Samenvatting Hoorcollege MB beroepssituatie 9, week 2: Bloed

MB Hoorcollege week 2: Bloed

Bloed

Bloed is een vloeibaar bindweefsel waar cellen zich in een vloeibare
matrix bevinden.

Functies:
- Transport van opgeloste gasten, hormonen, voedingsstoffen en
afvalstoffen
- Stabilisatie van de pH
- Het gelijk laten blijven van de ionensamenstelling
- Beperking bloeding bij verwonding (stollen)
- Verdediging tegen afwijkende cellen, bacteriën of virussen
(bloedcellen die van belang zijn bij de afweer)
- Stabilisering temperatuur
o Té warm: bloed wordt naar de huid getransporteerd en op
deze manier wordt de warmte afgestaan
o Té koud: bloed wordt vanuit de huid naar de vitale organen
gebracht zodat deze functioneren en we de warmte
binnenhouden

Samenstelling

- Plasma
o Water 90%: warmtebuffer en oplosmiddel van verschillende
stoffen
o Eiwitten  zorgen voor de osmotische druk (COD)
 Albamine (belangrijkst)
 Eiwitten blijven achter in de bloedbaan  druk
wordt hoger dan de bloeddruk  oedeem.
 Globuline
 Afweerstoffen: globuline geven antistoffen af
 Transporteiwitten: bepaalde hormonen en ionen
worden via het bloed vervoerd
 Fibrinogeen
 Stolling
 Lange draden vormen  fibrinedraden
o Opgeloste stoffen
 Elektrolyten
 Voedingsstoffen
 Afvalstoffen

,  Kristaliet Osmotische Druk (KOD)
o Andere opgeloste stoffen
 Glucose
 Vitaminen
 Creatinine
- Vaste bestanddelen (45%)
o Erytrocyten
o Leukocyten
o Trombocyten

Erytrocyten
o Rode bloedcellen: celmembraan wat verschillende
transporteiwitten omgeeft
o Hemoglobine (45%): eiwit opgebouwd uit 4 ketens 
gekoppeld tot 2 globulaire eiwitketens  haem  ijzerion
o Transport O2 en CO2

Eigenschappen
o Plat centrum met een opstaande rand  diffusie oppervlak groot
 veel diffusie
o Aanmaak en afbraak zijn in evenwicht
o Geen organellen (mitochondriën, ribosomen, celkern)
o Kunnen niet delen

Hematocriet
Het volume van het bloed dat door de erytrocyt wordt ingenomen. Het
aantal erytrocyten per microliter.
- Bij vrouwen: 42%
- Bij mannen: 46%
- Stijging
o Uitdroging  minder plasma  stijging erytrocyten  stijging
hematocriet
o Verstoorde aanmaak erytrocyten
- Daling
o Bloeding  verlies plasma  daling erytrocyten
o Infusie: meer volume geven aan bloed
- Erytropoëtine (EPO)
o Bevordering deling stamcellen in benen
o Kan met 10 keer vermenigvuldigen
o Komt vrij in onze nieren op het moment dat onze organen te
weinig zuurstof krijgen