Samenvatting onderzoek & analyse, ORM P3. Avans
Hogeschool.
Je begrijpt de basisprincipes met betrekking tot het maken en uitvoeren van een
enquête, zodanig dat je aan het eind van de les een goede start hebt gemaakt
met je enquête.
Herhaling:
Vraagtypes :
,Single Respons vraag: herken je aan een cirkeltje voor het antwoord.
(Dichotome vraag = keuze uit twee opties)
Multiple Respons vraag : herken je aan een vierkantje voor het
antwoord. (meerdere antwoorden mogelijk.
(De waarde van je onderzoeksresultaten worden groter als je iemand maar 3 antwoorden
laat aanvinken)
Semantische differentiaal: Een vraag waarbij de respondent op een
schaal aangeeft in hoeverre hij/zij het eens is met imago- of
tevredenheidsaspecten die tegengesteld zijn aan elkaar.
Voorbeeld: (5-punts Osgood)
(Per aspect geeft de respondent zijn beoordeling, waarbij de uiteinden zijn
voorzien van tegengestelde uitspraken.)
Voorbeeld: (7-punts Osgood)
,Rangorde vraag: Vraag waarbij de respondent de volgorde van
belangrijkheid (per aspect) kan aangeven.
Voorbeeld:
Je hebt hier dan 4 verschillende vragen (variabelen), namelijk merk (1, 2, 3 of 4), prijs (1,
2, 3 of 4), kwaliteit (1, 2, 3 of 4) en technische mogelijkheden (1, 2, 3 of 4)
Likert Schaal: Een vraag die meet in hoeverre respondenten het eens
zijn met een aantal stellingen.
Voorbeeld:
Een vraag die lijkt op de Osgood schaal. Ook hier is zowel een 5-puntsschaal als 7-
puntsschaal mogelijk, waarbij de 5-puntsschaal het meest standaard is.
Waar op letten bij vragen opstellen:
, - Vermijd 2 vragen in 1.
- Vermijd sturende vragen.
- Vermijd vragen die verschillend geïnterpreteerd kan worden.
- Voorkom vragen met dubbele onthekking.
- Ben concreet en duidelijk.
- Hanteer altijd dezelfde antwoordschalen.
- Zorg voor evenveel positieve als negatieve antwoord
Voorbeelden:
Logica, routing en filtervragen:
Logica: Zorg ervoor dat de vragen in logische volgorde worden gesteld.
- Vragen met hetzelfde onderwerp bij elkaar
- Van algemeen naar specifiek en van makkelijk naar complex.
stel vragen over demografische variabelen aan het einde, zodat de respondent niet al te
veel drempels ervaart om ook het einde van de vragenlijst in te vullen. (M.u.v.
filtervragen)
Routing: Dienen alle respondenten dezelfde vragen te krijgen?
- Indien dat niet het geval is, kun je de vragenlijst zo opstellen dat er
een skip plaatsvindt, op basis van een gegeven antwoord met als
doel dat een respondent een bepaalde vraag overslaat.
Filtervragen: Dient je onderzoek door een specifieke doelgroep te
worden ingevuld? Zorg voor filtervragen.
Voorbeeld:
Hogeschool.
Je begrijpt de basisprincipes met betrekking tot het maken en uitvoeren van een
enquête, zodanig dat je aan het eind van de les een goede start hebt gemaakt
met je enquête.
Herhaling:
Vraagtypes :
,Single Respons vraag: herken je aan een cirkeltje voor het antwoord.
(Dichotome vraag = keuze uit twee opties)
Multiple Respons vraag : herken je aan een vierkantje voor het
antwoord. (meerdere antwoorden mogelijk.
(De waarde van je onderzoeksresultaten worden groter als je iemand maar 3 antwoorden
laat aanvinken)
Semantische differentiaal: Een vraag waarbij de respondent op een
schaal aangeeft in hoeverre hij/zij het eens is met imago- of
tevredenheidsaspecten die tegengesteld zijn aan elkaar.
Voorbeeld: (5-punts Osgood)
(Per aspect geeft de respondent zijn beoordeling, waarbij de uiteinden zijn
voorzien van tegengestelde uitspraken.)
Voorbeeld: (7-punts Osgood)
,Rangorde vraag: Vraag waarbij de respondent de volgorde van
belangrijkheid (per aspect) kan aangeven.
Voorbeeld:
Je hebt hier dan 4 verschillende vragen (variabelen), namelijk merk (1, 2, 3 of 4), prijs (1,
2, 3 of 4), kwaliteit (1, 2, 3 of 4) en technische mogelijkheden (1, 2, 3 of 4)
Likert Schaal: Een vraag die meet in hoeverre respondenten het eens
zijn met een aantal stellingen.
Voorbeeld:
Een vraag die lijkt op de Osgood schaal. Ook hier is zowel een 5-puntsschaal als 7-
puntsschaal mogelijk, waarbij de 5-puntsschaal het meest standaard is.
Waar op letten bij vragen opstellen:
, - Vermijd 2 vragen in 1.
- Vermijd sturende vragen.
- Vermijd vragen die verschillend geïnterpreteerd kan worden.
- Voorkom vragen met dubbele onthekking.
- Ben concreet en duidelijk.
- Hanteer altijd dezelfde antwoordschalen.
- Zorg voor evenveel positieve als negatieve antwoord
Voorbeelden:
Logica, routing en filtervragen:
Logica: Zorg ervoor dat de vragen in logische volgorde worden gesteld.
- Vragen met hetzelfde onderwerp bij elkaar
- Van algemeen naar specifiek en van makkelijk naar complex.
stel vragen over demografische variabelen aan het einde, zodat de respondent niet al te
veel drempels ervaart om ook het einde van de vragenlijst in te vullen. (M.u.v.
filtervragen)
Routing: Dienen alle respondenten dezelfde vragen te krijgen?
- Indien dat niet het geval is, kun je de vragenlijst zo opstellen dat er
een skip plaatsvindt, op basis van een gegeven antwoord met als
doel dat een respondent een bepaalde vraag overslaat.
Filtervragen: Dient je onderzoek door een specifieke doelgroep te
worden ingevuld? Zorg voor filtervragen.
Voorbeeld:
