H1 Inleiding
Draagconstructess bestand tegen belastngen die erop werken
Verschillende samenwerkingsvormens
Klassieke model: De opdrachtgever schakelt een architect in voor het ontwerp. De architect wordt
hier bij bijgestaan door adviseurs. De architect stelt bij eenvoudige ge bouwen het programma van
eisen op, op basis van de wensen van de opdrachtgever. Als het ontwerp klaar is volgt de
aan besteding. De aannemer met meest aannemelijke aan bieding krijgt de opdracht. Dit is meestal
ook degene die de laagste bouwsom biedt.
Turnkey-overeenkomsten: Ontwerp en uitvoering liggen bij één partj. De bouwer is
verantwoordelijk voor prijs én kwaliteit.
Voor 1940 had de constructeur (construerende ingenieus) niet veel te zeggen dan het berekenen van
sterkte en stjjfeid. Bij ge bouwen nog minder dan bij bruggen. Wanneer het ging om grote bruggen
was het de constructeur die het voor het zeggen had. Tot 1980, toen kwam er een omslag in de
macht van de architect als het gaat om grote bruggen. De architect werd ook hierin de
toonaangevende ontwerper.
In de Eurocodes staan alle bouwvoorschrifen die gelden voor de Europese Unie. Daar bij hoort de
Natonale Bijlage die per land geldt.
H3 Bouwwerken en constructes
Ge bouwens
-Laagbouw (voornamelijk hallen)
-Verdiepingsbouw
-Afwijkende vormen (zoals torens en complexe bedrijfsge bouwen)
Hallens
-langshallen
-centraalhallen
Constructe in twee delens
-Draagconstructes
-Afouwconstructes
3 typen overspanningsconstructes voor een langshals
- balk- en ligger constructe (waaronder vakwerken en spanten)
- boogconstructes
-hangconstructes
Balk-en ligger constructe
Liggers he b ben een grotere hoogte dan balken, omdat ze gemaakt zijn om een grotere afstand te
overspannen.
Type liggerss
-Raamwerkligger (ook wel vierendeel-ligger)
-Vakwerkligger
, -Vollewandligger, plaatligger (I-vormig)
Spanten worden ge bruikt voor overspannen van brede hallen, dit zijn constructes waar bij de
horizontale en vertcale delen één geheel vormen.
-Portaalspanten; bij horizontale daken
-Kniespanten; bij hellende dakvlakken
Gordingen ondersteunen de afsluitende dakplaten
Stjlen; vertcaal
Regels; horizontaal deze 2 komen meestal nog in de gevels voor.
Boogconstructe
Hier bij ontstaan spatkrachten
-Boogspanten
-Boogliggers
Hangconstructe
Hier bij ontstaan trekkrachten
bijv. bij tuiconstructes
Centraalhallen
-koepelconstructes
-wielconstructes
-ka belnetconstructes
Verdiepingsge bouwen
-Met dragende wanden
-Met kolommen
bouwlagen verdiepingen
Bruggen
- balk- en liggerconstructes
- boogconstructes
-hang- en tuiconstructes
Balk-of ligger bruggen
-Staal (hoofdliggers, dwarsdragers, langsliggers (of orthotrope plaat))
-Beton (plaat brug, trog brug, ligger brug, koker brug)
-Hout
Boog bruggen
Overspanning tot 500m (algemeen 70-200)
Betonnen boog bruggen erg ar beidsintensief
Meesten van staal
Draagconstructess bestand tegen belastngen die erop werken
Verschillende samenwerkingsvormens
Klassieke model: De opdrachtgever schakelt een architect in voor het ontwerp. De architect wordt
hier bij bijgestaan door adviseurs. De architect stelt bij eenvoudige ge bouwen het programma van
eisen op, op basis van de wensen van de opdrachtgever. Als het ontwerp klaar is volgt de
aan besteding. De aannemer met meest aannemelijke aan bieding krijgt de opdracht. Dit is meestal
ook degene die de laagste bouwsom biedt.
Turnkey-overeenkomsten: Ontwerp en uitvoering liggen bij één partj. De bouwer is
verantwoordelijk voor prijs én kwaliteit.
Voor 1940 had de constructeur (construerende ingenieus) niet veel te zeggen dan het berekenen van
sterkte en stjjfeid. Bij ge bouwen nog minder dan bij bruggen. Wanneer het ging om grote bruggen
was het de constructeur die het voor het zeggen had. Tot 1980, toen kwam er een omslag in de
macht van de architect als het gaat om grote bruggen. De architect werd ook hierin de
toonaangevende ontwerper.
In de Eurocodes staan alle bouwvoorschrifen die gelden voor de Europese Unie. Daar bij hoort de
Natonale Bijlage die per land geldt.
H3 Bouwwerken en constructes
Ge bouwens
-Laagbouw (voornamelijk hallen)
-Verdiepingsbouw
-Afwijkende vormen (zoals torens en complexe bedrijfsge bouwen)
Hallens
-langshallen
-centraalhallen
Constructe in twee delens
-Draagconstructes
-Afouwconstructes
3 typen overspanningsconstructes voor een langshals
- balk- en ligger constructe (waaronder vakwerken en spanten)
- boogconstructes
-hangconstructes
Balk-en ligger constructe
Liggers he b ben een grotere hoogte dan balken, omdat ze gemaakt zijn om een grotere afstand te
overspannen.
Type liggerss
-Raamwerkligger (ook wel vierendeel-ligger)
-Vakwerkligger
, -Vollewandligger, plaatligger (I-vormig)
Spanten worden ge bruikt voor overspannen van brede hallen, dit zijn constructes waar bij de
horizontale en vertcale delen één geheel vormen.
-Portaalspanten; bij horizontale daken
-Kniespanten; bij hellende dakvlakken
Gordingen ondersteunen de afsluitende dakplaten
Stjlen; vertcaal
Regels; horizontaal deze 2 komen meestal nog in de gevels voor.
Boogconstructe
Hier bij ontstaan spatkrachten
-Boogspanten
-Boogliggers
Hangconstructe
Hier bij ontstaan trekkrachten
bijv. bij tuiconstructes
Centraalhallen
-koepelconstructes
-wielconstructes
-ka belnetconstructes
Verdiepingsge bouwen
-Met dragende wanden
-Met kolommen
bouwlagen verdiepingen
Bruggen
- balk- en liggerconstructes
- boogconstructes
-hang- en tuiconstructes
Balk-of ligger bruggen
-Staal (hoofdliggers, dwarsdragers, langsliggers (of orthotrope plaat))
-Beton (plaat brug, trog brug, ligger brug, koker brug)
-Hout
Boog bruggen
Overspanning tot 500m (algemeen 70-200)
Betonnen boog bruggen erg ar beidsintensief
Meesten van staal