Samenvatting Theories and Practices of Development
1. Introductie: wat bedoelen we met ontwikkeling?
In september 2000 zijn de Milleniumdoelen aangenomen, hierdoor lijkt het alsof ontwikkeling een makkelijk te definiëren begrip
is.
Moderniteit
Ontwikkeling wordt vaak gelinkt aan moderniteit → gebruikt om vormen van economie en samenleving te beschrijven, op basis
van Westerse ervaringen.
Moderniteit als economisch begrip: industrialisatie, urbanisatie, stijgend gebruik van technologie.
Verlichting: groeiend belang om de wereld vanuit rationale en wetenschappelijke benaderingen te begrijpen.
Eerdere benaderingen: religieus
Ontwikkeling als een economisch proces
Meten van ontwikkeling met GNI: Gross National Income per capita
Gross Domestic Product: alles wat geproduceerd is in een land
Gross National Product: GDP + inkomsten uit het buitenland
Welvaart om ontwikkeling te meten
Menselijke ontwikkeling
GNI en GNP nog steeds gebruikt, maar in samenwerking met andere indicatoren
Human Development Index → opgesteld door United Nations Development Program
Het belang van schaal
Ontwikkeling → een aantal ruimtelijke schalen: individueel, regionaal, nationaal, enz.
Definitie van ontwikkeling verschilt per schaal
Ongelijkheden kunnen zichtbaar worden
Gini coëfficiënt → meten van ongelijkheid binnen een land
Sociale ongelijkheden zijn ook belangrijk
Omgaan met sociale diversiteit is belangrijk voor ontwikkeling
Het meten van ontwikkeling
Ontwikkeling is moeilijk te meten door:
Verschillende definities
Vergelijkbaarheid
Bijna altijd kwantitief → gevoel en ervaringen van mensen worden niet meegenomen
Ook armoede is moeilijk te meten → Human Poverty Index, Multidimensional Poverty Index
Terminologie
Wereld kan verdeeld worden in niveau's van ontwikkeling
Global North: Europa, Japan, Australië, Nieuw-Zeeland, Verenigde Staten en Canada
Global South: Africa, Azië, Latijns-Amerika, de Cariben en de Pacific
More Economically Developed Countries (MEDCs)
Less Economically Developed Countries (LEDCs)
Politiek: Majority World en Minority World
Eurocentrisme → aanname dat alleen Europese of Westerse gedachtes belangrijk zijn
Kolonialisme
Discussie over belang van koloniën in relatie tot ontwikkeling
◦ Europees kolonialisme zorgde voor meer relaties in verschillende delen van de wereld
◦ Natuur van machtsrelaties → expansie van Europese politieke, economische en sociale macht
◦ Koloniale ervaringen verschilden over de hele wereld
Vaak zien als gedomineerd door Europa → Spanje en Portugal (1492), later Nederland en Engeland
Achttiende eeuw: koloniën werden belangrijker door industriële expansie
◦ Spanje en Portugal verloren koloniale macht → dekolonisatie Latijns-Amerika
◦ Na Tweede Wereldoorlog: verdere dekolonisatie → weinig autonomie, door afhankelijkheid van buitenlandse
contacten
Gedacht dat het Westen beter was
Actoren in ontwikkeling
Actor Activiteiten
, Individueel Afhankelijk van inkomen, klasse, geslacht, etniciteit, leeftijd en
andere sociale variabelen zijn van invloed op agency
Huishouden Group mensen die samen leven en uitgaven delen; niet altijd
leden van dezelfde familie; kunnen opereren als een eenheid
om ervoor de zorgen dat elk lid in zijn basisbehoeften kan
voorzien
Gemeenschap Groep mensen met gedeelde interesses op sommige
gebieden; vaak gebaseerd op gezamenlijke woonplaats, zoals
een dorp of stad, maar kan ook verwijzne naar een
gemeenschap gebaseer op sociale identiteit
Overheid Werkt op verschillendes schalen, van lokaal en gemeentelijk
tot nationaal; belangrijk voor het plaatsen van een economisch
frame; kan interventionistisch zijn of een rol spelen in de
regelgeving voor ontwikkeling
NGO's Organisaties die niet gerund worden door de staat en niet uit
zijn op winst; kunnen lokale gemeenschappen helpen om
projecten op te zetten, inkomensverwervingen creëren, of
sociale relaties verbeteren; kunnen kleine organisaties zijn,
maar ook wereldwijde organisaties zoals Oxfam
Private bedrijven Vertegenwoordigers van de markt; kunnen kleine of grote
ondernemingen zijn
Multilaterale organisaties Kunnen een mondiale agenda maken voor economische
politiek; wereldwijde vrede promoten; belangrijk bronnen van
hulp en technische assistentie verlenen. Voorbeelden:
Verenigde Naties, Wereldbank
Aanpak van ontwikkeling
Decennium Aanpak van ontwikkeling
1950s Modernisatie theorieën: alle landen moeten het Europese
model volgen
Structuralistische theorieën: Zuidelijke landen moeten
interactie met de wereldeconomie limiteren om te kunnen
groeien.
1960s Modernisatie theorieën
Afhankelijkheidstheorieën: Zuidelijke landen zijn arm door de
exploitatie van Noordelijke landen
1970s Afhankelijkheidstheorieën
Basisbehoeften benaderingen: focus van de regering en
hulpinstanties op het voorzien in de basisbehoeften van de
armste mensen.
Neo-Malthusiaanse theorieën: economische groei en
bevolkingsgroei moet gecontroleerd worden, om een
economische en ecologische ramp te voorkomen.
Vrouwen en ontwikkeling: erkenning dat ontwikkeling niet
dezelfde effecten heeft voor mannen en vrouwen.
1980s Neoliberalisme: focus op de markt. Overheden moeten zich
terugtrekken uit directe economische activiteiten.
Grassroots benadering: belang van het besef van de lokale
context en inheemse kennis.
Duurzame ontwikkeling: Behoeften van de huidige generatie
bekijken tegenover het milieu en andere problemen van de
toekomstige bevolking.
Gender en ontwikkeling: Groter bewustzijn van hoe gender is
betrokken bij ontwikkeling.
1990s Neoliberalisme
Post-ontwikkeling: ideeën over ontwikkeling
1. Introductie: wat bedoelen we met ontwikkeling?
In september 2000 zijn de Milleniumdoelen aangenomen, hierdoor lijkt het alsof ontwikkeling een makkelijk te definiëren begrip
is.
Moderniteit
Ontwikkeling wordt vaak gelinkt aan moderniteit → gebruikt om vormen van economie en samenleving te beschrijven, op basis
van Westerse ervaringen.
Moderniteit als economisch begrip: industrialisatie, urbanisatie, stijgend gebruik van technologie.
Verlichting: groeiend belang om de wereld vanuit rationale en wetenschappelijke benaderingen te begrijpen.
Eerdere benaderingen: religieus
Ontwikkeling als een economisch proces
Meten van ontwikkeling met GNI: Gross National Income per capita
Gross Domestic Product: alles wat geproduceerd is in een land
Gross National Product: GDP + inkomsten uit het buitenland
Welvaart om ontwikkeling te meten
Menselijke ontwikkeling
GNI en GNP nog steeds gebruikt, maar in samenwerking met andere indicatoren
Human Development Index → opgesteld door United Nations Development Program
Het belang van schaal
Ontwikkeling → een aantal ruimtelijke schalen: individueel, regionaal, nationaal, enz.
Definitie van ontwikkeling verschilt per schaal
Ongelijkheden kunnen zichtbaar worden
Gini coëfficiënt → meten van ongelijkheid binnen een land
Sociale ongelijkheden zijn ook belangrijk
Omgaan met sociale diversiteit is belangrijk voor ontwikkeling
Het meten van ontwikkeling
Ontwikkeling is moeilijk te meten door:
Verschillende definities
Vergelijkbaarheid
Bijna altijd kwantitief → gevoel en ervaringen van mensen worden niet meegenomen
Ook armoede is moeilijk te meten → Human Poverty Index, Multidimensional Poverty Index
Terminologie
Wereld kan verdeeld worden in niveau's van ontwikkeling
Global North: Europa, Japan, Australië, Nieuw-Zeeland, Verenigde Staten en Canada
Global South: Africa, Azië, Latijns-Amerika, de Cariben en de Pacific
More Economically Developed Countries (MEDCs)
Less Economically Developed Countries (LEDCs)
Politiek: Majority World en Minority World
Eurocentrisme → aanname dat alleen Europese of Westerse gedachtes belangrijk zijn
Kolonialisme
Discussie over belang van koloniën in relatie tot ontwikkeling
◦ Europees kolonialisme zorgde voor meer relaties in verschillende delen van de wereld
◦ Natuur van machtsrelaties → expansie van Europese politieke, economische en sociale macht
◦ Koloniale ervaringen verschilden over de hele wereld
Vaak zien als gedomineerd door Europa → Spanje en Portugal (1492), later Nederland en Engeland
Achttiende eeuw: koloniën werden belangrijker door industriële expansie
◦ Spanje en Portugal verloren koloniale macht → dekolonisatie Latijns-Amerika
◦ Na Tweede Wereldoorlog: verdere dekolonisatie → weinig autonomie, door afhankelijkheid van buitenlandse
contacten
Gedacht dat het Westen beter was
Actoren in ontwikkeling
Actor Activiteiten
, Individueel Afhankelijk van inkomen, klasse, geslacht, etniciteit, leeftijd en
andere sociale variabelen zijn van invloed op agency
Huishouden Group mensen die samen leven en uitgaven delen; niet altijd
leden van dezelfde familie; kunnen opereren als een eenheid
om ervoor de zorgen dat elk lid in zijn basisbehoeften kan
voorzien
Gemeenschap Groep mensen met gedeelde interesses op sommige
gebieden; vaak gebaseerd op gezamenlijke woonplaats, zoals
een dorp of stad, maar kan ook verwijzne naar een
gemeenschap gebaseer op sociale identiteit
Overheid Werkt op verschillendes schalen, van lokaal en gemeentelijk
tot nationaal; belangrijk voor het plaatsen van een economisch
frame; kan interventionistisch zijn of een rol spelen in de
regelgeving voor ontwikkeling
NGO's Organisaties die niet gerund worden door de staat en niet uit
zijn op winst; kunnen lokale gemeenschappen helpen om
projecten op te zetten, inkomensverwervingen creëren, of
sociale relaties verbeteren; kunnen kleine organisaties zijn,
maar ook wereldwijde organisaties zoals Oxfam
Private bedrijven Vertegenwoordigers van de markt; kunnen kleine of grote
ondernemingen zijn
Multilaterale organisaties Kunnen een mondiale agenda maken voor economische
politiek; wereldwijde vrede promoten; belangrijk bronnen van
hulp en technische assistentie verlenen. Voorbeelden:
Verenigde Naties, Wereldbank
Aanpak van ontwikkeling
Decennium Aanpak van ontwikkeling
1950s Modernisatie theorieën: alle landen moeten het Europese
model volgen
Structuralistische theorieën: Zuidelijke landen moeten
interactie met de wereldeconomie limiteren om te kunnen
groeien.
1960s Modernisatie theorieën
Afhankelijkheidstheorieën: Zuidelijke landen zijn arm door de
exploitatie van Noordelijke landen
1970s Afhankelijkheidstheorieën
Basisbehoeften benaderingen: focus van de regering en
hulpinstanties op het voorzien in de basisbehoeften van de
armste mensen.
Neo-Malthusiaanse theorieën: economische groei en
bevolkingsgroei moet gecontroleerd worden, om een
economische en ecologische ramp te voorkomen.
Vrouwen en ontwikkeling: erkenning dat ontwikkeling niet
dezelfde effecten heeft voor mannen en vrouwen.
1980s Neoliberalisme: focus op de markt. Overheden moeten zich
terugtrekken uit directe economische activiteiten.
Grassroots benadering: belang van het besef van de lokale
context en inheemse kennis.
Duurzame ontwikkeling: Behoeften van de huidige generatie
bekijken tegenover het milieu en andere problemen van de
toekomstige bevolking.
Gender en ontwikkeling: Groter bewustzijn van hoe gender is
betrokken bij ontwikkeling.
1990s Neoliberalisme
Post-ontwikkeling: ideeën over ontwikkeling
