Samenvatting Taal en Theorie 2
College 1
Descriptieve grammatica : beschrijven, inventariseren en systematseren van taalgebruik en regels.
Geen waardeoordeel, maar waarnemingen.
Prescriptieve grammatica (normatief): voorschrifennregels voor een juist taalgebruik
(Standaardnederlands)
College 2
Hoe breid je je woordenschat uit?
Ontlening (goal, keeper)
Urschöpfung: een woord bedenken uit het niets (Bijvoorbeeld: epibreren)
Betekenisverandering (Bijvoorbeeld: vet)
Woordvorming (Bijvoorbeeld: afeidingen oals het woord incompetent. Samenstellingen
oals het woord rug ak)
Leenwoord: woord ontleend aan een andere taal en soms niet meer als odanig herkend
(voorbeelden: bureau, kelder)
Eenmalige ontlening/neologisme (Bijvoorbeeld: ramptoerisme)
Leenvertaling/Barbarisme: overgenomen leenwoorden die in strijd ijn met de regels van de taal,
vaak te leterlijk vertaald
Soorten leenvertalingen/barbarisme:
Germanisme middels i.p.v. door middel van
Anglicisme: sale i.p.v. uitverkoop
Gallicisme: duur kosten i.p.v. duur ijnnveel kosten
Frisisme
Leensamenstelling: samenstelling van een leenwoord + woord (laptoptas)
Codewisseling: term voor een vorm van taalmenging, waarbij gesprekspartners schijnbaar
willekeurig van de ene op de andere taal overschakelen.
Interferentie: Het ten onrechte toepassen van bepaalde regels op een taal die bij een andere taal
horen. Bijvoorbeeld: I went yesterday to the pool. i.p.v. Yesterday I went to the pool.
Morfeem: kleinst betekenis dragende element.
Geleed morfeem: woord met meerdere delen. Voorbeeld: onjuistheid
Ongeleed morfeem: woord heef maar één deel vrije morfeem. Voorbeeld: juist
Ongemotiveerd morfeem = arbitrair: Je kunt niet opmaken wat het betekent. Willekeurig. (stoel)
Gemotiveerd morfeem: Je kunt wel opmaken wat het betekent. Voorbeeld: onomatopee(piep,
kwaak) maakt echt dat geluid. Samenstelling is ook een gemotveerd morfeem. Voorbeeld: rug ak
Synoniem voor afeiding = defvatie
Soorten aff:
Preff: een aff aan het begin van een woord. Bijvoorbeeld on- van onjuist
Suff: een aff aan het eind van een woord. Bijvoorbeeld 8heid van juistheid
Inff: een aff in het midden van een woord. Bijvoorbeeld 8fucking in het woord fan-fucking-tasitc
Een samenstelling is rechtshoofdig. De kern van het woord it aan de rechterkant.
Dit is compositioneel
, Bindfoneem: verbindingsklank. De 8s en 8en . Voorbeelden: honger s noodn paard en bloem
Analogie: het elfde als. Veel woorden worden op de elfde manier gevormd
Voorbeelden: Spreken-spreker, appen- apper
Transitieve werkwoorden/overgankelikke werkwoorden: werkwoorden waar een lijdend voorwerp
in moet. Bijvoorbeeld: geven(wat geef je), maken(wat maak je?)
Intransitieve werkwoorden/onovergankelikke werkwoorden: werkwoorden onder LV
Pseudo-transitieve werkwoorden: werkwoorden met en onder LV. Voorbeeld: Roken (wat rook je?)
PRODUCTIVITEIT: een woordvormingsproces dat vaak voorkomt
Voorbeelden: In- en 8baar ijn bijvoorbeeld producteve affen
SAMENSTELIING met Nomen, Verbum, Adjectvum
N+N
A+N
V+N
N+A
IMPLICIETE TRANSPOSITIE/CONVERSIE: vorm van het woord blijf het elfde, maar de woordsoort
verandert
Adk wit V ik wit de muur.
N fiets V Ik fiets.
SPLINTERS: woord- of morfeemdelen die een nieuw woord vormen
Voorbeeld: Digi + beet
AFKAPPINGEN: lesbo, doc,
ACRONIEMEN (leterwoorden): HEMA, mavo, VPRO, ANWB
Scheidbaar samengestelde ww
Voorbeelden: Opbellen, ingrijpen, uitstappen
Niet scheidbaar samengestelde ww
Voorbeelden: Ondervragen, mislukken, achtervolgen
Input (basiswoord) en Output (resultaat van woordvormingsproces)
Input juist, output onjuist
College 3
Elke taal deelt de wereld in andere concepten in.
Daardoor ien sprekers van verschillende talen de wereld ook verschillend.
De Sapir-Whorfypothese: stelt dat de specifieke taal die we spreken invloed heef op de manier
waarop we denken over de werkelijkheid.
Semiotische driehoek:
College 1
Descriptieve grammatica : beschrijven, inventariseren en systematseren van taalgebruik en regels.
Geen waardeoordeel, maar waarnemingen.
Prescriptieve grammatica (normatief): voorschrifennregels voor een juist taalgebruik
(Standaardnederlands)
College 2
Hoe breid je je woordenschat uit?
Ontlening (goal, keeper)
Urschöpfung: een woord bedenken uit het niets (Bijvoorbeeld: epibreren)
Betekenisverandering (Bijvoorbeeld: vet)
Woordvorming (Bijvoorbeeld: afeidingen oals het woord incompetent. Samenstellingen
oals het woord rug ak)
Leenwoord: woord ontleend aan een andere taal en soms niet meer als odanig herkend
(voorbeelden: bureau, kelder)
Eenmalige ontlening/neologisme (Bijvoorbeeld: ramptoerisme)
Leenvertaling/Barbarisme: overgenomen leenwoorden die in strijd ijn met de regels van de taal,
vaak te leterlijk vertaald
Soorten leenvertalingen/barbarisme:
Germanisme middels i.p.v. door middel van
Anglicisme: sale i.p.v. uitverkoop
Gallicisme: duur kosten i.p.v. duur ijnnveel kosten
Frisisme
Leensamenstelling: samenstelling van een leenwoord + woord (laptoptas)
Codewisseling: term voor een vorm van taalmenging, waarbij gesprekspartners schijnbaar
willekeurig van de ene op de andere taal overschakelen.
Interferentie: Het ten onrechte toepassen van bepaalde regels op een taal die bij een andere taal
horen. Bijvoorbeeld: I went yesterday to the pool. i.p.v. Yesterday I went to the pool.
Morfeem: kleinst betekenis dragende element.
Geleed morfeem: woord met meerdere delen. Voorbeeld: onjuistheid
Ongeleed morfeem: woord heef maar één deel vrije morfeem. Voorbeeld: juist
Ongemotiveerd morfeem = arbitrair: Je kunt niet opmaken wat het betekent. Willekeurig. (stoel)
Gemotiveerd morfeem: Je kunt wel opmaken wat het betekent. Voorbeeld: onomatopee(piep,
kwaak) maakt echt dat geluid. Samenstelling is ook een gemotveerd morfeem. Voorbeeld: rug ak
Synoniem voor afeiding = defvatie
Soorten aff:
Preff: een aff aan het begin van een woord. Bijvoorbeeld on- van onjuist
Suff: een aff aan het eind van een woord. Bijvoorbeeld 8heid van juistheid
Inff: een aff in het midden van een woord. Bijvoorbeeld 8fucking in het woord fan-fucking-tasitc
Een samenstelling is rechtshoofdig. De kern van het woord it aan de rechterkant.
Dit is compositioneel
, Bindfoneem: verbindingsklank. De 8s en 8en . Voorbeelden: honger s noodn paard en bloem
Analogie: het elfde als. Veel woorden worden op de elfde manier gevormd
Voorbeelden: Spreken-spreker, appen- apper
Transitieve werkwoorden/overgankelikke werkwoorden: werkwoorden waar een lijdend voorwerp
in moet. Bijvoorbeeld: geven(wat geef je), maken(wat maak je?)
Intransitieve werkwoorden/onovergankelikke werkwoorden: werkwoorden onder LV
Pseudo-transitieve werkwoorden: werkwoorden met en onder LV. Voorbeeld: Roken (wat rook je?)
PRODUCTIVITEIT: een woordvormingsproces dat vaak voorkomt
Voorbeelden: In- en 8baar ijn bijvoorbeeld producteve affen
SAMENSTELIING met Nomen, Verbum, Adjectvum
N+N
A+N
V+N
N+A
IMPLICIETE TRANSPOSITIE/CONVERSIE: vorm van het woord blijf het elfde, maar de woordsoort
verandert
Adk wit V ik wit de muur.
N fiets V Ik fiets.
SPLINTERS: woord- of morfeemdelen die een nieuw woord vormen
Voorbeeld: Digi + beet
AFKAPPINGEN: lesbo, doc,
ACRONIEMEN (leterwoorden): HEMA, mavo, VPRO, ANWB
Scheidbaar samengestelde ww
Voorbeelden: Opbellen, ingrijpen, uitstappen
Niet scheidbaar samengestelde ww
Voorbeelden: Ondervragen, mislukken, achtervolgen
Input (basiswoord) en Output (resultaat van woordvormingsproces)
Input juist, output onjuist
College 3
Elke taal deelt de wereld in andere concepten in.
Daardoor ien sprekers van verschillende talen de wereld ook verschillend.
De Sapir-Whorfypothese: stelt dat de specifieke taal die we spreken invloed heef op de manier
waarop we denken over de werkelijkheid.
Semiotische driehoek: