Diabetische en reumatische
Voet
Proefexamens
Aantal vragen: 21
Waar staat de medische terminologie nervus ischiadicus voor?
a. Heupbeenzenuw.
b. Scheenbeenzenuw.
c. Kuitbeenzenuw.
1
Een oudere cliënt met vaatproblemen heeft veel last van
oedeemvorming in de benen.
Waar bevindt zich de vochtophoping?
a. Intracellulair in het epitheelweefsel.
b. Intracellulair in het endotheel weefsel.
c. Extracellulair in het bindweefsel.
2
Wat is de oorzaak van arteriële veneuze shunting in een voet met een
bovenmatige
doorbloeding?
a. Macro-angiopathie.
b. Arteriosclerose.
c. Autonome neuropathie.
3
Wat zijn de risico's bij een diabetische voet?
a. Gevoelsstoornis in combinatie met drukpunten en eeltvorming.
b. Autonome neuropathie in combinatie met hypoglykemie.
c. Autonome neuropathie in combinatie met hyperglycemie.
4
Waar kan artificieel intelligence aan bijdragen?
a. Aan hersen gestuurde prothesen.
b. Aan aankoopvoorspellingen.
c. Aan het ontwikkelen van antimycotica.
, 5
Welke cellen produceren het hormoon glucagon?
a. De alfacellen.
b. De bètacellen.
c. De deltacellen.
6
Wat kan een oorzaak zijn van achteruitgang in de aanmaak van
insuline?
a. Het verminderen van de functie van de alfacellen.
b. Het verminderen van de functie van de bètacellen.
c. Een verhoogde functie van de eilandjes van Langermans.
7
De lever is een spijsverteringsorgaan. Welk soort klier is de lever?
a. Exocriene klier.
b. Holocene klier.
c. Endocriene klier.
8
In de cel worden voedingsstoffen op verschillende manieren gebruikt.
Eiwitten,
mineralen en water zijn voedingsstoffen die nodig zijn als
bouwstoffen.
Hoe heet het proces waarbij deze bouwstoffen groei, herstel of
vernieuwing van
cellen bewerkstelligen?
a. Metabolisme.
b. Katabolisme.
c. Anabolisme.
9
Welke nagelaandoening kan een gevolg zijn van een
circulatiestoornis?
a. Een schimmelnagel.
b. Het loslaten van een nagelplaat.
c. Een verdikte geelachtige nagel.
Voet
Proefexamens
Aantal vragen: 21
Waar staat de medische terminologie nervus ischiadicus voor?
a. Heupbeenzenuw.
b. Scheenbeenzenuw.
c. Kuitbeenzenuw.
1
Een oudere cliënt met vaatproblemen heeft veel last van
oedeemvorming in de benen.
Waar bevindt zich de vochtophoping?
a. Intracellulair in het epitheelweefsel.
b. Intracellulair in het endotheel weefsel.
c. Extracellulair in het bindweefsel.
2
Wat is de oorzaak van arteriële veneuze shunting in een voet met een
bovenmatige
doorbloeding?
a. Macro-angiopathie.
b. Arteriosclerose.
c. Autonome neuropathie.
3
Wat zijn de risico's bij een diabetische voet?
a. Gevoelsstoornis in combinatie met drukpunten en eeltvorming.
b. Autonome neuropathie in combinatie met hypoglykemie.
c. Autonome neuropathie in combinatie met hyperglycemie.
4
Waar kan artificieel intelligence aan bijdragen?
a. Aan hersen gestuurde prothesen.
b. Aan aankoopvoorspellingen.
c. Aan het ontwikkelen van antimycotica.
, 5
Welke cellen produceren het hormoon glucagon?
a. De alfacellen.
b. De bètacellen.
c. De deltacellen.
6
Wat kan een oorzaak zijn van achteruitgang in de aanmaak van
insuline?
a. Het verminderen van de functie van de alfacellen.
b. Het verminderen van de functie van de bètacellen.
c. Een verhoogde functie van de eilandjes van Langermans.
7
De lever is een spijsverteringsorgaan. Welk soort klier is de lever?
a. Exocriene klier.
b. Holocene klier.
c. Endocriene klier.
8
In de cel worden voedingsstoffen op verschillende manieren gebruikt.
Eiwitten,
mineralen en water zijn voedingsstoffen die nodig zijn als
bouwstoffen.
Hoe heet het proces waarbij deze bouwstoffen groei, herstel of
vernieuwing van
cellen bewerkstelligen?
a. Metabolisme.
b. Katabolisme.
c. Anabolisme.
9
Welke nagelaandoening kan een gevolg zijn van een
circulatiestoornis?
a. Een schimmelnagel.
b. Het loslaten van een nagelplaat.
c. Een verdikte geelachtige nagel.