Zintuigen en prikkels
Waarnemen is weten wat er om je heen gebeurt.
Dit doe je doormiddel van de volgende zintuigen:
● Voelen: Warmte-, koude-, tast-, en drukzintuig
● Horen: Gehoorzintuig en evenwichtszintuig
● Kijken: Gezichtszintuig
● Proeven: Smaakzintuig
● Ruiken: geurzintuig
Deze verschillende zintuigen zorgen er dus voor je dat verschillende dingen in je
omgeving kunt opvangen.
De informatie die al deze zintuigen opnemen worden ook wel prikkels genoemd.
Prikkels zijn dus signalen uit de omgeving waar je zintuigen gevoelig voor zijn.
Voorbeelden hiervan zijn:
● Geluid
● Temperatuur
● Licht
● Pijn
● Aanraking
● Smaak
● Geur
Vervolgens gaan je zintuigen op deze prikkels reageren, dit gebeurt door dat je
zintuigen impulsen gaat sturen. Dus: Je reageert op prikkels door er een impuls
wordt afgegeven door je lichaam.
Wat is een impuls?
Een impuls is een elektrisch signaal dat via de zenuwen naar je hersenen wordt
geleid. Op onderstaand plaatje kan je zien hoe zo een zenuw eruitziet.
, Als de impuls eenmaal de hersenen heeft bereikt is dit de plek waar het vervolgens
ook verwekt wordt; hier vindt dus de bewustwording plaats. Op het onderstaand
plaatje kan wordt de prikkel door de zenuw, via het ruggenmerg, naar de hersenen
vervoerd.
Zodra je hersenen de impuls verwerkt hebben wordt er vervolgens ook weer een
signaal teruggestuurd zodat bijvoorbeeld de spieren in je ook weer kunnen worden
aangestuurd.
Zien
Ogen zijn heel kwetsbaar en ogen moeten dus goed beschermd worden. Verder is
het oog ook een heel complex orgaan. Al deze onderdelen zorgen ervoor dat jij
uiteindelijk de lichtprikkel goed kan opvangen zodat de impulsen verstuurd kunnen
worden.
Deze twee componenten moet je goed onthouden wanneer je naar de ogen kijkt.
Bedenk elke keer hoe het element help het oog te beschermen of hoe helpt dit
onderdeel erbij om licht goed te kunnen waarnemen.
Waarnemen is weten wat er om je heen gebeurt.
Dit doe je doormiddel van de volgende zintuigen:
● Voelen: Warmte-, koude-, tast-, en drukzintuig
● Horen: Gehoorzintuig en evenwichtszintuig
● Kijken: Gezichtszintuig
● Proeven: Smaakzintuig
● Ruiken: geurzintuig
Deze verschillende zintuigen zorgen er dus voor je dat verschillende dingen in je
omgeving kunt opvangen.
De informatie die al deze zintuigen opnemen worden ook wel prikkels genoemd.
Prikkels zijn dus signalen uit de omgeving waar je zintuigen gevoelig voor zijn.
Voorbeelden hiervan zijn:
● Geluid
● Temperatuur
● Licht
● Pijn
● Aanraking
● Smaak
● Geur
Vervolgens gaan je zintuigen op deze prikkels reageren, dit gebeurt door dat je
zintuigen impulsen gaat sturen. Dus: Je reageert op prikkels door er een impuls
wordt afgegeven door je lichaam.
Wat is een impuls?
Een impuls is een elektrisch signaal dat via de zenuwen naar je hersenen wordt
geleid. Op onderstaand plaatje kan je zien hoe zo een zenuw eruitziet.
, Als de impuls eenmaal de hersenen heeft bereikt is dit de plek waar het vervolgens
ook verwekt wordt; hier vindt dus de bewustwording plaats. Op het onderstaand
plaatje kan wordt de prikkel door de zenuw, via het ruggenmerg, naar de hersenen
vervoerd.
Zodra je hersenen de impuls verwerkt hebben wordt er vervolgens ook weer een
signaal teruggestuurd zodat bijvoorbeeld de spieren in je ook weer kunnen worden
aangestuurd.
Zien
Ogen zijn heel kwetsbaar en ogen moeten dus goed beschermd worden. Verder is
het oog ook een heel complex orgaan. Al deze onderdelen zorgen ervoor dat jij
uiteindelijk de lichtprikkel goed kan opvangen zodat de impulsen verstuurd kunnen
worden.
Deze twee componenten moet je goed onthouden wanneer je naar de ogen kijkt.
Bedenk elke keer hoe het element help het oog te beschermen of hoe helpt dit
onderdeel erbij om licht goed te kunnen waarnemen.