Bouwfysica Tentamen OP5 en OP6
Waarom isolatie? Warmte verlies beperken =
energie besparen
Warmteweerstand = R
Warmtegeleidingscoëfficient = λ [W/mK]
Warmtedoorgangscoëfficiënt = U >
transparante delen = raam
- Bouwbesluit eis = U ≤ 1,65 W/m2K
Transmissie = warmteverlies
Warmteoverdracht via
- Geleiding
- Straling
- Convectie (stroming)
Warmtestroom ontstaat door
temperatuurverschil
= altijd van warm naar koud (binnen naar buiten)
= isoleren > beperken warmtestroom
- materiaal dat warmte niet goed geleidt (bijvoorbeeld
piepschuim), isoleert goed. Dit materiaal heeft een lage
warmtegeleidingcoëfficiënt
- materiaal dat warmte goed geleidt (bijvoorbeeld
aluminium), isoleert slecht. Dit materiaal heeft een hoge
warmtegeleidingcoëfficiënt
warmteweerstand te maken met
- isolerende waarde materiaal (lambda)
- dikte materiaal
R = d/ λ
Polystyreenschuim
- Warmtegeleidingcoëfficiënt λ = 0,035 W/mK
- Dikte d = 2 cm
Rm;polyst = d/ λ
= 0,,035
= 0,57 m2K/W
Vergelijk met de elektriciteitsleer I =V/R (elektrische stroom = voltage/weerstand)
- Bij een hoge weerstand wordt de elektrische stroom lager
In Bouwkunde:
- elektrische stroom = warmtestroom
- spanning = temperatuurverschil
- weerstand = thermische isolatie
rsi = warmteovergangsweerstand binnen (interieur) =
0,13 m2K/W (lage windsnelheid = moeilijke overdacht
rse = warmteovergansweerstand buiten (extrieur) =
0,04 m2K/W (hoge windsnelheid = makkelijke
overdacht)
Hoe groot de weerstand is, hangt af van:
• Luchtsnelheid aan het oppervlak
• Richting van de warmtestroom
• Omgevingstemperaturen
RT = Rsi + ∑Rm + Rse
λcalc = warmtegeleidingcoëfficiënt [W/m∙K]
, Rm = warmteweerstand materiaallaag [m2K/W]
Rm = d/ λcalc
ΣRm = weerstand van alle lagen van de constructie [m2K/W]
ΣRm =Rc
RT = de totale weerstand, incl. overgangsweerstanden [m2K/W]
RT = Rsi + ΣRm + Rse [m2K/W]
Rsi = overgangsweerstand binnen
0.17; 0.13 of 0.10 [m2K/W]
Rse = overgangsweerstand buiten
0.04 [m2K/W]
In plaats van de warmteweerstand wordt ook wel de warmtedoorgangscoëfficiënt U gebruikt:
R = warmteweerstand m2K/W
UT = Inverse van R: warmtedoorgangscoefficient in W/m2K
Koudebrug =
Lokaal lagere warmteweerstand > grotere
warmtestroom
•Warmtelek, gevolg:
• Energieverlies
• Condens op binnenoppervlak, evt
ontstaan van schimmels
Bijvoorbeeld:
• Onderbreking isolatiemateriaal
• Doorvoeren constructieonderdelen
• Hoeken
Daglicht
Waarom?
• Om te kunnen zien (oriëntatie);
• Om de sfeer in een ruimte te kunnen bepalen (contrast);
• Voor onze gezondheid (bioritme).
- fysieke gezondheid: vitamine D.
mentale gezondheid: winterdepressie, Sick Building
Syndrome (o.a. gebrek aan direct daglicht).
Zonnestraling:
1 Direct
2. Diffuus
3. Gereflecteerd, niet zichtbaar
4. Gereflecteerd, zichtbaar
Waarom isolatie? Warmte verlies beperken =
energie besparen
Warmteweerstand = R
Warmtegeleidingscoëfficient = λ [W/mK]
Warmtedoorgangscoëfficiënt = U >
transparante delen = raam
- Bouwbesluit eis = U ≤ 1,65 W/m2K
Transmissie = warmteverlies
Warmteoverdracht via
- Geleiding
- Straling
- Convectie (stroming)
Warmtestroom ontstaat door
temperatuurverschil
= altijd van warm naar koud (binnen naar buiten)
= isoleren > beperken warmtestroom
- materiaal dat warmte niet goed geleidt (bijvoorbeeld
piepschuim), isoleert goed. Dit materiaal heeft een lage
warmtegeleidingcoëfficiënt
- materiaal dat warmte goed geleidt (bijvoorbeeld
aluminium), isoleert slecht. Dit materiaal heeft een hoge
warmtegeleidingcoëfficiënt
warmteweerstand te maken met
- isolerende waarde materiaal (lambda)
- dikte materiaal
R = d/ λ
Polystyreenschuim
- Warmtegeleidingcoëfficiënt λ = 0,035 W/mK
- Dikte d = 2 cm
Rm;polyst = d/ λ
= 0,,035
= 0,57 m2K/W
Vergelijk met de elektriciteitsleer I =V/R (elektrische stroom = voltage/weerstand)
- Bij een hoge weerstand wordt de elektrische stroom lager
In Bouwkunde:
- elektrische stroom = warmtestroom
- spanning = temperatuurverschil
- weerstand = thermische isolatie
rsi = warmteovergangsweerstand binnen (interieur) =
0,13 m2K/W (lage windsnelheid = moeilijke overdacht
rse = warmteovergansweerstand buiten (extrieur) =
0,04 m2K/W (hoge windsnelheid = makkelijke
overdacht)
Hoe groot de weerstand is, hangt af van:
• Luchtsnelheid aan het oppervlak
• Richting van de warmtestroom
• Omgevingstemperaturen
RT = Rsi + ∑Rm + Rse
λcalc = warmtegeleidingcoëfficiënt [W/m∙K]
, Rm = warmteweerstand materiaallaag [m2K/W]
Rm = d/ λcalc
ΣRm = weerstand van alle lagen van de constructie [m2K/W]
ΣRm =Rc
RT = de totale weerstand, incl. overgangsweerstanden [m2K/W]
RT = Rsi + ΣRm + Rse [m2K/W]
Rsi = overgangsweerstand binnen
0.17; 0.13 of 0.10 [m2K/W]
Rse = overgangsweerstand buiten
0.04 [m2K/W]
In plaats van de warmteweerstand wordt ook wel de warmtedoorgangscoëfficiënt U gebruikt:
R = warmteweerstand m2K/W
UT = Inverse van R: warmtedoorgangscoefficient in W/m2K
Koudebrug =
Lokaal lagere warmteweerstand > grotere
warmtestroom
•Warmtelek, gevolg:
• Energieverlies
• Condens op binnenoppervlak, evt
ontstaan van schimmels
Bijvoorbeeld:
• Onderbreking isolatiemateriaal
• Doorvoeren constructieonderdelen
• Hoeken
Daglicht
Waarom?
• Om te kunnen zien (oriëntatie);
• Om de sfeer in een ruimte te kunnen bepalen (contrast);
• Voor onze gezondheid (bioritme).
- fysieke gezondheid: vitamine D.
mentale gezondheid: winterdepressie, Sick Building
Syndrome (o.a. gebrek aan direct daglicht).
Zonnestraling:
1 Direct
2. Diffuus
3. Gereflecteerd, niet zichtbaar
4. Gereflecteerd, zichtbaar
