Pscychological evaluation of children wo are deaf-blind: an overview with recommandations for
practice.
Harvey mar, 2010
College 7 artikel 4
Psychologische evaluatie
Psychologische beoordeling is het proces waarbij informatie wordt verzameld om te begrijpen wat
belangrijke informatie is voor het bepalen van de educatieve doelen van de persoon.
Een evaluatie moet proberen zowel sterke punten als behoeften te identificeren. Het kan de
voortgang van een persoon documenteren en het kan interventies voorstellen die verdere groei
kunnen ondersteunen. Voor jonge mensen die doofblind zijn, zijn zinvolle psychologische evaluaties
van cruciaal belang. Ze kunnen helpen bepalen welke educatieve doelen het meest geschikt zijn en
welke adviserende-services en -resources de persoon helpen die doelen te bereiken. Bovendien
moeten deze beoordelingen zorgvuldig overwegen hoe het verlies van zicht en gehoor de leerstijl,
sociaal gedrag en communicatievaardigheden van leerlingen beïnvloedt.
Evaluatie van doofblinde studenten is een uitdaging voor alle betrokkenen. Vanuit het oogpunt van
psychologen zijn er weinig professionele standaarden om te gebruiken. De meeste psychologische
tests zijn ongeschikt omdat ze zijn ontwikkeld voor studenten met een normale visie en gehoor. Vaak
bestaan er communicatiebarrières en kan de psycholoog de cognitieve, sociale en functionele
capaciteiten van de student niet op betrouwbare wijze bepalen. Vanuit het oogpunt van de
studenten kan het evaluatieproces frustrerend zijn als de taken niet zinvol zijn en als de materialen
niet gemakkelijk kunnen worden waargenomen. Voor docenten en ouders kunnen testscores, zoals
leeftijdsniveaus of IQ, de ware vaardigheden en competenties van een persoon maskeren.
Evaluatierapporten bevatten mogelijk geen accuraat profiel van een student en leveren mogelijk
geen informatie op die nuttig kan zijn.
Via deze factsheet hopen we de moeilijkheden te verminderen door antwoorden te geven op
veelgestelde vragen over psychologische evaluaties voor baby's, kinderen en ouders die doofblind
zijn, hopen we het evaluatieproces en de actieve-rollen te verduidelijken die iedereen kan hebben
die erbij betrokken is - familieleden, professionals, opvoeders, en de student. Ten slotte presenteren
we, door kwaliteitsindicatoren en gewenste uitkomsten te bespreken, manieren om het
evaluatieproces te bekijken en te gebruiken, zodat het de student ten goede komt.
Veelgestelde Vragen
Welke vaardigheden worden beoordeeld in psychologische evaluaties? Psychologische evaluaties
kunnen informatie verschaffen over de cognitieve, sensomotorische, communicative-, academische
en sociale vaardigheden van een individu, evenals over gedrags- en emotionele functies. Psychologen
gebruiken observaties, interviews, tests, schalen, checklists en andere instrumenten om deze en
gerelateerde vaardigheden te beoordelen. Tests van intelligentie en cognitie meten kenmerkend
vaardigheden met algemene kennis, memoriseren, rekenen, redeneren, visuele motorische
coördinatie, (bijvoorbeeld schrijven, tekenen), classificatie, probleemoplossing (bijvoorbeeld puzzels)
en perceptuele organisatie. Van dergelijke vaardigheden wordt gedacht dat ze nauw verband houden
met academische prestaties. Maatregelen voor vroege sensomotorische ontwikkeling bieden
informatie over hoe baby's en peuters voorwerpen in hun omgeving onderzoeken en manipuleren;
waarnemen en reageren op visuele, tactiele en auditieve gebeurtenissen om hen heen; coördineren
motorische acties (bijvoorbeeld reiken en grijpen); nieuwe concepten verwerven; en deelnemen aan
, sociaal spel. Evaluatie van deze vaardigheden helpt opleiders en therapeuten om geschikte doelen en
activiteiten in programma's voor vroege interventie te overwegen.
Veel doofblinde kinderen en adolescenten drukken zich uit in andere vormen dan spraak. Omdat
communicatie en taalvaardigheden bij vrijwel alle academische en sociale activiteiten betrokken zijn,
is het vooral belangrijk voor psychologen om te begrijpen hoe een student met anderen
communiceert.
Psychologen kunnen het expressiemiddel van een persoon (bijvoorbeeld gebaren, woorden, tactiele
tekens), vocabulaire, bevattingsvermogen, gebruik van symbolen en sociale interactievaardigheden
onderzoeken. Persoonlijkheid, gedrag en emotioneel functioneren kunnen worden beoordeeld
wanneer er bezorgdheid bestaat over het gevoel van eigenwaarde, probleemgedrag, angsten,
aandachtsspanne, stemmingswisselingen, storingen in basisroutines (bijvoorbeeld slaap, maaltijd) en
aanpassingen aan veranderingen en overgangen. Sommige instrumenten worden gebruikt om
informatie te verkrijgen over het identiteitsgevoel van een student, de persoonlijkheid, motivatie,
morele redenering, interpersoonlijke gevoelens en attitudes. Anderen kunnen onderwijzers en
ouders helpen gedragspatronen te begrijpen of de sociale interactie inzetten om zelfbeschadigend
gedrag te voorkomen. Onderwijstests of metingen van academische prestaties, beoordelen van
vaardigheid in lezen, rekenen, spelling, conceptdenken, braille en andere gebieden die direct
relevant zijn voor het leren van de schoolse vaardigheden. De resultaten bieden informatie over de
mate waarin studenten vooruitgang boeken, moeilijkheidsgraden, de juiste niveaus van lesgeven en
speciale vaardigheden.
Maatregelen met betrekking tot sociale en adaptieve vermogens zijn gericht op basisvaardigheden in
het leven die te maken hebben met zelfzorg, oriëntatie en mobiliteit, spel, huishoudelijke klusjes en
routines, aankleden, eten, gemeenschapservaringen, vrije tijd, werk en intermenselijke relaties.
Beoordeling van deze vaardigheden moet altijd worden opgenomen in de psychologische evaluatie
van een persoon die doof-blind is. Resultaten helpen bepalen op welke gebieden en in welke mate
interventies of aanpassingen nodig kunnen zijn om iemands onafhankelijkheid te bevorderen.
Sommige psychologen evalueren ook de beroepsgerichte vaardigheden om te helpen bij het
definiëren van de interesses en talenten van een persoon. Bij overgangsplanning of het overwegen
van diensten die een persoon die doofblind is vereist na het verlaten van school, kan de
beroepsevaluatie de omgeving, ondersteuning en het trainingsprogramma adviseren waarin
werkvaardigheden het best kunnen worden verbeterd.
Kunnen studenten die doofblind zijn, zinvol geëvalueerd worden? Sommige doofblinde kinderen en
adolescenten zijn 'niet te testen' in die zin dat standaardpsychologische tests met taal, lezen,
probleemoplossend vermogen, geheugen, oog-handcoördinatie en abstract denken niet
overeenkomen met de werkelijke capaciteiten van de studenten, educatieve prioriteiten en leer
ervaringen. Anders gezegd, bepaalde testen zijn mogelijk niet relevant voor bepaalde studenten.
Zelfs als de standaardtest niet kan worden gebruikt, zijn psychologische evaluaties nog steeds
belangrijk. Ze kunnen worden ontworpen om zaken als het volgende aan te pakken:
- Welke procedures ondersteunen deze personen het beste?
- Welke strategieën of materialen bevorderen de aandacht of motivatie van een student?
- Hoe kan de student mulltisensorische informatie gebruiken om nieuwe taken te benaderen?
- Hoe kunnen instructies het best aan de student worden gecommuniceerd?
practice.
Harvey mar, 2010
College 7 artikel 4
Psychologische evaluatie
Psychologische beoordeling is het proces waarbij informatie wordt verzameld om te begrijpen wat
belangrijke informatie is voor het bepalen van de educatieve doelen van de persoon.
Een evaluatie moet proberen zowel sterke punten als behoeften te identificeren. Het kan de
voortgang van een persoon documenteren en het kan interventies voorstellen die verdere groei
kunnen ondersteunen. Voor jonge mensen die doofblind zijn, zijn zinvolle psychologische evaluaties
van cruciaal belang. Ze kunnen helpen bepalen welke educatieve doelen het meest geschikt zijn en
welke adviserende-services en -resources de persoon helpen die doelen te bereiken. Bovendien
moeten deze beoordelingen zorgvuldig overwegen hoe het verlies van zicht en gehoor de leerstijl,
sociaal gedrag en communicatievaardigheden van leerlingen beïnvloedt.
Evaluatie van doofblinde studenten is een uitdaging voor alle betrokkenen. Vanuit het oogpunt van
psychologen zijn er weinig professionele standaarden om te gebruiken. De meeste psychologische
tests zijn ongeschikt omdat ze zijn ontwikkeld voor studenten met een normale visie en gehoor. Vaak
bestaan er communicatiebarrières en kan de psycholoog de cognitieve, sociale en functionele
capaciteiten van de student niet op betrouwbare wijze bepalen. Vanuit het oogpunt van de
studenten kan het evaluatieproces frustrerend zijn als de taken niet zinvol zijn en als de materialen
niet gemakkelijk kunnen worden waargenomen. Voor docenten en ouders kunnen testscores, zoals
leeftijdsniveaus of IQ, de ware vaardigheden en competenties van een persoon maskeren.
Evaluatierapporten bevatten mogelijk geen accuraat profiel van een student en leveren mogelijk
geen informatie op die nuttig kan zijn.
Via deze factsheet hopen we de moeilijkheden te verminderen door antwoorden te geven op
veelgestelde vragen over psychologische evaluaties voor baby's, kinderen en ouders die doofblind
zijn, hopen we het evaluatieproces en de actieve-rollen te verduidelijken die iedereen kan hebben
die erbij betrokken is - familieleden, professionals, opvoeders, en de student. Ten slotte presenteren
we, door kwaliteitsindicatoren en gewenste uitkomsten te bespreken, manieren om het
evaluatieproces te bekijken en te gebruiken, zodat het de student ten goede komt.
Veelgestelde Vragen
Welke vaardigheden worden beoordeeld in psychologische evaluaties? Psychologische evaluaties
kunnen informatie verschaffen over de cognitieve, sensomotorische, communicative-, academische
en sociale vaardigheden van een individu, evenals over gedrags- en emotionele functies. Psychologen
gebruiken observaties, interviews, tests, schalen, checklists en andere instrumenten om deze en
gerelateerde vaardigheden te beoordelen. Tests van intelligentie en cognitie meten kenmerkend
vaardigheden met algemene kennis, memoriseren, rekenen, redeneren, visuele motorische
coördinatie, (bijvoorbeeld schrijven, tekenen), classificatie, probleemoplossing (bijvoorbeeld puzzels)
en perceptuele organisatie. Van dergelijke vaardigheden wordt gedacht dat ze nauw verband houden
met academische prestaties. Maatregelen voor vroege sensomotorische ontwikkeling bieden
informatie over hoe baby's en peuters voorwerpen in hun omgeving onderzoeken en manipuleren;
waarnemen en reageren op visuele, tactiele en auditieve gebeurtenissen om hen heen; coördineren
motorische acties (bijvoorbeeld reiken en grijpen); nieuwe concepten verwerven; en deelnemen aan
, sociaal spel. Evaluatie van deze vaardigheden helpt opleiders en therapeuten om geschikte doelen en
activiteiten in programma's voor vroege interventie te overwegen.
Veel doofblinde kinderen en adolescenten drukken zich uit in andere vormen dan spraak. Omdat
communicatie en taalvaardigheden bij vrijwel alle academische en sociale activiteiten betrokken zijn,
is het vooral belangrijk voor psychologen om te begrijpen hoe een student met anderen
communiceert.
Psychologen kunnen het expressiemiddel van een persoon (bijvoorbeeld gebaren, woorden, tactiele
tekens), vocabulaire, bevattingsvermogen, gebruik van symbolen en sociale interactievaardigheden
onderzoeken. Persoonlijkheid, gedrag en emotioneel functioneren kunnen worden beoordeeld
wanneer er bezorgdheid bestaat over het gevoel van eigenwaarde, probleemgedrag, angsten,
aandachtsspanne, stemmingswisselingen, storingen in basisroutines (bijvoorbeeld slaap, maaltijd) en
aanpassingen aan veranderingen en overgangen. Sommige instrumenten worden gebruikt om
informatie te verkrijgen over het identiteitsgevoel van een student, de persoonlijkheid, motivatie,
morele redenering, interpersoonlijke gevoelens en attitudes. Anderen kunnen onderwijzers en
ouders helpen gedragspatronen te begrijpen of de sociale interactie inzetten om zelfbeschadigend
gedrag te voorkomen. Onderwijstests of metingen van academische prestaties, beoordelen van
vaardigheid in lezen, rekenen, spelling, conceptdenken, braille en andere gebieden die direct
relevant zijn voor het leren van de schoolse vaardigheden. De resultaten bieden informatie over de
mate waarin studenten vooruitgang boeken, moeilijkheidsgraden, de juiste niveaus van lesgeven en
speciale vaardigheden.
Maatregelen met betrekking tot sociale en adaptieve vermogens zijn gericht op basisvaardigheden in
het leven die te maken hebben met zelfzorg, oriëntatie en mobiliteit, spel, huishoudelijke klusjes en
routines, aankleden, eten, gemeenschapservaringen, vrije tijd, werk en intermenselijke relaties.
Beoordeling van deze vaardigheden moet altijd worden opgenomen in de psychologische evaluatie
van een persoon die doof-blind is. Resultaten helpen bepalen op welke gebieden en in welke mate
interventies of aanpassingen nodig kunnen zijn om iemands onafhankelijkheid te bevorderen.
Sommige psychologen evalueren ook de beroepsgerichte vaardigheden om te helpen bij het
definiëren van de interesses en talenten van een persoon. Bij overgangsplanning of het overwegen
van diensten die een persoon die doofblind is vereist na het verlaten van school, kan de
beroepsevaluatie de omgeving, ondersteuning en het trainingsprogramma adviseren waarin
werkvaardigheden het best kunnen worden verbeterd.
Kunnen studenten die doofblind zijn, zinvol geëvalueerd worden? Sommige doofblinde kinderen en
adolescenten zijn 'niet te testen' in die zin dat standaardpsychologische tests met taal, lezen,
probleemoplossend vermogen, geheugen, oog-handcoördinatie en abstract denken niet
overeenkomen met de werkelijke capaciteiten van de studenten, educatieve prioriteiten en leer
ervaringen. Anders gezegd, bepaalde testen zijn mogelijk niet relevant voor bepaalde studenten.
Zelfs als de standaardtest niet kan worden gebruikt, zijn psychologische evaluaties nog steeds
belangrijk. Ze kunnen worden ontworpen om zaken als het volgende aan te pakken:
- Welke procedures ondersteunen deze personen het beste?
- Welke strategieën of materialen bevorderen de aandacht of motivatie van een student?
- Hoe kan de student mulltisensorische informatie gebruiken om nieuwe taken te benaderen?
- Hoe kunnen instructies het best aan de student worden gecommuniceerd?
