coMOmri1 snelle pulssequenti en vetsupressietechnieken
TR (repetitietijd) TE (echotijd)
T1 400-700ms <20ms
T2 >2000ms >80ms
PD >2000ms +/-20ms
Spin echo
- T1 longitudinale magnetisatie (herstel LM)
- T2 transversale magnetisatie (verval TM)
- PD Proton Density (proton dichtheid, hoeveel waterstof protonen zitten er in het weefsel)
→ 90⁰ puls, halverwege echotijd 180⁰ puls, daarna echo
Waterstofprotonen gaan van parallel naar anti-parallel
Puls uit TM → LM
Turbo spin echo
- Effectieve echotijd
Binnen 1 excitatie meet je meerdere echo’s (meerdere 180⁰ pulsen)
→ 90⁰ puls, 180⁰, echo, 180⁰, echo enz.
- Gebruik je vaak bij T2 (om je scantijd te verkorten)
,Haste/ SS-TSE
Komt vanaf TSE
- Half Fourier Single Shot Turbo Spin Echo
- Een TSE-techniek waarbij alle k-profielen in één shot (1 TR) worden gemeten
- Half Fourier = 63% wordt weggeschreven, de rest gekopieerd
(Iets meer dan de helft van het normale fasecoderingsstappen wordt gemeten, de andere helft wordt
gekopieerd)
- Stoffen met een korte T2 geven praktisch geen signaal op het eind van echotrein, verlies van
resolutie in fasecoderingsrichting voor stoffen met een korte T2
- Kan je gebruiken bij ademstilstand (kan binnen 20sec), of kinderen/oude mensen die niet stil
kunnen liggen
- Je levert wel wat aan beeldkwaliteit in
- Je geeft maar één 90⁰ puls dus je hebt geen TR (TR=ondefinieerbaar)
Gradiënt echo
- GE heeft geen 180⁰ puls maar een fliphoek
(zorgt ervoor dat je geen last hebt van veldinhomogeniteit)
- Je meet T2*
- GE-signaal: 1 RF-puls + gradiënt
- SE: 2 RF-pulsen 90⁰-180⁰
- Flipangle vaak <90⁰
- Voordeel: netto magnetisatie wordt niet over 90⁰ omgeklapt, maar over een kleinere hoek.
Longitudinale magnetisatie herstelt sneller, kortere TR. Vooral winst bij T2-gewogen plaatje.
Korte TR
20-puls
relaxatie
, Waarom geen 180⁰ puls?
- Omdat je dan het van parallel naar antiparallel laat omklappen (dat moet weer terug en duurt dan
veel te lang) (zie afbeelding)
- Bij SE alles wat LM wordt omgeklapt naar TM
- Op TE/2 grote lonigtudinale component die ook
geïnverteerd wordt naast transversale componenten
- Fliphoek bepaald of je T1 of T2 hebt
T1 grotere fliphoek nodig (waarom? -> terug luisteren)
T2 kortere fliphoeken
- Echotijd bepaalt hoeveel van je TM is gedefaseerd (toenemende echotijd meet je T2)
Toepassingen GE
- Ademstilstand
- Orthopedie
- Neuro: bloedingen (puntvormige bloedingen, in en uit fase) (bloedingen zit er ijzer bij, zie je dus als
artefact)
- Angio, MRA