4 Een leefbare stad
De hoofdvraag in dit hoofdstuk is:
Hoe kunnen de leefbaarheid en de stedelijke kwaliteitvan wijken
en buurten in Nederlandse steden worden versterkt?
4.1 Nederland geheel geordend
Deelvragen
1 Op welke manier heeft de overheid de inrichting van Nededand
bepaald?
2 Wat zijn de gevolgen van de stedelijke migratie voor de
samenstelling van de bevolkingen de stedelijke economie?
3 Op welke manier probeert de overheid stedelijke problemen op
te lossen?
Urbanisatie
Nederland is sterk verstedelijkt. Slechts 20% van alle
urbanisatie Nederlanders woont niet in een stad. De oorzaken voor deze
urbanisatie zijn economisch van aard.
mechanisering • Door de mechanisering van de landbouw is er minder werk op
landbouw het platteland. De groeiende industrie vestigt zich vooral in de
industrialisatie steden, waardoor er een grote vraag naar arbeiders is. Veel
mensen trekken van het platteland naar de stad. Omdat dan nog
vrijwel niemand een auto bezit, moeten mensen dicht bij hun werk
wonen.
• In de steden komen woonwijken dicht bij de fabrieken. De
woningbouw is van slechte kwaliteit. De straten zijn smal en er is
weinig groen. Speelgelegenheid voor kinderen is er nauwelijks.
• De slechte woonomstandighedenhebben een negatieve invloed
op de gezondheid van de bewoners. In 1901 komtde Woningwet,
, waardoor de kwaliteit van de woningen en van de woonomgeving
in de nieuwere wijken hoger wordt.
In de periode 1850-1950 suburbaniseert een kleine groep
welgestelden. Ze ontvluchten de stad om in een aangenamere
omgeving te gaan wonen.
Suburbanisatie
Na de Tweede Wereldoorlog breiden de steden zich steeds
verder uit. De economie herstelt zich, waardoor er meer werk in
de steden komt. Bovendien was de natuurlijke bevolkingsgroei tot
de jaren zestig van de twintigste eeuw hoog. Mensen verhuizen
uit de stad, vooral naar de randgemeenten waar op grote schaal
woningen worden gebouwd. Daardoor groeien de dorpen nabij de
grote steden snel. De steden veranderen in agglomeraties en de
agglomeraties veranderen in stadsgewesten.
suburbanisatie Deze periode van suburbanisatie hangt samen met de groei van
de welvaart in Nederland.
• Het autobezit neemt sterk toe en ook de infrastructuur wordt
verbeterd. De relatieve afstand wordt daardoor sterk verkleind.
• Door de toegenomen welvaart vertrekken
middenklassegezinnen uit de stad. Het zijn vooral jonge gezinnen
met kinderen. In hun nieuwe woonomgeving vinden ze een ruim
en modem huis met een tuin en voldoende speelruimte voor de
kinderen en een parkeerplaats voor de auto.
Gevolgen van de suburbanisatie
suburbanisatie Op lokale, regionale en nationale schaal heeft de
suburbanisatie een aantal gevolgen.
• In de binnenstad neemt de woonfunctie af en de werkfunctie toe
door de bouw van nieuwe kantoren, winkels. horeca en andere
voorzieningen. De bewoners van de randgemeenten blijven in de
stad werken en maken gebruik van voorzieningen in de stad. Dat
leidt steeds vaker tot files.
• Er verdwijnt steeds meer open ruimte in Nederland, vooral in de
Randstad.
• Uit de stad vertrekken meer mensen dan er zich vestigden.
Alleen de mensen die het wonen buiten de stad niet kunnen
betalen. studenten en ouderen die niet meer willen verhuizen,
blijven achter in de stad. Arbeidsmigranten gaan in de
industriesteden wonen.
• Uit de stad vertrekken vooral rijkeren. De nieuwe en de
achtergebleven bewoners zijn minder kapitaalkrachtig waardoor
de steden via de lokale belastingen veel minder inkomsten
binnenkrijgen voor onderhoud en vernieuwing van de stedelijke
bebouwing en de woonomgeving, de infrastructuur en
voorzieningen. Er ontstaat een tweedeling in de stad. Bepaalde
wijken met veel goedkope huurwoningen worden sterk
verwaarloosd. Dit heeft negatieve gevolgen voor de openbare
ruimte.
Steeds meer woningen
De vraag naar woningen wordt vanaf het einde van de jaren
zestig van de twintigste eeuw versterkt door drie ontwikkelingen:
lagere woningdichtheid gezinsverdunning, huishoudensverdunningen een lagere
woningdichtheid.
De hoofdvraag in dit hoofdstuk is:
Hoe kunnen de leefbaarheid en de stedelijke kwaliteitvan wijken
en buurten in Nederlandse steden worden versterkt?
4.1 Nederland geheel geordend
Deelvragen
1 Op welke manier heeft de overheid de inrichting van Nededand
bepaald?
2 Wat zijn de gevolgen van de stedelijke migratie voor de
samenstelling van de bevolkingen de stedelijke economie?
3 Op welke manier probeert de overheid stedelijke problemen op
te lossen?
Urbanisatie
Nederland is sterk verstedelijkt. Slechts 20% van alle
urbanisatie Nederlanders woont niet in een stad. De oorzaken voor deze
urbanisatie zijn economisch van aard.
mechanisering • Door de mechanisering van de landbouw is er minder werk op
landbouw het platteland. De groeiende industrie vestigt zich vooral in de
industrialisatie steden, waardoor er een grote vraag naar arbeiders is. Veel
mensen trekken van het platteland naar de stad. Omdat dan nog
vrijwel niemand een auto bezit, moeten mensen dicht bij hun werk
wonen.
• In de steden komen woonwijken dicht bij de fabrieken. De
woningbouw is van slechte kwaliteit. De straten zijn smal en er is
weinig groen. Speelgelegenheid voor kinderen is er nauwelijks.
• De slechte woonomstandighedenhebben een negatieve invloed
op de gezondheid van de bewoners. In 1901 komtde Woningwet,
, waardoor de kwaliteit van de woningen en van de woonomgeving
in de nieuwere wijken hoger wordt.
In de periode 1850-1950 suburbaniseert een kleine groep
welgestelden. Ze ontvluchten de stad om in een aangenamere
omgeving te gaan wonen.
Suburbanisatie
Na de Tweede Wereldoorlog breiden de steden zich steeds
verder uit. De economie herstelt zich, waardoor er meer werk in
de steden komt. Bovendien was de natuurlijke bevolkingsgroei tot
de jaren zestig van de twintigste eeuw hoog. Mensen verhuizen
uit de stad, vooral naar de randgemeenten waar op grote schaal
woningen worden gebouwd. Daardoor groeien de dorpen nabij de
grote steden snel. De steden veranderen in agglomeraties en de
agglomeraties veranderen in stadsgewesten.
suburbanisatie Deze periode van suburbanisatie hangt samen met de groei van
de welvaart in Nederland.
• Het autobezit neemt sterk toe en ook de infrastructuur wordt
verbeterd. De relatieve afstand wordt daardoor sterk verkleind.
• Door de toegenomen welvaart vertrekken
middenklassegezinnen uit de stad. Het zijn vooral jonge gezinnen
met kinderen. In hun nieuwe woonomgeving vinden ze een ruim
en modem huis met een tuin en voldoende speelruimte voor de
kinderen en een parkeerplaats voor de auto.
Gevolgen van de suburbanisatie
suburbanisatie Op lokale, regionale en nationale schaal heeft de
suburbanisatie een aantal gevolgen.
• In de binnenstad neemt de woonfunctie af en de werkfunctie toe
door de bouw van nieuwe kantoren, winkels. horeca en andere
voorzieningen. De bewoners van de randgemeenten blijven in de
stad werken en maken gebruik van voorzieningen in de stad. Dat
leidt steeds vaker tot files.
• Er verdwijnt steeds meer open ruimte in Nederland, vooral in de
Randstad.
• Uit de stad vertrekken meer mensen dan er zich vestigden.
Alleen de mensen die het wonen buiten de stad niet kunnen
betalen. studenten en ouderen die niet meer willen verhuizen,
blijven achter in de stad. Arbeidsmigranten gaan in de
industriesteden wonen.
• Uit de stad vertrekken vooral rijkeren. De nieuwe en de
achtergebleven bewoners zijn minder kapitaalkrachtig waardoor
de steden via de lokale belastingen veel minder inkomsten
binnenkrijgen voor onderhoud en vernieuwing van de stedelijke
bebouwing en de woonomgeving, de infrastructuur en
voorzieningen. Er ontstaat een tweedeling in de stad. Bepaalde
wijken met veel goedkope huurwoningen worden sterk
verwaarloosd. Dit heeft negatieve gevolgen voor de openbare
ruimte.
Steeds meer woningen
De vraag naar woningen wordt vanaf het einde van de jaren
zestig van de twintigste eeuw versterkt door drie ontwikkelingen:
lagere woningdichtheid gezinsverdunning, huishoudensverdunningen een lagere
woningdichtheid.
