100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Basisboek Methoden en Technieken

Beoordeling
-
Verkocht
2
Pagina's
19
Geüpload op
22-10-2018
Geschreven in
2017/2018

Samenvatting van het HELE boek Basisboek Methoden en Technieken voor het vak Methoden en Technieken (AOLB2)











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Ja
Geüpload op
22 oktober 2018
Aantal pagina's
19
Geschreven in
2017/2018
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

H0: Wat is onderzoek?

0.1 Wat is onderzoeken
Er valt iets op (waarneming)  je ontwikkelt een idee (theorie)  je toets dat idee (onderzoek)
Onderzoek moet antwoord geven op vragen, door het verzamelen van kennis. Taak van de
onderzoeker is niet om het probleem op te lossen, maar om inzicht te verkrijgen met informate.
Vragen stellen wordt niet altjd gewaardeerd: alternatve facts.
Normateve vragen: rechtvaardig, goede, beste / esthetsche vragen: mooi (waarden/normen)
Normateve en esthetsche vragen zijn niet te beantwoorden. (vb: mooi, rechtvaardig, het beste)
Naïeve kennis

0.2 Wat is het verschil tussen naïeve en wetenschappelijke kennis?
Niet alle kennis is gebaseerdop onderzoek  naïeve kennis. Gebaseerd op: gewoontes (het is altjd al
zo), wishful thinking (mensen willen graag gelijk hebben  placebo’s), meningen van autoriteiten,
ideologie (levensopvatngen), intuïte (versus rato).
Traditonele westerse wetenschappelijke kennis is gebaseerd op empirisme en ratonaliteit

0.3 Wat is wetenschappelijk verantwoord onderzoek?
Fundamenteel onderzoek: onderzoek dat ten behoeve van de wetenschap wordt uitgevoerd
Toegepast onderzoek: onderzoek dat ten behoeve van de praktjk wordt uitgevoerd. Gericht op
helpen oplossen van praktsche problemen (wel op wetenschappelijke wijze)
Grens is inmiddels niet meer zo duidelijk: fundamenteel onderzoek kan bijv. erg praktsch zijn.

Verantwoord wetenschappelijk onderzoek:
1. Replicateeeis: bevinding is
niet afankelijk van de
onderzoeker: andere
onderzoekers moeten hetzelfde
kunnen vinden  eerlijk en
controleerbaar
e Rol (on)bewuste
beïnvloeding: vooral bij
toegepast onderzoek
(belangen van
opdrachtgever in strijd
met resultaten van
onderzoek)
e Rol toeval: in termen
van waarschijnlijkheid,
resultaten vallen anders
uit bij herhaling
2. Publicateeeis: onderzoek
moet gepubliceerd worden in
rapport, artkel of boek
3. Systematsch: het volgt de
wetenschappelijke cyclus (empirische cyclus)


0.6 Wat is empirisch kwanttatei onderzoek?
Positvisme: achterliggende ilosoie die zich op de waarneembare feiten baseert  empirisch,
kwalitatef onderzoek. aaar: sociale constructen gecompliceerde begrippen als gezag, motvate etc.


1

,Ecologische validiteit: geldigheid van onderzoeksresultaten in de dagelijkse levenssituate
Realisme: onderzoek in realelife situates, grote ecologische validiteit (verdeeld qua soort onderzoek)




H1: Wat zijn mijn onderzoeksprobleem, doelstelling en onderzoeksvraag?

1.1 Wat is mijn probleemstelling?
Probleemstelling = vaak vormt een praktsch probleem de aanleiding voor onderzoek: vage, globale
weergave van het probleem. Afomstg van opdrachtgever, politek, overheid etc.
Bij toegepast onderzoek: vrijwel altjd praktsch probleem als aanleiding. De onderzoekers lossen de
praktjkproblemen niet zelf op, maar leveren kennis om daarbij te helpen.
Belangrijk: het doel, de mogelijke consequentes, de rol van onderzoeker (informate)
Aantal zaken moeten worden vastgesteld:
1) Wat is het probleem?  Onderzoeksvraag
Geen managemente, beleidse of normateve vragen. Normateve vragen: vragen die je niet
met onderzoek kunt oplossen. Bijv. Wat is de beste? Volgende stap: Wat is er voor kennis
nodig voor beantwoording van de vraag. Volgende stap: voor jezelf bepalen of je mee wilt
werken aan de oplossing van het probleem (ethiek?)
2) Hoe groot is het probleem? Is het de moeite en kosten waard om een nieuw onderzoek te
starten?  Literatuuronderzoek: kijken naar vorige onderzoeken. Vertrouwen in een
positeve bijdrage van het onderzoek? (soms kan het niet)
3) Wat is de aanleiding? Belangrijk om af te spreken aan wie je verantwoordelijkheid af moet
leggen  wie is de opdrachtgever?
4) Voor wie is het een probleem? Voor wie heef het gevolgen? Wie zijn er allemaal bij
betrokken en wat is jouw rol als onderzoeker daarbij? Welke belangen heef iedere partj?
5) Wat zijn de gevolgen van het probleem? Grote gevolgen  grotere last op onderzoeker,
zeker als deze negatef zijn
6) Welk deel moet worden onderzocht en bij wie?
7) Wat moet het onderzoek opleveren?
Doelstelling: doel van het onderzoek.
Instrumenteel onderzoek: het ontwerpen en testen van instrumenten

1.2 Is er al iniormate aanwezig?
1.2.1 Is er bestaande informate?
Vraagstelling  Oriëntate  Is er al bestaande informate of zelfs onderzoek? Goede bron:
proefschrifen: volledig overzicht van stand van zaken op het terrein + referentelijsten.
Als tjdens het bronnenonderzoek blijkt dat er al relatef veel informate is, kun je de opdrachtgever
nogmaals de vraag voorleggen of het onderzoek gezien deze informate nog relevant is.


2

, 1.2.2 Wat is het nut van gebruik van bestaande informate?
1. Inzicht in kennis over thema (waar baseren anderen zich op?)
2. Wat voor opzet (methode) gebruiken anderen?
3. Hoe deiniëren anderen vergelijkbare kenmerken (variabelen)?

1.2.3 Hoe ga je op zoek naar informate?
1. Vertalen en deiniëren van onderzoeksbegrippen  (vak)woordenboeken, thesaurus (ofciële,
brede, smalle, verwante zoektermen). Descriptor: ofciële vaktermen die als labels aan publicates
worden gehangen. Keywords: minder gebonden aan ofciële zoektermen (meer, minder relevant)
2. Waar ga je zoeken? Zoekmachines met wetenschappelijke artkelen of met wetenschappelijke
boeken en rapporten. Voordeel Google Scholar: cited by, related artcles. Grijze publicates: bijv.
Rapporten van ministeries en overheidsinstantes (vaak goed overzicht)  GLIN (Picarta)
3. Wat is mijn zoekstrategie?
4. Hoe controleer je of je volledig bent geweest? aeest recente artkel: 8% van bronnen verwerkt.
Stappen: doel, begrippen, ofciële zoektermen, overzichtsliteratuur, recente literatuur,
vakgerelateerd zoeken met namen en zoektermen, relevante boeken, grijze literatuur

1.3 Wat is mijn onderzoeksvraag?
Informate die bij kan dragen aan oplossing van praktjkprobleem  onderzoeksvragen
Stappen: voorlopige onderzoeksvraag e sube of deelvragen – is het een vraag? – is het een gesloten
vraag? – alternateve formuleringen (smaller/breder) – deiniteve onderzoeksvraag
Kwanttatef onderzoek: bedoeld om zaken vast te stellen. Heef iets efect? (gesloten vraag)
Kwalitatef onderzoek: bedoeld om dingen te ontdekken (als het helpt, waarom zou het helpen?)

1.4 Wie oi wat zijn de onderzoekseenheden?
Eenheden: op wie heef de vraag betrekking? Over wie/wat wil je uitspraken doen? Groepen,
bedrijven, organisates, situates. Niet altjd gelijk aan respondenten! Kenmerken of eigenschappen:
ziekteverzuimpercentage.
Populate: verzameling van eenheden waar je uitspraak over wilt doen  steekproeven: selecte uit
de eenheden in de populate waarover je een uitspraak wilt doen.
Externe validiteit: in welke mate kun je de onderzoeksresultaten genereren naar de beoogde
populate?
Splitsingstechniek: breedste concept telkens splitsing (subpopulates?)

1.5 Wat zijn de kenmerken en wat is hun onderlinge relate?
Kenmerk: abstracte eigenschap van de eenheden in een steekproef (concept) (VB: geslacht/leefijd)
 wat ga je meten bij de onderzoekseenheden?
Variabele: kenmerken dat in meetbare termen is geformuleerd
Construct (Engels): ingewikkelde kenmerken als motvate of depressiviteit, aantrekkelijkheid)

1.6 Ethisch verantwoord onderzoek
Eisen betrefende de respondent:
1. Geen nadelen ondervinden (soms lastg in te schaten)
2. Op basis van vrijwilligheid: Informed consent: goedkeuring van de proefpersoon (passief of actef)
3. Juiste voorlichtng over doel en werkwijze onderzoek
4. Anonieme/vertrouwelijk verwerking gegevens

Eisen ten aanzien van de onderzoeker:
1. Eerlijk en wetenschappelijk verantwoorde methode (fraude)
2. Publicate: onderzoek is repliceerbaar (replicateeeis) en geen plagiaat



3

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
l09 Universiteit Leiden
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
15
Lid sinds
9 jaar
Aantal volgers
13
Documenten
6
Laatst verkocht
1 maand geleden

3,0

2 beoordelingen

5
0
4
0
3
2
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen