Kuhns paradogma theorie; evolutionaire
verklaringen van de moral; toeval en
schlepping
Wetenschappers doen uitspraken. Een uitspraak is wetenschappelijk als hij
geverifieerd kan worden. Het verificatiecriterium is een reactie op het logisch
positivisme.
Context of justification versus context of discovery
Wanneer wetenschappers een theorie ontwikkelen maakt het niet uit hoe hieraan
gekomen is (discovery) maar het gaat om de context of justification. Hoe kunnen de
ideeën getoetst worden? de theorie moet getoetst worden (verificatiecriterium)
Observeerbare data zijn direct toetsbaar aan de hand van data. Theorieën niet.
Paradigma (kritiek op logisch positivisme) = geheel van theoretische assumpties die
je maakt, als mede de set van voorbeelden van hoe bepaalde problemen zijn
opgelost obv die assumpties; ideeen over hoe wetenschappelijke problemen dienen
te worden opgelost, wat de belangrijke vragen zijn, hoe een acceptabel antwoord
eruit zou zien. Paradigma’s zijn incommensurabel. Je kunt ze niet vergelijken met
elkaar. Omdat na de paradigmaverschuiving nieuwe maatstaven bij oude worden
gevoegd, is er geen gemeenschappelijke maat meer en kan er geen logische
dwingende reden gegeven worden om te kiezen tussen twee theorieën. Dit is het
principe van de incommensurabiliteitsthese. Paradigma’s volgen elkaar op op een
niet rationele manier. Hoe moet een theorie er eigenlijk uit zien en wat zijn
wetenschappelijke verklaringen? onderwerpen van paradigma’s.
Feiten zijn paradigma afhankelijk. Wat je ziet hangt af van het paradigma dat men
hanteert. Waarneming wordt geconditioneerd door achtergrondovertuigingen.
Denk aan het aankomen van een tram. Door achtergrondkennis weten wij dat er een
tram aan komt als wij het geluid van rammelend ijzer horen.
De moraal:
- opvattingen binnen een groep mensen of cultuur over wat onze morele
verplichtingen zijn. (B)
- het geheel van morele verplichtingen. (A)
moraal is een genetische illusie een evolutionaire illusie
we hebben geen morele verplichtingen, dat is een illusie. Evolutionaire verklaring van
X Er moet een evolutionair voordeel zijn van kenmerk X.
Je voelt meer verplichting aan familie dan aan studenten omdat je een genetische
overeenkomst hebt. ‘zorg voor de naasten in de nabije omgeving’, dit levert voordeel
op namelijk een sterke beschermde groep.
Is datgene dat evolutionair voordeel oplevert ook een goed iets? Nee (arts
insemineert meerdere vrouwen met zijn eigen zaad)
verklaringen van de moral; toeval en
schlepping
Wetenschappers doen uitspraken. Een uitspraak is wetenschappelijk als hij
geverifieerd kan worden. Het verificatiecriterium is een reactie op het logisch
positivisme.
Context of justification versus context of discovery
Wanneer wetenschappers een theorie ontwikkelen maakt het niet uit hoe hieraan
gekomen is (discovery) maar het gaat om de context of justification. Hoe kunnen de
ideeën getoetst worden? de theorie moet getoetst worden (verificatiecriterium)
Observeerbare data zijn direct toetsbaar aan de hand van data. Theorieën niet.
Paradigma (kritiek op logisch positivisme) = geheel van theoretische assumpties die
je maakt, als mede de set van voorbeelden van hoe bepaalde problemen zijn
opgelost obv die assumpties; ideeen over hoe wetenschappelijke problemen dienen
te worden opgelost, wat de belangrijke vragen zijn, hoe een acceptabel antwoord
eruit zou zien. Paradigma’s zijn incommensurabel. Je kunt ze niet vergelijken met
elkaar. Omdat na de paradigmaverschuiving nieuwe maatstaven bij oude worden
gevoegd, is er geen gemeenschappelijke maat meer en kan er geen logische
dwingende reden gegeven worden om te kiezen tussen twee theorieën. Dit is het
principe van de incommensurabiliteitsthese. Paradigma’s volgen elkaar op op een
niet rationele manier. Hoe moet een theorie er eigenlijk uit zien en wat zijn
wetenschappelijke verklaringen? onderwerpen van paradigma’s.
Feiten zijn paradigma afhankelijk. Wat je ziet hangt af van het paradigma dat men
hanteert. Waarneming wordt geconditioneerd door achtergrondovertuigingen.
Denk aan het aankomen van een tram. Door achtergrondkennis weten wij dat er een
tram aan komt als wij het geluid van rammelend ijzer horen.
De moraal:
- opvattingen binnen een groep mensen of cultuur over wat onze morele
verplichtingen zijn. (B)
- het geheel van morele verplichtingen. (A)
moraal is een genetische illusie een evolutionaire illusie
we hebben geen morele verplichtingen, dat is een illusie. Evolutionaire verklaring van
X Er moet een evolutionair voordeel zijn van kenmerk X.
Je voelt meer verplichting aan familie dan aan studenten omdat je een genetische
overeenkomst hebt. ‘zorg voor de naasten in de nabije omgeving’, dit levert voordeel
op namelijk een sterke beschermde groep.
Is datgene dat evolutionair voordeel oplevert ook een goed iets? Nee (arts
insemineert meerdere vrouwen met zijn eigen zaad)