Samenvatting kerntaak 2

KERNTAAK 2




Deskundigheidsbevordering en professionalisering
 Juridsche aspecten
 Deskundigheidsbevordering en professionalisering en pp
 Intervisie



Werkbegeleiding
 Hoofdstuk 11 werkbegeleiding
Vragen Werkbegeleiding Hoofdstuk 11 uit Boog

1. Op welke 2 manieren kun je de opleiding tot MBO verpleegkundige volgen?
BBL: beroepsbegeleidende leerweg
BOL: beroepsopleidende leerweg

2. Welke 2 kerntaken heef een werkbegeleider?
Realiseren van leervoorwaarden op de werkplek en het opleiden, begeleiden en mede
beoordelen van de leerling.

3. Noem 5 voorbeelden die onder die kerntaken vallen?
 eerste aanspreekpunt zijn voor de leerling
 een voorbeeldfuncte voor de leerling
 de leerling feedback geven op haarr functoneren
 zorgen voor leermogelijkheden die aansluiten bij het plan van de leerling
 de leerling gelegenheid geven tot het uitvoeren van de actviteiten

4. Welke 4 rollen heef de werkbegeleider?
 Organisator
 Opleider
 Begeleider
 Beoordelaar

5. Welke taken heef de praktjkopleider binnen de instelling?
 Bpv plaatsen regelen
 Overleggen over de afstemming van binnen en buitenschools leren
 Kwaliteit van de werkbegeleiding bewaken
 De beoordeling van de BPV in de praktjk bewaken

6. Noem 4 taken van de BPV docent
 De afstemmiing tussen het binnen en buitenschoolse leren van de leerling bewaken
 Contactpersoon zijn voor de zorginstelling over het leerproces van de leerling

,  Het leiden van de tussenevaluate en het eindbeoordelingsgesprek van de leerling
 De praktjkbeoordeling van de leerling vaststellen en vastleggen

7. Wat wordt bedoeld met Competente gericht Leren?
 Het opleiden van leerlingen op basis van het Kwalifcatedossier
 Het opleiden op basis van een didactsch model

8. Wat wordt bedoeld met een POP?
Persoonlijk ontwikkelingsplan: dit is door de leerling zelf gemaakt voor het verwerven van
competentes

9. Wat wordt bedoeld met een PAP?
Persoonlijk actviteitenplan: in dit plan beschrijf de leerling welle actviteiten zijn gaat
uitvoeren om de competentes te behalen

10. Wat is een Portolio?
Een persoonlijke map met een verzameling van bewijsstukken waarmee de leerling kan
aantonen welke competentes zij al bezit

11. Wat is de PDCA cirkel?
(plan)Iets bedenken om een bepaald resultaat te bereiken
(do)het uitvoeren
(check) kijken of het werkt
(act)en vervolgens (zonodig) bijstellen.




12. Welke fasen zijn te onderscheiden in de rol van organisator door de werkbegeleider?
 De kennismakingsfase
 De introducte of inwerkfase
 De werk/leerfase
 De evaluate

13. Waar is de werkbegeleider verantwoordelijk voor in haar rol als opleider?
Voor de instructe van nieuwe taken en vaardigheden

14. Welke 4 leerstjlen onderscheidt Kolb?
 Bezinner: leert van ervaringen, van het overdenken en daarna zelf doen.
 De denker: door over te denken en verbanden te leggen
 De beslisser: leert van instructe of demonstrate en daarna zelf doen.
 De doener: leert van het eerst doen en daardoor ervaring opdoen

15. Welke 3 fasen zijn te onderscheiden bij het aanleren van een vaardigheid?

,  Kennisfase: deze vind plaats op school heef als doel de leerling kennis te laten
maken en het eigen te maken wat nodig is om de vaardigheid op een verantwoorlijke
manier uit te voeren
 Oefenfase: doel dat de leerling de vaardigheid leert toepassen in een situate die
zoveel mogelijk de echte praktjk benadert.
 Praktjkfase: leert de leerling de vaardigheid toe te passen bij een zorgvrager

16. Wat wordt bedoelde met de rol als coach van een werkbegeleider?
Dat de verantwoordelijkheid voor de begeleiding van het leerproces van de leerling tot een
compentete beroepsoefenaar.

17. Waar is de werkbegeleider verantwoordelijk voor in haar rol als begeleider?
Voor het leerproces naar competentegericht beroepsoefenaar

18. Wat is het andere woord voor competente?
Bekwaam

19. Welk ontwikkelingsproces loopt een student door tot ze een competente verpleegkundige
is?
 Fase 1 Onbewust onbekwaam
De leerling is zich niet bewust dat ze niet bekwaam is of dat bepaald gedrag niet
effectef is.
 Fase 2 Bewust onbekwaam
De leerling is zich bewust dat ze niet bekwaam is en dat het gedrag niet effectef is.
 Fase 3 Bewust bekwaam
De leerling past nieuw aangeleerd gedrag of vaardigheden bewust toe.
 Fase 4 Onbewust bekwaam
Het gedrag en handelingen gaan automatsch en worden goed uitgevoerd

20. Welke stjlen van coaching ken je?

Instruerend coachen: kenmerk het door geven van opdrachten en het laten zien van
voorbeeldgedrag, verwachtngen uitspreken. Leerling kopieert gedrag van werkbegeleider.
Bijv. leren van nieuwe vaardigheden, uitvoeren van onbekende taken of onbewust
onbekwaam.

Ontwikkelingsgericht coachen: duidelijk sprake van tweerichtngsverkeer, WB geef
informate en uitleg over de uit te voeren taken, maar inventariseert ook de vragen en
opmerkingen van de leerling. WB geef feedback op de geleerde vaardigheden en kennis en
op de ontwikkeling van het leerproces.
Bijv. leerlingen die al praktjkervaring hebben, leerlingen die op school al een vaardigheid
geoefend hebben, leerlingen die bewust onbekwaam zijn.

Ondersteunend coachen: binnen deze stjl helpt de werkbegeleider de leerling bij het
vormen van een eigen leertraject en bij het creëren van inzicht in de eigen problemen binnen
de nieuwe taken. Centraal in deze stjl staat het leerproces van de leerling. De