Waarnemingspsychologie:
Psychologie= de wetenschap die het gedrag van individuen bestudeert.
Sociologie= kijkt naar gedrag van groepen mensen.
- Sociale psychologie: gedrag van individu in een groep
Menswetenschappen: houden zich allemaal bezig met menselijk gedrag. Waarneembaar gedrag &
denkprocessen die hieraan ten grondslag liggen.
Hoe kijken we naar de wereld? Het beeld komt binnen via het netvlies en gaat van daaruit naar de
hersenen. > interferentie van hersenen: de hersenen geven betekenis aan datgene wat wordt
waargenomen.
- Hierdoor kunnen 2 mensen die naar hetzelfde kijken 2 verschillende dingen zien. > Necker
kubus: 2 opties van het voorvlak.
o Testen van je campagne > mensen zien niet altijd hetzelfde. Daarom testen om te
kijken hoe het overkomt. Zien de wereld anders, dus jouw reclame bijvoorbeeld ook.
- Er is context nodig voor het interpreteren van wat we zien > hersenen zijn hier voor een
groot deel verantwoordelijk voor.
- Basis van de waarneming bij zintuigen. Vormen indruk van de omgeving. Via onze zintuigen
nemen de we empirische (=gebaseerd op de waarneming) werkelijkheid waar.
Filosofische basisprincipes:
- Aristoteles: ‘de geest is een onbeschreven blad’ (tabula rasa). Alles wat we weten is
aangeleerd door ervaringen die we opdoen via de zintuigen.
o Als kind leren we lopen, zitten praten en waarnemen. Zonder leren zouden we niet
in staat zijn om vormen waar te nemen.
o Kind altijd blind geweest, kubus en bal weet hij hoe het voelt > nu niet meer blind,
weet hij welke welke is? Nee. Je kent het woord, maar je weet niet hoe het eruit
ziet.
- Plato & Socrates: tegengesteld aan Aristoteles. ‘de zintuigen staan de eigenlijke waarneming
in de weg’. Nature v/s Nurture.
o Mc-Gurk-effect: door verandering van het visuele past je brein de audio ook aan.
o Priming: hoe vaker je iets ziet, hoe leuker je het vindt, hoe positiever jouw houding
er naar wordt > ken je een Yanny persoonlijk (in goede zin), dan zal je eerder Yanny
horen.
Oudere mensen horen sneller Laurel door de toonhoogte.
- Kant: er zijn 2 werelden
o Noumenale wereld: de wereld zoals deze in werkelijkheid is (maar blijft verborgen),
objectief.
o Fenomenale wereld: de wereld zoals deze in ons bewustzijn wordt waargenomen.
Doordat je hersenen aannames maken. Is altijd subjectief.
, - Hume: mensen zijn geneigd om ideeën met elkaar te associëren. Als 2 waarnemingen
gelijktijdig optreden dan wordt de associatie hierbij versterkt (associatiefilosofie) hierdoor
kunnen we de wereld leren kennen, want dingen horen bij elkaar.
o Donkere wolken & bliksem -> oorzaak & gevolg besef.
o Rondje met grote ballen & rondje met kleine ballen: rondjes zijn even groot, in onze
hersenen logisch dat die bolletjes bij elkaar horen.
Gestalttheorie:
Waarneming vindt direct plaats. De omgeving wordt in gehelen waargenomen. De omgeving is meer
dan de som der delen (1+1 > 2). De ordening van de waarneming.
- De relaties die bestaan in de omgeving in tijd & ruimte zijn zo dat onze hersenen die direct
oppikken.
- Daarom is de wereld logisch & logisch te ordenen
- Aha erlevenis: als je weet waar je naar moet zoeken ga je het sneller zien. Baby ziet alleen
vlekken, wij gaan verbanden leggen & associëren van dingen die bij elkaar horen.
o Hersenen gaan door het geheugen scannen. Doordat ze weten waar ze naar zoeken,
gaat de scan sneller dus zien we het sneller.
4 wetten binnen de Gestalttheorie: (zijn er meer)
1. De wet van nabijheid: dingen die dichter bij elkaar staan horen bij elkaar
2. De wet van gelijkheid: dingen die er hetzelfde uitzien horen bij elkaar
3. De wet van goede voortzetting: trekken lijnen onbewust door. (laten ook het liefst vloeiend
lopen, lijnen met hoeken zijn niet logisch)
4. De wet van aanvulling: ontbrekende delen worden door de hersenen zelf aangevuld (de 3
pac-mans die een driehoek vormen)
Ruzie tussen je netvlies en je hersenen: zwarte vlak met grijze lijnen en witte bolletjes > hersenen
willen het effen maken, netvlies ziet dat dat niet kan.
Onze hersenen zijn geprimed om bewegingen snel te herkennen; plaatje beweegt eigenlijk niet. (phi
fenomeen: zien vaak beweging wanneer deze er niet is)
Aannames Ames Room:
- Mensen veranderen niet van vorm
- Ruimtes zijn recht en parallel -> sterker, dus als mensen op een niet rechte ruimte lopen lijkt
het alsof ze van vorm veranderen
- Kikvorsperspectief (vanuit heel laag gefilmd; lijkt heel groot) vs vogelperspectief (vanuit
heel hoog gefilmd; lijkt heel klein)