Polyneuropathie

Casus 25: Polyneuropathie

Casus polyneuropathie
Naam: Dhr. R.

Leeftijd: 56 jaar.

Diagnose: Polyneuropathie, pt. Is bekend met alcoholabusus.

Setting: Pt. Is opgenomen in een revalidatiecentrum in verband met de beperkingen die hij momenteel
ervaart.

Korte beschrijving aandoening
Een polyneuropathie is een symmetrische aandoening van vooral distale delen van perifere zenuwen.
Het is een systeemziekte waarbij de langste zenuwen het eerst zijn aangedaan. De myelineschede is
beschadigd waardoor de zenuwgeleiding gestoord is. Hierdoor ontstaan er sensibele, motorische en
soms autonome uitvalsverschijnselen.
Neuropathie: Aandoeningen van het motorische neuron.

Algemeen beeld van de klachten:
 De klachten zijn vaak symmetrisch.
 Het gaat van distaal naar proximaal.
 De klachten gaan van sensibel naar motorisch.
 De klachten beginnen in de benen en daarna in de armen.

Symptomen somatosensorisch zenuwstelsel:
 Een tintelend, branderig of prikkelend gevoel.
 Pijn in de tenen, voeten, benen, handen, armen, vingers.
 Scherpe pijn of krampen.
 Gevoelloosheid, tintelingen of ongevoeligheid voor pijn of temperatuur.
 Verspillen van de spieren van de getroffen delen.
 Extreme gevoeligheid bij aanraking, zelfs bij lichte aanraking.
 Verlies van evenwicht en coördinatie.

Symptomen van het autonomisch zenuwstelsel:
 Indigestie, misselijkheid of braken.
 Diaree en/of constipatie.
 Duizeligheid, flauwvallen als gevolg van falen van de autonome regulering van de bloeddruk.
 Controle over de blaas.
 Seksuele: erectiestoornissen, vaginale droogheid.

De eerst symptomen zijn dove gevoelens, prikkelingen en pijn in de tenen die zich geleidelijk
uitbreiden over de voeten en onderbenen gevolgd door zwakte van de teen en voetspieren. De parese
is meer uitgesproken in de extensoren dan in de flexoren. Als de uitval zich uitbreidt, ontstaan ook
sensibele stoornissen in de vingers, handen en onderarmen, gevolgd door zwakte van de hand- en
onderarmspieren. Midden op de romp kan ook sensibele uitval optreden als de distale einden van de
intercostale spieren zijn aangedaan.
Bij sommige vormen staan de gnostische sensibliteitstoornissen op de voorgrond door een stoornis
van de dikkere vezels, bij andere de vitale stoornissen door een aandoening van vooral de dunne,
weinig gemyeliniseerde vezels.

, Het verdwijnen van de spierrekingsrefelxen (APR, KPR, later de armreflexen) is een vroeg symptoom,
vooral als de dikke gemyelineseerde vezels zijn aangedaan.

Meestal zijn sensibele stoornissen de eerste klachten van de patiënt.
De patiënt geeft de subjectieve stoornis vaak meer proximaal aan dan met objectie methoden kan
worden vastgesteld.
De perifere zenuwstammen zijn vaak pijnlijk bij druk en door rekking.

Verklaring stoornissen bij polyneuropathie:
Primaire stoornissen:
 Micro-organismen produceren giftige stofwisselingsproducten.
 Ontstaan van ontstekingsreactie waarbij cytokinen vrijkomen.
 Cytokinen verstoren de geleiding van motorische en sensorische axonen
Sensibiliteitsverlies.
o Er komt verkeerde en te weinig prikkels over op de spier spieren voeren niet meer
de juiste activiteit (taak) uit Coordinatieverlies.
o Er komen gaan te weinig actiepotentialen naar de spier Er is geen activiteit van de
spier Spierfunctieverlies.

Pijn:
 Perifeer mechanisme:
o Spontane pathologische activiteit.
o Abnormale prikkelbaarheid.
o Verhoogde gevoeligheid voro chemische, thermische en mechanische stimuli
perifere sensitisatie.
 Centraal mechanisme:
o De dikke gemyeliniseerde vezels zijn beschadigd en geven geen prikkels meer door,
ongemeyeliniseerde worden niet meer geinhibeerd pijnprikkels. (verminderde input
van dikke vezels extra prikkels voor dunne vezels)
o Centrale sensitisatie door verhoogde gevoeligheid in de periferie. (die
hersengebieden die vaak geprikkeld worden, worden vergroot).

Secundaire stoornissen:
Problemen in balans:
 Spieren vertonen atrofie door inactiviteit.
 Hierdoor kunnen spieren moeilijk reageren op een situatie.
 Atrofie zorgt ervoor dat een spier weinig uithoudingsvermogen heeft.
 Informatie komt niet goed over op de spier.
 Spieractiviteit wordt niet goed uitgevoerd.

Mobiliteitsbeperking:
 Door inactiviteit van de spier gaan actine en myosine filamenten meer in elkaar.
 Hierdoor ontstaan spierverkortingen.
 Hierdoor kan de volledige range of motion niet uitgevoerd worden.

Problemen in het arbeidsvermogen:
 Spierfunctieverlies waardoor de spieren niet de activiteit kunnen leveren die gevraagd wordt.

Polyneuropathie als gevolg van alcoholmisbruik: