100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Ogen doen onderzoek J.M.A.M. Janssens

Beoordeling
4,5
(2)
Verkocht
4
Pagina's
16
Geüpload op
21-11-2018
Geschreven in
2018/2019

Samenvatting Ogen doen onderzoek J.M.A.M. Janssens: hoofdstuk 1 t/m 5 en 8.











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Nee
Wat is er van het boek samengevat?
H1, h2, h3, h4, h5 en h8
Geüpload op
21 november 2018
Aantal pagina's
16
Geschreven in
2018/2019
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Samenvattingen Ogen doen onderzoek
Hoofdstuk 1 Het onderzoeksproces
1.1 Een voorbeeld
Een samenhang tussen twee kenmerken (X en Y) wil nog niet zeggen dat het ene kenmerk het ander
beïnvloedt. Voordat men daartoe kan concluderen, moet nog aan twee andere voorwaarden voldaan
zijn:
1. Men moet er zeker van zijn dat kenmerk X in tijd aan kenmerk Y voorafgaat.
2. Men moet er zeker van zijn dat Y ook werkelijk mede door X beïnvloed wordt.

Experimenteel onderzoek:
 Men is veel beter in staat het onderzoek zo op te zetten, dat alternatieve verklaringen niet
plausibel zijn.
 De groepen worden zo samengesteld die men wil vergelijken.
 Er is gemakkelijker te voldoen aan de eis dat kenmerk X in tijd aan kenmerk Y vooraf moet
gaan.
 Kenmerk X manipuleert men en daarna nagaan wat er met kenmerk Y gebeurd.
 De resultaten zijn op minder mensen van toepassing.
 Makkelijker om een veronderstelde oorzaak vast te stellen.
Correlationeel onderzoek:
 De groepen die men wil vergelijken kun je niet zelf samenstellen.
 In correlationeel onderzoek kan men niet zo gemakkelijk voldoen aan de eis dat kenmerk X in
tijd aan kenmerk Y vooraf moet gaan.
 Kenmerk X en kenmerk Y worden niet gemanipuleerd. Beide kenmerken worden op een vast
tijdstip samengesteld.
 De onderzoeker is meer geïnteresseerd in de invloed van verscheidene factoren op een
bepaald verschijnsel.
 De resultaten zijn op veel meer mensen van toepassing.

Statistisch significant: een verschil in een kleine groep geldt waarschijnlijk ook voor de grotere groep
waaruit de kleine groep voor het onderzoek geselecteerd is.

1.2 Fasen in het onderzoeksproces
Conceptueel model: de onderzoeker ontwikkelt een aantal ideeën over het te onderzoeken probleem.
Hypothese: aantal verwachtingen over hoe bepaalde verschijnselen met elkaar samenhangen.

Probleem > theoretisch kader > conceptueel model > onderzoeksontwerp > vertaling van theoretische
termen uit conceptueel model > verwerken en analyseren resultaten > resultaten > rapporteren

,Hoofdstuk 2 Probleem, theorie en conceptueel model
2.1 Probleem
Elk onderzoek begint met een probleem en het doel van elk onderzoek is inzicht krijgen in het
probleem.

Maatschappelijke relevantie: Door onderzoek naar het probleem te verrichten hoopt men in de
toekomst iets aan de oplossing ervan te kunnen doen.

2.2 Theorie
Komen tot een goede theoretische encadering:
1. Kaart aanmaken bij elk boek of artikel dat men leest: vermelden van naam of namen van de
auteur(s), de titel van het boek, jaar en plaats van uitgave en uitgever, welke onderwerpen er
worden behandeld en welke informatie of mening de auteurs daarover weergeven.
2. Per begrip of onderwerp wordt een kaart aangelegd. Met behulp van het eerste kaartsysteem
kan men vervolgens nagaan in welke boeken of artikelen en waar precies men iets kan
terugvinden over het betreffende onderwerp.

Conceptueel model: Doel van bovenstaande werkzaamheden is het probleem in een theoretisch kader
te plaatsen.

2.3 Het conceptueel model
2.3.1 Het onderzoekselement
Onderzoekselement: Diegenen op wie de kenmerken van het probleem betrekking hebben.
 Individuen
 Paren (bijv. echtgenoten)
 Groepen (bijv. bovenbouw en onderbouw)
 Collectiviteiten: groeperingen waarvan de leden solidair zijn ten opzichte van elkaar op grond
van gemeenschappelijke waarden.

Operationele definitie van het onderzoekselement: Er wordt precies vastgelegd welke
onderzoekselementen voor het onderzoek in aanmerking komen.

2.3.2 Variabelen
Variabele: Een kernmerk dat onderzoekselementen al of niet, of in verschillende mate kunnen
bezitten.
Theoretische variabele: De onderzoeker moet duidelijk maken wat hij onder een variabele verstaat.
Empirische variabele: Wanneer in het onderzoeksontwerp is vastgesteld hoe deze variabele in
werkelijkheid gemeten wordt.
Hypothesen: Verwachtingen over hoe de geselecteerde kenmerken met elkaar zullen samenhangen.

Afhankelijke variabele: Variabelen waarvan men wil verklaren waarom die een bepaalde waarde heeft
bij bepaalde onderzoekselementen.
Onafhankelijke variabele: Variabelen waarvan men in het conceptueel model verwacht dat ze een
verklaring geven voor de verschillende waarden van de afhankelijke variabele.

Interveniërende variabelen: Wanneer een variabele zowel afhankelijk als onafhankelijk is.
VB: Belangstelling ouders > studiemotivatie (= interveniërende variabele) > voortijdig schoolverlaten
Moderator-variabelen: Wanneer een variabele een meer genuanceerde verklaring zal geven voor de
samenhang tussen een afhankelijke en een onafhankelijke variabele.
VB: Motivatie > prestatie
|
Intelligentie
Controle-variabelen: Worden betrokken in een onderzoek om een garantie te hebben dat de groepen
die de onderzoeker wil vergelijken, in elk geval niet verschillen in de controle-variabele. Worden
gebruikt om groepen gelijk te maken.

, VB: geslacht, leeftijd en mate van gedragsstoornissen per groep gelijk.
Testvariabelen: Worden betrokken in correlationeel onderzoek om te kunnen vaststellen, of een
samenhang tussen twee andere variabelen als een causale samenhang beschouwd mag worden.
Samenhang kan mogelijk ook door een derde variabele veroorzaakt worden.

2.3.3 Hypothesen
Hypothese: Een uitspraak van de onderzoeker over hoe twee of meer variabelen met elkaar
samenhangen (verwachte relatie tussen variabelen). Er zijn verschillende soorten:
 Positief lineaire hypothese: Men verwacht dat bij het stijgen van de waarde van het ene
kenmerk ook de waarde van het andere kenmerk hoger wordt.
 Negatief lineaire hypothese: Wanneer het toenemen van het ene verschijnsel samengaat met
het afnemen van het andere verschijnsel.
 Curvelineaire hypothese: Wanneer er niet zo’n rechtlijnig verband verondersteld wordt tussen
twee variabelen.
 Causale hypothese: Een onafhankelijke variabele beïnvloedt een afhankelijke variabele.
 Niet causale hypothese: Men kan niet spreken van een afhankelijke en onafhankelijke
variabele.

2.4 Toetsend, explorerend en beschrijvend onderzoek
Explorerend onderzoek: Als de onderzoeker in zijn conceptueel model nog niet in staat is expliciet
hypothesen te formuleren over hoe bepaalde variabelen zullen samenhangen of elkaar zullen
beïnvloeden.
Toetsend onderzoek: Er wordt een beperkt aantal (soms één) gewoonlijk aan de theorie ontleende,
onderling samenhangende hypothesen aan empirisch materiaal getoetst.
Beschrijvend/descriptief onderzoek: De onderzoeker is in feite niet geïnteresseerd in de wijze waarop
twee of meer variabelen met elkaar samenhangen of elkaar beïnvloeden.

2.5 Het concretiseren van het conceptueel model
Het conceptueel model bestaat uit drie onderdelen:
 Het onderzoekselement wordt gedefinieerd;
 De variabelen worden opgenomen die volgens de onderzoeker relevant zijn voor het
probleem;
 Er wordt aangegeven op welke wijze de variabelen met elkaar samenhangen of elkaar
beïnvloeden (formulering hypothese).

Antwoorden die de onderzoeker in zijn onderzoeksontwerp moet geven op de volgende vragen:
 Welke onderzoekselementen komen in feite voor het onderzoek in aanmerking?
 Op welke wijze worden de variabelen uit het conceptueel model geoperationaliseerd (hoe
moet de onderzoeker in werkelijkheid vaststellen in welke mate de onderzoekselementen
deze kenmerken bezitten)?
 Op welke wijze worden er gegevens over de onderzoekselementen verzameld?
 Zijn de verzamelde gegevens geldig en betrouwbaar?
 Op welke wijze moeten de gegevens, als ze eenmaal verzameld zijn, verwerkt worden?
 Op welke wijze moeten de gegevens geanalyseerd worden?

Beoordelingen van geverifieerde kopers

Alle 2 reviews worden weergegeven
6 jaar geleden

6 jaar geleden

4,5

2 beoordelingen

5
1
4
1
3
0
2
0
1
0
Betrouwbare reviews op Stuvia

Alle beoordelingen zijn geschreven door echte Stuvia-gebruikers na geverifieerde aankopen.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
JuliaM1 Radboud Universiteit Nijmegen
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
258
Lid sinds
10 jaar
Aantal volgers
221
Documenten
19
Laatst verkocht
1 jaar geleden

3,7

43 beoordelingen

5
4
4
26
3
10
2
3
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen