7 Celcommunicatie
7.1.1 - Endomembraansysteem (dia 1)
Kern → nucleaire envelop
→ ER
- SER
- RER (ribosomen
- TER transportblaasjes
→ verschillende soorten moleculen nodig voor cel communicatie → verschillende cascades
in gang te brengen → er zijn processen die andere processen aansturen
→ Golgi-apparaat (golgiblaasjes) → secretieblaasjes → exocytose →
→ celmembraan
→ lysosomen; afbraak → endocytose → →
→ korte afstand → gap junctions → systemen waarbij cellen onderling met elkaar in verbinding
staan
→ receptor zit op de cel (vangt signaal op; ligand verbinding van andere cel of molecule
7.1.2 - signaaloverdracht in cellen
1) Over een korte afstand
• Cellen in een meercellig organisme communiceren door middel van lokale regulatoren en
chemische boodschappermoleculen zoals hormonen.
• Dierlijke en plantencellen bezitten ‘juncties’ of cel-cel verbindingen die het cytoplasma
rechtstreeks verbinden met aangrenzende cellen
• Bij lokale signaaloverdracht communiceren dierlijke cellen door rechtstreeks contact of cel-
cel herkenning
37
, 2) over een langere afstand; altijd met hormonen of specifieke receptoren
• Bij signaaloverdracht over een langere afstand, gebruiken planten en dieren chemische
moleculen namelijk hormonen
• Bij hormonale signaaloverdracht is het vermogen van een cel om te reageren op een signaal
afhankelijk van het al dan niet aanwezig zijn van specifieke receptor voor dit signaal
7.1.3 - 3 manieren van cel communicatie:
Lokaal (korte afstand):
a) Paracriene signaaloverdracht (hormonaal – lokaal)
b) Synaptische signaaloverdracht (zenuwprikkelgeleiding)
Lange afstand:
c) Endocriene signaaloverdracht (hormonaal – bloedbaan)
- criene = er zijn hormonen bij betrokken
7.1.4 - 3 stadia van signaaloverdracht/ hoe gebeurd de signaal overdracht?
Gebeurd in 3 verschillende stappen. Eerst de herkenning, de receptor ligand herkenning. Als dat
molecule op de receptor bindt dan gaat er een signaal overdracht gebeuren. De signaal transductie.
Daarbij zijn secundaire boodschap moleculen belangrijk. Eens het signaal is overgedragen , door vaak
een cascadesysteem, met een versterkend effect (amplifier). De laatste stap is dat de cel gaat
reageren in een cellulaire respons.
De respons kan van vele aard zijn. Kunnen hormonale responsen op gang zetten, bv meer adrenaline
aanmaken, iets emotioneel…
38
7.1.1 - Endomembraansysteem (dia 1)
Kern → nucleaire envelop
→ ER
- SER
- RER (ribosomen
- TER transportblaasjes
→ verschillende soorten moleculen nodig voor cel communicatie → verschillende cascades
in gang te brengen → er zijn processen die andere processen aansturen
→ Golgi-apparaat (golgiblaasjes) → secretieblaasjes → exocytose →
→ celmembraan
→ lysosomen; afbraak → endocytose → →
→ korte afstand → gap junctions → systemen waarbij cellen onderling met elkaar in verbinding
staan
→ receptor zit op de cel (vangt signaal op; ligand verbinding van andere cel of molecule
7.1.2 - signaaloverdracht in cellen
1) Over een korte afstand
• Cellen in een meercellig organisme communiceren door middel van lokale regulatoren en
chemische boodschappermoleculen zoals hormonen.
• Dierlijke en plantencellen bezitten ‘juncties’ of cel-cel verbindingen die het cytoplasma
rechtstreeks verbinden met aangrenzende cellen
• Bij lokale signaaloverdracht communiceren dierlijke cellen door rechtstreeks contact of cel-
cel herkenning
37
, 2) over een langere afstand; altijd met hormonen of specifieke receptoren
• Bij signaaloverdracht over een langere afstand, gebruiken planten en dieren chemische
moleculen namelijk hormonen
• Bij hormonale signaaloverdracht is het vermogen van een cel om te reageren op een signaal
afhankelijk van het al dan niet aanwezig zijn van specifieke receptor voor dit signaal
7.1.3 - 3 manieren van cel communicatie:
Lokaal (korte afstand):
a) Paracriene signaaloverdracht (hormonaal – lokaal)
b) Synaptische signaaloverdracht (zenuwprikkelgeleiding)
Lange afstand:
c) Endocriene signaaloverdracht (hormonaal – bloedbaan)
- criene = er zijn hormonen bij betrokken
7.1.4 - 3 stadia van signaaloverdracht/ hoe gebeurd de signaal overdracht?
Gebeurd in 3 verschillende stappen. Eerst de herkenning, de receptor ligand herkenning. Als dat
molecule op de receptor bindt dan gaat er een signaal overdracht gebeuren. De signaal transductie.
Daarbij zijn secundaire boodschap moleculen belangrijk. Eens het signaal is overgedragen , door vaak
een cascadesysteem, met een versterkend effect (amplifier). De laatste stap is dat de cel gaat
reageren in een cellulaire respons.
De respons kan van vele aard zijn. Kunnen hormonale responsen op gang zetten, bv meer adrenaline
aanmaken, iets emotioneel…
38