glomerulus is een capillair vaatbed waarbij de druk heel hoog is, in andere capillaire
vaatbedden is dit veel lager. Dit is nodig om constante filtratie te hebben. De systemische
bloeddruk daalt twee keer bij de afferente en efferente arteriole. Dit komt omdat de afferente
en efferente arteriole sfincters bevatten waarmee de nier kan regelen dat er een constante
druk is in de nier zodat we goed kunnen filtreren.
Parallel aan de a. renalis loopt de v. renalis die het bloed van de nier weer naar v. cava inferior
afvoert.
4
Geneeskunde universiteit Utrecht bachelor 2
1
,Inhoudsopgave
Hoorcolleges…………………………………………………………………………………………p.3-468
Werkgroepen…………………………………………………………………………………………p.469-545
Practica……………………………………………………………………………………..…………p.546-582
2
,Hoorcolleges
HC1 inleiding over nierziekten
Anatomie
Nieren zijn twee gepaarde organen die hoog tegen het diafragma aanliggen. Nieren zijn 12 cm
in lengte, 7 cm in breedte, 3 cm dik. De nieren liggen retroperitoneaal. De nieren liggen niet op
dezelfde hoogte, de rechternier ligt vaak wat lager dan de linker nier. De bijnier ligt vlak bij de
nier, maar is een apart orgaantje met eigen vascularisatie en functie.
Antomie nier – nefron
Het parenchym van de nier bestaat uit twee delen:
• Eerste 1 cm aan de buitenkant is de nierschors ofwel cortex bevat de glomeruli (filters).
• Aan de binnenkant zit de niermerg/medulla en hier lopen 17-19 driehoekjes, hier lopen
de buisjes ofwel de tubuli. Deze eindigen met de verzamelbuizen in de papil. Hier wordt
onze eindurine opgevangen in het pilum ofwel in het urineverzamelsysteem. Dit wordt
afgevoerd naar de ureter.
Elke nier heeft ongeveer 1 miljoen nefronen, dit zijn de functionele units van de nier. De vorm
van een nefron met de glomerulus en tubuli heeft als doel om afvalstoffen goed uit te kunnen
scheiden en de regulatie van het ECV en intern milieu.
3
, Anatomie Bloedvaten
De a. renalis komt van de aorta en splitst zich in vertakkingen die om de piramide heenlopen als
de a. arcuata. Dit is de slagader die de aanvoerende arteriole van bloed voorziet. De afferente
arteriole zorgt ervoor dat de glomerulus van bloed wordt voorzien.
Het bloed wat uit de glomerulus stroomt blijft arterieel bloed en dit gaat via de efferente
arteriole. De efferente arteriole doet de bloedvat voorziening van de tubuli. Het tweede
capillaire vaatbed noem je de vasa recta, deze ligt in de medulla.
De glomerulus is een capillair vaatbed waarbij de druk heel hoog is, in andere capillaire
vaatbedden is dit veel lager. Dit is nodig om constante filtratie te hebben. De systemische
bloeddruk daalt twee keer bij de afferente en efferente arteriole. Dit komt omdat de afferente
en efferente arteriole sfincters bevatten waarmee de nier kan regelen dat er een constante
druk is in de nier zodat we goed kunnen filtreren.
Parallel aan de a. renalis loopt de v. renalis die het bloed van de nier weer naar v. cava inferior
afvoert.
4