Wat zijn koolhydraten?
Koolhydraten (sachariden) zijn organische stoffen die zijn opgebouwd uit koolstof (C), waterstof (H) en zuurstof (O).
De algemene formule voor koolhydraten is Cn(H2O)n waarbij de waterstof- en zuurstofatomen in een verhouding 2:1
voorkomen. Zo bevat glucose 6 koolstofatomen, 12 waterstofatomen en 6 zuurstofatomen. Hierdoor ontstaat de
chemische formule C6H12O6. Glucose is de belangrijkste koolhydraat voor het lichaam.
Soorten koolhydraten
Er zijn twee soorten koolhydraten:
• Simpele koolhydraten: mono- en dischariden. Monosachariden zijn opgebouwd uit 3-7 koolstofatomen.
• Complexe koolhydraten: polysachariden (opgebouwd uit tien of meer monosacharide-eenheden).
• Oligosachariden: koolhydraten die zijn opgebouwd uit een klein aantal (3-9) monosacharide-eenheden.
Naamgeving van koolhydraten
Stap 1. Waar zit de dubbel gebonden O ‘=O’ in de structuurformule?
Er zijn twee soorten structuren binnen de koolhydraten:
Aldehyde -> Een dubbel gebonden O ‘=O’ op het primaire C-atoom.
Keton -> Een dubbel gebonden O ‘=O’ op een secundair C-atoom.
Stap 2. Hoeveel C-atomen zitten in de structuurformule?
Tri Tetr Pent Hex Hept Oct
3 C-atomen 4 C-atomen 5 C-atomen 6 C-atomen 7 C-atomen 8 C-atomen
Stap 3. De naamgeving van een suiker (koolhydraat) eindigt op -ose.
Voorbeeld:
-> Aldoheptose
-> 2-ketopentose
1
, Functies van koolhydraten
Koolhydraten hebben verschillende functies:
• Metabool – energie: alle cellen in het menselijk lichaam gebruiken glucose als energiebron.
• Structureel – bouwstoffen: kunnen DNA of RNA vormen.
• Cel-interacties: glycoproteïne = een eiwit met daaraan gekoppeld een of meer suikereenheden.
• Diverse functies: koolhydraten kunnen vezels vormen, voorkomen bloedstolling en bepalen de levensduur van
bepaalde eiwitten.
Fischerprojectie
De Fischer projectie is de open structuur. De aldehydegroep wordt bovenaan
de verticale lijn geplaatst. Hierbij is de stand van de -OH groep belangrijk.
Als de -OH groep aan de rechterkant van het chirale C-atoom (=
koolstofatoom met vier verschillende atomen en/of atoomgroepen) staat, dan
is het een D (dextro = rechts). Als de OH-groep aan de linkerkant van het
chirale C-atoom staat, dan is het een L (leavo = links).
Haworthprojectie
De Haworthprojectie is een ringsluiting. Deze is veel stabieler. De dubbel gebonden O ‘=O’
van C1 gaat een binding aan met de -OH groep van C5. Hierdoor ontstaat er een
ringsluiting. Als de -OH groep op het eerste C-atoom naar beneden is gericht, spreken we
van α (alfa). Als de -OH groep op het eerste C-atoom naar boven is gericht, spreken we van
β (bèta).
Het samengaan van de dubbel gebonden O ‘=O’ en de -OH groep wordt een
condensatiereactie genoemd. Door het ontstaan van de ringsluiting wordt er namelijk water
afgesplitst.
Polyolen
Polyolen zijn afgeleid van de monosachariden. Het verschil tussen
een monosacharide en een polyol is dat een polyol geen
aldehydegroep heeft, maar een alcoholgroep (-OH groep). Polyolen
worden ook wel suikeralcoholen genoemd. Polyolen zijn niet-
intensieve zoetstoffen en ze ontstaan na reductie (= onttrekken van
zuurstof of het toevoegen van waterstof) aan de aldehyde groep van
monosachariden. Door het onttrekken van zuurstof of het toevoegen
van waterstof wordt een alcoholgroep gevormd.
Disachariden
Disachariden zijn koolhydraten die uit twee monosachariden zijn opgebouwd. Er zijn drie typen:
Bij het binden van twee monosachariden wordt er water (H2O) afgeplitst. We spreken van een condensatiereactie.
2