Hoofdstuk 1 Politiek
1.1 Politiek
In elk land of gebied moeten keuzes gemaakt worden. Het maken van zulke keuzes, noem je
politiek. Iemand die politieke keuzes maakt, noem je een politicus. Voorbeelden van politici
zijn ministers en burgemeesters.
Bij het maken van keuzes hebben politici te maken met verschillende meningen en belangen
uit de samenleving. Politici moeten bij hun keuzes rekening houden met die verschillende
meningen en belangen.
1.2 Democratie
In Nederland kun je meebeslissen over politieke keuzes. Een democratie is een bestuursvorm
waarbij alle burgers mogen meebeslissen en invloed kunnen uitoefenen op het bestuur van
het land.
De Atheense democratie
Eén van de eerste democratieën was de Atheense democratie, in het oude Griekenland.
Rond 510 v. Chr. kregen burgers in Athene directe invloed in de politiek. Burgers mochten
bijvoorbeeld stemmen en meedoen aan debatten. Dit gold echter alleen voor vrije mannen
en niet voor slaven vrouwen. Het woord ‘democratie’ komt van de Griekse woorden ‘démos’
en ‘krátos’. Démos betekent volk en krátos betekent heerschappij.
In een democratie hebben burgers inspraak in de politiek. Dat betekent dat burgers mogen
meepraten en hun mening mogen geven over kwesties in de samenleving.
In democratie worden beslissingen genomen door te stemmen. Als iemand een voorstel
doet, wordt daarvoor gestemd. Alle stemmen tellen daarbij even zwaar mee. Alleen als er
een meerderheid van de stemmers voor het voorstel is, wordt het voorstel aangenomen. De
meerderheid beslist dus.
1.3 Dictatuur
In sommige landen hebben burgers vrijwel niets in te brengen in de politiek. Zo´n land noem
je een dictatuur. Een dictatuur is een bestuursvorm waarbij één persoon of kleine groep
mensen alle macht in handen heeft. Degene die in een dictatuur de macht heeft, noem je
een dictator. In een dictatuur neemt de dictator of een kleine groep machthebbers alle
politieke beslissingen. In een dictatuur hebben burgers geen inspraak en worden
tegenstanders vaan onderdrukt. Ook is er geen vrijheid van meningsuiting.
, Aristocratie en theocratie
Naast een democratie en dictatuur zijn er nog andere vormen om een land te besturen.
Voorbeelden daarvan zijn aristocratie en theocratie.
Aristocratie
In een aristocratie is de macht in de handen van een elite, een bevoorrechte groep mensen.
Dit kunnen bijvoorbeeld de mensen zijn met het meeste geld, mensen van adellijke komaf of
mensen met de hoogste opleiding. In de 19e eeuw was Nederland een aristocratie.
Theocratie
In een theocratie is een godheid de grootste macht. Religieuze leiders hebben veel te zeggen
in een theocratie, omdat zij de godheid vertegenwoordigen. Het huidige Iran wordt vaak een
theocratie genoemd.