Occlusie:
Elk statisch contact tussen een of meer elementen van de onderkaak met een of meer elementen van de bovenkaak.
Statisch is … dus in gesloten (toestand)
Articulatie:
De wijze waarop de boven- en ondertanden en kiezen over elkaar heen schuiven.
De verschillende mogelijke posities van het kaakgewricht zijn hier ook van belang.
Articulatie = dynamisch contact.
Elk dynamisch contact tussen elementen in de BK met elementen in de OK.
Maximale occlusie (MO) = Centrale positie/relatie = Centrale occlusie (CO) =
ICP (Intercuspal contact position) = de positie waarbij het kaakkopje, als de centrale positie/relatie
de occlusie waarbij de tanden en ongedwongen, in zijn meest dorsale samenvalt met de maximale
kiezen maximaal contact maken. stand staat. occlusie dan is er sprake van
centrale occlusie.
Bij de meeste mensen staat het
kaakkopje dan iets ventraal t.o.v. as
kaakkom.
Centrale occlusie, waarbij het
kaakkopje in het centrum van het
kaakgewricht ligt en er maximale
occlusie is.
Ideaal beeld: Ideaal beeld:
Frontaal aanzicht maximale occlusie Buccaal aanzicht maximale occlusie
Samenvallende mediaanlijn BK/OK Interdigitatie
Evenwicht Zaagtand fenomeen
Symmetrie
Ideale occlusie en articulatie:
Tanden en kiezen van maxilla en mandibula dienen zodanig met elkaar in contact te komen dat:
- Elementen gelijkmatig belast worden
- Een optimale uitoefening van functie mogelijk is.
- Ondersteunende weefsels minimaal belast worden.
Interdigitatie:
Alle elementen staan op de anatomisch meest voorkomende, karakteristieke manier in elkaar gegrepen. Hierbij staat
het kaakgewricht in een ongedwongen natuurlijke positie.
Zaagtand fenomeen:
1 element maakt occlusaal contact met 1 of 2 antagonisten.
Niet ideale situatie Niet ideale situatie Niet ideale situatie
,Onderscheid tussen dragende en niet-dragende knobbels
Dragende knobbels: Niet-dragende knobbels:
- Palatinale knobbels BK - Buccale knobbels BK
- Buccale knobbels OK - Linguale knobbels OK
Kauwfunctie Niet functionele
Functionele-/werkende knobbels knobbels/balansknobbels
(vallen in de fossae van de
antagonisten voor een optimale
functie)
Voor een optimale verdeling van de
verticale krachten
Dragende knobbels BK: Niet dragende knobbels BK:
- Palatinale knobbels - Buccale knobbels
Dragende knobbels OK: Niet dragende knobbels OK:
- Buccale knobbels - Linguale knobbels
Niet ideale situatie:
Door veranderingen in de horizontale en verticale beet
Horizontale overbeet = HOB
Overbeet in horizontale vlak
Wordt meestal sagitale overbeet genoemd = SOB
Of overbeet / overjet. Deze is normaal 1-3mm.
Verticale overbeet = VOB
Is overbeet in verticale vlak
Wordt ook overbite genoemd
Deze is normaal 1-3mm.
Curve van von Spee
Kromming in het occlusale vlak
Een denkbeeldige boog verbindt de buccale knobbels in incisale randen van 1 kwadrant
,
Elk statisch contact tussen een of meer elementen van de onderkaak met een of meer elementen van de bovenkaak.
Statisch is … dus in gesloten (toestand)
Articulatie:
De wijze waarop de boven- en ondertanden en kiezen over elkaar heen schuiven.
De verschillende mogelijke posities van het kaakgewricht zijn hier ook van belang.
Articulatie = dynamisch contact.
Elk dynamisch contact tussen elementen in de BK met elementen in de OK.
Maximale occlusie (MO) = Centrale positie/relatie = Centrale occlusie (CO) =
ICP (Intercuspal contact position) = de positie waarbij het kaakkopje, als de centrale positie/relatie
de occlusie waarbij de tanden en ongedwongen, in zijn meest dorsale samenvalt met de maximale
kiezen maximaal contact maken. stand staat. occlusie dan is er sprake van
centrale occlusie.
Bij de meeste mensen staat het
kaakkopje dan iets ventraal t.o.v. as
kaakkom.
Centrale occlusie, waarbij het
kaakkopje in het centrum van het
kaakgewricht ligt en er maximale
occlusie is.
Ideaal beeld: Ideaal beeld:
Frontaal aanzicht maximale occlusie Buccaal aanzicht maximale occlusie
Samenvallende mediaanlijn BK/OK Interdigitatie
Evenwicht Zaagtand fenomeen
Symmetrie
Ideale occlusie en articulatie:
Tanden en kiezen van maxilla en mandibula dienen zodanig met elkaar in contact te komen dat:
- Elementen gelijkmatig belast worden
- Een optimale uitoefening van functie mogelijk is.
- Ondersteunende weefsels minimaal belast worden.
Interdigitatie:
Alle elementen staan op de anatomisch meest voorkomende, karakteristieke manier in elkaar gegrepen. Hierbij staat
het kaakgewricht in een ongedwongen natuurlijke positie.
Zaagtand fenomeen:
1 element maakt occlusaal contact met 1 of 2 antagonisten.
Niet ideale situatie Niet ideale situatie Niet ideale situatie
,Onderscheid tussen dragende en niet-dragende knobbels
Dragende knobbels: Niet-dragende knobbels:
- Palatinale knobbels BK - Buccale knobbels BK
- Buccale knobbels OK - Linguale knobbels OK
Kauwfunctie Niet functionele
Functionele-/werkende knobbels knobbels/balansknobbels
(vallen in de fossae van de
antagonisten voor een optimale
functie)
Voor een optimale verdeling van de
verticale krachten
Dragende knobbels BK: Niet dragende knobbels BK:
- Palatinale knobbels - Buccale knobbels
Dragende knobbels OK: Niet dragende knobbels OK:
- Buccale knobbels - Linguale knobbels
Niet ideale situatie:
Door veranderingen in de horizontale en verticale beet
Horizontale overbeet = HOB
Overbeet in horizontale vlak
Wordt meestal sagitale overbeet genoemd = SOB
Of overbeet / overjet. Deze is normaal 1-3mm.
Verticale overbeet = VOB
Is overbeet in verticale vlak
Wordt ook overbite genoemd
Deze is normaal 1-3mm.
Curve van von Spee
Kromming in het occlusale vlak
Een denkbeeldige boog verbindt de buccale knobbels in incisale randen van 1 kwadrant
,