Module werken aan gezondheid, PLP2
Naam:
Studentnummer:
School: Hanze Hogeschool Groningen
Opleiding: Verpleegkunde
Docentbegeleider:
Werkbegeleider:
Organisatie:
Stageperiode: 04-09-2023 t/m 02-02-24
Datum: 30-11-2023
Cursuscode: HVVB18MWAG
,Inhoudsopgave
Inleiding.................................................................................................................................. 3
Introductie bewoner............................................................................................................... 4
1. Vaststellen risico diagnoses............................................................................................. 5
1.1 Inventarisatie (risico) diagnoses...................................................................................5
2. Analyse van het gezondheidsprobleem...........................................................................7
2.1 Wat is het gezondheidsprobleem?............................................................................... 8
2.2 Wat is de relatie tussen het gezondheidsprobleem en (gezondheids) gedrag........... 11
2.3 Wat is de relatie tussen het gezondheidsprobleem en de omgeving?....................... 11
2.4 Welke gedragsdeterminanten bepalen de intentie van het (gezondheids)gedrag..... 12
3. Zelfredzaamheidsradar....................................................................................................14
3.1 draaglast en draagkracht............................................................................................15
4.2 Doelen........................................................................................................................ 17
4.2.1 Einddoel............................................................................................................ 19
5. Theory-based methoden en theorieën en gezondheidskundige interventies............ 20
5.1 uitleg methoden en theorieën.....................................................................................20
5.2 Interventies bij de gedragsdoelen en methoden en theorieën................................... 20
5.2.1 Uitwerking interventies...................................................................................... 22
6. Implementatieplan............................................................................................................23
7. Evaluatieplan.................................................................................................................... 25
8. Literatuurlijst.................................................................................................................... 28
9. Bijlagen............................................................................................................................. 30
Bijlage 1: Uitwerking model van Rosendal en Intervention Mapping....................... 30
Bijlage 2: Casuïstiek...................................................................................................... 32
2.1 achtergrondinformatie................................................................................................ 32
Bijlage 3: Anamnese...................................................................................................... 34
Bijlage 4: Verpleegkundige Diagnoses........................................................................ 38
Bijlage 7: Antiplagiaat verklaring..................................................................................41
,Inleiding
In de module ‘Werken aan gezondheid’ is het de bedoeling dat de preventieve zorg
van een cliënt wordt geïndiceerd. Er wordt gekeken naar gezondheidsrisico’s van
de gekozen cliënt waarbij passende vervolgacties worden uitgewerkt en eventueel
toegepast. Een gedragsverandering staat centraal in deze module, wat er
uiteindelijk voor moet gaan zorgen dat een gezondheidsprobleem wordt verbeterd.
Het is van belang dat de beheersing voor het indiceren van preventieve zorg op het
hoogste niveau naar voren komt. Ook is het belangrijk dat er wordt laten zien dat er
rekening gehouden wordt met draaglast en draagkracht van de zorgvrager, diens
naasten en het informele netwerk.
Bij het opstellen van een preventieplan wordt gebruikgemaakt van een combinatie
van het model van Rosendal en Intervention Mapping. Als eerst is er een cliënt
gekozen waar een passend preventieplan voor geschreven wordt. Om deze cliënt
zo goed en duidelijk mogelijk in kaart te brengen is er een anamnese uitgevoerd.
Aan de hand van de gegevens uit de anamnese zijn er mogelijke verpleegkundige
diagnoses opgesteld. Hieruit is uiteindelijk één risico diagnoses gekozen waarop
het preventieplan gebaseerd is. Deze diagnose is geworden: Risico op vallen. De
reden dat er gekozen is voor deze diagnoses is omdat voor dit risico de meeste
winst valt te behalen voor zowel de cliënt als de zorgverleners. Het risico op vallen
wordt zowel algemeen behandeld als gericht op de cliënt. Er zal worden gekeken
naar het verband tussen het gedrag van de cliënt en het gezondheidsprobleem.
Nadat het gedrag geanalyseerd is, wordt er gekeken naar de zelfredzaamheid.
Door deze gegevens te analyseren is het mogelijk te bepalen welke
gedragsveranderingen bij de cliënt er plaats moeten gaan vinden. Om dit op papier
te zetten worden er gedrags- en veranderdoelen opgesteld, ook wordt er een
einddoel opgesteld. Op basis van de doelen zijn er passende interventies
uitgewerkt die in de theorieën en methoden worden weergegeven. Uiteindelijk is er
een implementatieplan opgesteld om een duidelijk beeld te geven hoe de
interventies kunnen worden toegepast. Om af te sluiten wordt er laten zien hoe de
uitvoering van de interventies wordt geëvalueerd.
, Introductie bewoner
Voor het uitwerken van deze opdracht is er gekozen voor mevrouw R. De reden dat voor
deze mevrouw is gekozen heeft te maken met haar complexe zorgsituatie.Mw haar
gezondheidstoestand en gedrag zijn sterk wisselend. Mw is op leeftijd en wil graag haar
eigen regie houden. Dit is op sommige vlakken niet meer vertrouwd. Mw heeft een hoog
valrisico waardoor op ieder moment van de dag de zorgsituatie kan veranderen wegens een
incident. Een valincident kan, gezien mw haar leeftijd van 96, grote gevolgen hebben.
Overlijden of een opname kunnen het gevolg zijn van een valincident, dit wil mw. absoluut
niet. Mw. wenst zolang mogelijk thuis te blijven wonen, en voelt zich niet vertrouwd in een
verzorgingstehuis. Mw heeft last van parkinson, verminderde mobiliteit en heeft last van
cognitieve problemen. Deze drie beperkingen zorgen ervoor dat mw in het dagelijks leven
wordt belemmerd. Mw is zichzelf niet bewust van de risico’s die haar gedrag met zich
meebrengen, daarnaast vindt mw het lastig om hulp aan te nemen van de omgeving. Op dit
moment valt er op meerdere vlakken winst te behalen om de vrijheid en kwaliteit van leven
zo goed mogelijk te waarborgen. Door verschillende mogelijkheden van eventuele
verbetering is het mogelijk een preventieplan te schrijven die een toevoeging kan zijn voor
de cliënt zelf, de zorgverleners en de familie van mevrouw R.
Mw. R is 96 jaar oud en vanwege een delier en een urineweginfectie in het ziekenhuis
gekomen. Na ontslag uit het ziekenhuis is mw. in zorg gekomen bij Allerzorg. mw. krijgt 2x
daags ondersteuning bij de alledaagse levensbehoeften (ADL). mw. woont nog zelfstandig
thuis en krijgt naast zorg van allerzorg ondersteuning van haar kinderen bij dagelijkse
activiteiten. Gezien de leeftijd van mw. en vermindering van mobiliteit zal het plan gericht
worden op het verbeteren van de kwaliteit van leven van mw. en deels op vermindering van
de zorglast voor de kinderen.
Volgens Sassen (2018) draait preventie om het bevorderen en beschermen van de
gezondheid. Naast het bevorderen en beschermen van de gezondheid is het ook een doel
om ziektes te voorkomen en complicaties in een vroeg stadium op te sporen. Preventieve
acties worden op verschillende plekken opgepakt, bijvoorbeeld in de zorg, in wijken en op
scholen en werkplekken. Wanneer een preventieve maatregel integraal benaderd wordt,
houd dit in dat deze gericht is op zowel het gedrag van individuen als op aspecten van zowel
de fysieke en sociale omgeving (Loketgezondleven z.d.).
Bij het uitwerken van module werken aan gezondheid is er een preventieplan opgesteld voor
de gesignaleerde diagnose: Risico op vallen (Herdman & Kamitsuru, 2020).
Deze risico-diagnose valt onder de zorggerelateerde preventie. Deze vorm van preventie
richt zich op mensen met een aandoening of ziekte. Het doel van zorggerelateerde preventie
is om te voorkomen dat de bestaande aandoening of ziekte leidt tot complicaties,
beperkingen, verminderde levenskwaliteit of sterfte (Loketgezondleven, z.d.). Met het
uitwerken van het preventieplan wordt rekening gehouden als doel om de zorgmedewerkers
allert te maken op het val risico bij mw.. R. Hierdoor kunnen hopelijk in de toekomst
valincidenten worden voorkomen. Dit zorgt ervoor de de schade aan de gezondheid van mw.
R wordt geminimaliseerd en kan mw. zo lang mogelijk thuis blijven wonen ( Sassen, 2018).
Naam:
Studentnummer:
School: Hanze Hogeschool Groningen
Opleiding: Verpleegkunde
Docentbegeleider:
Werkbegeleider:
Organisatie:
Stageperiode: 04-09-2023 t/m 02-02-24
Datum: 30-11-2023
Cursuscode: HVVB18MWAG
,Inhoudsopgave
Inleiding.................................................................................................................................. 3
Introductie bewoner............................................................................................................... 4
1. Vaststellen risico diagnoses............................................................................................. 5
1.1 Inventarisatie (risico) diagnoses...................................................................................5
2. Analyse van het gezondheidsprobleem...........................................................................7
2.1 Wat is het gezondheidsprobleem?............................................................................... 8
2.2 Wat is de relatie tussen het gezondheidsprobleem en (gezondheids) gedrag........... 11
2.3 Wat is de relatie tussen het gezondheidsprobleem en de omgeving?....................... 11
2.4 Welke gedragsdeterminanten bepalen de intentie van het (gezondheids)gedrag..... 12
3. Zelfredzaamheidsradar....................................................................................................14
3.1 draaglast en draagkracht............................................................................................15
4.2 Doelen........................................................................................................................ 17
4.2.1 Einddoel............................................................................................................ 19
5. Theory-based methoden en theorieën en gezondheidskundige interventies............ 20
5.1 uitleg methoden en theorieën.....................................................................................20
5.2 Interventies bij de gedragsdoelen en methoden en theorieën................................... 20
5.2.1 Uitwerking interventies...................................................................................... 22
6. Implementatieplan............................................................................................................23
7. Evaluatieplan.................................................................................................................... 25
8. Literatuurlijst.................................................................................................................... 28
9. Bijlagen............................................................................................................................. 30
Bijlage 1: Uitwerking model van Rosendal en Intervention Mapping....................... 30
Bijlage 2: Casuïstiek...................................................................................................... 32
2.1 achtergrondinformatie................................................................................................ 32
Bijlage 3: Anamnese...................................................................................................... 34
Bijlage 4: Verpleegkundige Diagnoses........................................................................ 38
Bijlage 7: Antiplagiaat verklaring..................................................................................41
,Inleiding
In de module ‘Werken aan gezondheid’ is het de bedoeling dat de preventieve zorg
van een cliënt wordt geïndiceerd. Er wordt gekeken naar gezondheidsrisico’s van
de gekozen cliënt waarbij passende vervolgacties worden uitgewerkt en eventueel
toegepast. Een gedragsverandering staat centraal in deze module, wat er
uiteindelijk voor moet gaan zorgen dat een gezondheidsprobleem wordt verbeterd.
Het is van belang dat de beheersing voor het indiceren van preventieve zorg op het
hoogste niveau naar voren komt. Ook is het belangrijk dat er wordt laten zien dat er
rekening gehouden wordt met draaglast en draagkracht van de zorgvrager, diens
naasten en het informele netwerk.
Bij het opstellen van een preventieplan wordt gebruikgemaakt van een combinatie
van het model van Rosendal en Intervention Mapping. Als eerst is er een cliënt
gekozen waar een passend preventieplan voor geschreven wordt. Om deze cliënt
zo goed en duidelijk mogelijk in kaart te brengen is er een anamnese uitgevoerd.
Aan de hand van de gegevens uit de anamnese zijn er mogelijke verpleegkundige
diagnoses opgesteld. Hieruit is uiteindelijk één risico diagnoses gekozen waarop
het preventieplan gebaseerd is. Deze diagnose is geworden: Risico op vallen. De
reden dat er gekozen is voor deze diagnoses is omdat voor dit risico de meeste
winst valt te behalen voor zowel de cliënt als de zorgverleners. Het risico op vallen
wordt zowel algemeen behandeld als gericht op de cliënt. Er zal worden gekeken
naar het verband tussen het gedrag van de cliënt en het gezondheidsprobleem.
Nadat het gedrag geanalyseerd is, wordt er gekeken naar de zelfredzaamheid.
Door deze gegevens te analyseren is het mogelijk te bepalen welke
gedragsveranderingen bij de cliënt er plaats moeten gaan vinden. Om dit op papier
te zetten worden er gedrags- en veranderdoelen opgesteld, ook wordt er een
einddoel opgesteld. Op basis van de doelen zijn er passende interventies
uitgewerkt die in de theorieën en methoden worden weergegeven. Uiteindelijk is er
een implementatieplan opgesteld om een duidelijk beeld te geven hoe de
interventies kunnen worden toegepast. Om af te sluiten wordt er laten zien hoe de
uitvoering van de interventies wordt geëvalueerd.
, Introductie bewoner
Voor het uitwerken van deze opdracht is er gekozen voor mevrouw R. De reden dat voor
deze mevrouw is gekozen heeft te maken met haar complexe zorgsituatie.Mw haar
gezondheidstoestand en gedrag zijn sterk wisselend. Mw is op leeftijd en wil graag haar
eigen regie houden. Dit is op sommige vlakken niet meer vertrouwd. Mw heeft een hoog
valrisico waardoor op ieder moment van de dag de zorgsituatie kan veranderen wegens een
incident. Een valincident kan, gezien mw haar leeftijd van 96, grote gevolgen hebben.
Overlijden of een opname kunnen het gevolg zijn van een valincident, dit wil mw. absoluut
niet. Mw. wenst zolang mogelijk thuis te blijven wonen, en voelt zich niet vertrouwd in een
verzorgingstehuis. Mw heeft last van parkinson, verminderde mobiliteit en heeft last van
cognitieve problemen. Deze drie beperkingen zorgen ervoor dat mw in het dagelijks leven
wordt belemmerd. Mw is zichzelf niet bewust van de risico’s die haar gedrag met zich
meebrengen, daarnaast vindt mw het lastig om hulp aan te nemen van de omgeving. Op dit
moment valt er op meerdere vlakken winst te behalen om de vrijheid en kwaliteit van leven
zo goed mogelijk te waarborgen. Door verschillende mogelijkheden van eventuele
verbetering is het mogelijk een preventieplan te schrijven die een toevoeging kan zijn voor
de cliënt zelf, de zorgverleners en de familie van mevrouw R.
Mw. R is 96 jaar oud en vanwege een delier en een urineweginfectie in het ziekenhuis
gekomen. Na ontslag uit het ziekenhuis is mw. in zorg gekomen bij Allerzorg. mw. krijgt 2x
daags ondersteuning bij de alledaagse levensbehoeften (ADL). mw. woont nog zelfstandig
thuis en krijgt naast zorg van allerzorg ondersteuning van haar kinderen bij dagelijkse
activiteiten. Gezien de leeftijd van mw. en vermindering van mobiliteit zal het plan gericht
worden op het verbeteren van de kwaliteit van leven van mw. en deels op vermindering van
de zorglast voor de kinderen.
Volgens Sassen (2018) draait preventie om het bevorderen en beschermen van de
gezondheid. Naast het bevorderen en beschermen van de gezondheid is het ook een doel
om ziektes te voorkomen en complicaties in een vroeg stadium op te sporen. Preventieve
acties worden op verschillende plekken opgepakt, bijvoorbeeld in de zorg, in wijken en op
scholen en werkplekken. Wanneer een preventieve maatregel integraal benaderd wordt,
houd dit in dat deze gericht is op zowel het gedrag van individuen als op aspecten van zowel
de fysieke en sociale omgeving (Loketgezondleven z.d.).
Bij het uitwerken van module werken aan gezondheid is er een preventieplan opgesteld voor
de gesignaleerde diagnose: Risico op vallen (Herdman & Kamitsuru, 2020).
Deze risico-diagnose valt onder de zorggerelateerde preventie. Deze vorm van preventie
richt zich op mensen met een aandoening of ziekte. Het doel van zorggerelateerde preventie
is om te voorkomen dat de bestaande aandoening of ziekte leidt tot complicaties,
beperkingen, verminderde levenskwaliteit of sterfte (Loketgezondleven, z.d.). Met het
uitwerken van het preventieplan wordt rekening gehouden als doel om de zorgmedewerkers
allert te maken op het val risico bij mw.. R. Hierdoor kunnen hopelijk in de toekomst
valincidenten worden voorkomen. Dit zorgt ervoor de de schade aan de gezondheid van mw.
R wordt geminimaliseerd en kan mw. zo lang mogelijk thuis blijven wonen ( Sassen, 2018).
