© Noordhoff Uitgevers bv 1
Antwoorden tussenvragen
Hoofdstuk 1
1.1 Jantien heeft een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd gesloten.
1.2 Het uitzendbureau heeft zijn activiteiten gericht op het maken van winst en
daarvoor moet de inlener betalen. Het uitzendbureau draagt zorg voor de
betaling van loon van de werknemer en het afdragen van loonbelasting en
socialeverzekeringspremies.
1.3 De voordelen van een uitzendkracht zijn dat er geen arbeidsovereenkomst is
en dat de werkgever gedurende de eerste 26 weken ieder moment een einde
kan maken aan de gelding van de uitzendovereenkomst (art. 7:691 lid 3 BW).
Afhankelijk van de functie kan het echter een voordeel zijn om gebruik te ma-
ken van een vaste kracht, omdat dit belangrijk kan zijn voor de continuïteit.
1.4 Martha heeft een min-maxcontract. De ondernemer heeft toegezegd dat hij
Martha minimaal een bepaald aantal uren per week zal oproepen. Daar-
naast is er een plafond gelegd ten aanzien van het maximumaantal op te
roepen uren.
1.5 Jan ter Haar kan zich op het rechtsvermoeden arbeidsovereenkomst beroe-
pen wanneer hij aan een van de twee volgende voorwaarden voldoet:
1 Hij heeft gedurende drie opeenvolgende maanden wekelijks tegen belo-
ning arbeid verricht.
2 Hij heeft gedurende drie opeenvolgende maanden ten minste twintig uur
per maand tegen beloning arbeid verricht.
Jan Ter Haar kan zich alleen beroepen op de tweede voorwaarde. Dit beroep
heeft echter geen kans van slagen nu hij in juli 30 uur heeft gewerkt, in au-
gustus 0 uur en in september 50 uur. Hij heeft dus niet elke maand gewerkt.
Jan Ter Haar kan dus geen beroep doen op het rechtsvermoeden van art.
7:610a BW. Uiteraard kan hij nog wel met behulp van art. 7:610 BW stellen
en bewijzen dat hij de arbeid bij Slogo bv als werknemer heeft verricht.
1.6 Martha heeft geen recht op drie uur loon indien zij die week meer dan vijf-
tien uur heeft gewerkt. Martha heeft een arbeidsovereenkomst met een ar-
beidsomvang van niet meer dan twintig uur. Art. 7:628a BW is alleen van
toepassing op arbeidsovereenkomsten met een omvang van minder dan vijf-
tien uur per week.
1.7 Thuiswerk kan worden verricht in de vorm van een arbeidsovereenkomst. Is
er echter geen ondergeschiktheid (een van de eisen voor het ontstaan van
een arbeidsovereenkomst), dan spreekt men van aanneming van werk of op-
dracht. In dat geval kan de thuiswerker geen beroep doen op art. 7:628a BW.
256259_BM_Part 2.indd 1 13/01/15 9:13 AM
, 2 ANTWOORDEN TUSSENVRAGEN © Noordhoff Uitgevers bv
1.8 De voordelen voor de freelancer zijn dat hij eigen baas is, zelf bepaalt voor
wie hij werkt en ervoor kan kiezen om bepaalde periodes minder te werken.
Nadelen voor de freelancer zelf zijn dat hij geen vaste inkomsten heeft.
Voordelen voor de werkgever zijn dat hij geen werknemerspremie hoeft te
betalen. Daarnaast heeft de werkgever minder administratiekosten aange-
zien de werkgever geen loonadministratie voor de freelancer hoeft te voeren
of belasting hoeft af te dragen. De werkgever zit niet voor een vaste tijd aan
de freelancer vast. Dit betekent dat als de werkzaamheden eindigen, de
werkgever ook niet langer vast hoeft te zitten aan de freelancer. De werkge-
ver betaalt dus alleen voor een freelancer als hij hem nodig heeft.
1.9 In beide gevallen is de werknemer werkzaam op basis van een arbeidsover-
eenkomst (bij de uitlener) en wordt door de werknemer feitelijk het werk ver-
richt bij een derde (de inlener). Het verschil is dat er bij uitzendwerk vaak
sprake is van zowel gespecialiseerde als laaggeschoolde werknemers, ter-
wijl het bij detachering vooral gaat om hoogopgeleide werknemers.
Hoofdstuk 2
2.1 Er is sprake van direct onderscheid. Onder direct onderscheid wordt mede
verstaan onderscheid op grond van zwangerschap, bevalling en moeder-
schap.
2.2 Er is geen sprake van een verboden onderscheid wegens leeftijd. Een werk-
gever mag een kandidaat afwijzen omdat deze een AOW-uitkering ontvangt.
2.3 Mannen kunnen zich ook beroepen op art. 7:646 BW en art. 3 WGB. Wim
zal hierbij succes hebben, omdat Hanneke precies hetzelfde aantal dienstja-
ren en diploma’s heeft. Er is dus geen reden waardoor het gerechtvaardigd
is dat Hanneke meer verdient dan Wim.
2.4 Er is hier geen sprake van een verboden onderscheid, omdat – bij beroeps-
activiteiten die betrekking hebben op verzorging/verpleging/hulpverlening
en waarbij een goede beroepsuitoefening met zich meebrengt dat deze
activiteiten door een persoon van een bepaald geslacht worden vervuld –
wel onderscheid bij de werving van nieuw personeel wordt aanvaard waar-
door dit dus geen discriminatie oplevert (art. 7:646 lid 2 en 4 BW en art.
5 WGBMV).
2.5 Bij de beslissing welke kandidaat voor een functie wordt gekozen, mag geen
rol spelen of er een handicap of een chronische ziekte in het spel is. Het
onderscheid wegens handicap of chronische ziekte is niet verboden als de
ondernemer een objectieve rechtvaardigingsgrond heeft voor het maken van
het onderscheid.
2.6 Een uitspraak van het College voor de rechten van de mens is niet bindend.
Hoofdstuk 3
3.1 a De WGBO is van toepassing op een ziekenhuis.
b De WGBO is niet van toepassing op de Nederlandse Spoorwegen aangezien
er geen sprake is van een geneeskundige behandelingsovereenkomst.
c De WGBO is van toepassing op een apotheek.
d De WGBO is niet van toepassing op een universiteit, omdat er geen sprake
is van een geneeskundige behandelingsovereenkomst.
256259_BM_Part 2.indd 2 13/01/15 9:13 AM
, © Noordhoff Uitgevers bv ANTWOORDEN TUSSENVRAGEN 3
3.2 De werkgever mag niet vragen naar het ziekteverleden van de werknemer.
Art 4 lid 2 tweede volzin Wmk stelt uitdrukkelijk dat in gesprekken – zoals
een sollicitatiegesprek – voorafgaande aan de medische keuring geen vra-
gen mogen worden gesteld over de gezondheidstoestand van de keurling.
3.3 Nee, dit mag niet. Pas als het selectieproces zo ver is gevorderd dat er nog
maar één kandidaat is overgebleven, mag tot een medische keuring worden
overgegaan.
3.4 De Wmk is wel van toepassing op psychiatrische onderzoeken maar niet op
psychologische keuringen. De intelligentietest en het persoonlijkheidsonder-
zoek vallen dus niet onder de werkingssfeer van de Wmk.
3.5 Mevrouw Te Lange kan niet aan een medische keuring worden onderworpen,
omdat geen bijzondere medische functie-eisen worden gesteld voor de func-
tie van docent Engels.
Hoofdstuk 4
4.1 Op grond van de wet is Chromalloy bv verplicht Sanne Sannes bepaalde in-
formatie bij indiensttreding te verschaffen. De regels daarover zijn te vinden
in art. 7:655 BW. De ondernemer is onder meer verplicht om schriftelijke
informatie te verstrekken over de aanspraak op vakantie of de wijze van be-
rekening van die aanspraak. Chromalloy bv moet de informatie binnen één
maand nadat met de werkzaamheden is begonnen, aan Sanne Sannes ver-
strekken (art. 7:655 lid 3 BW). Sanne Sannes kan dus informatie van
Chromalloy bv afdwingen.
4.2 Een ondernemer zal altijd een deel van zijn personeel niet willen laten wer-
ken op basis van een arbeidsovereenkomst, omdat hij daarmee flexibel kan
inspelen op vragen uit de markt. Gemiddeld wordt uitgegaan van 10 procent.
Ongeveer tachtig van de negentig mensen zullen daarom werkzaam zijn op
grond van een arbeidsovereenkomst. In de meeste gevallen is ongeveer 10
procent van de werknemers (zij die een arbeidsovereenkomst hebben) werk-
zaam op tijdelijke basis (arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd). Dat houdt
dus in dat u ongeveer moet aanhouden dat 70 werknemers werkzaam zijn
op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, 10 werknemers
op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en 10 werkne-
mers op basis van een overeenkomst van opdracht of aanneming van werk.
4.3 Nee, Foto bv is een onkostenvergoeding met Jan Blijf overeengekomen. Een
onkostenvergoeding is geen loon. Jan Blijf verdient namelijk niets; hij krijgt
alleen maar de door hem gemaakte kosten vergoed.
4.4 Er moet rekening worden gehouden met de ontslagbepalingen die gelden
voor de arbeidsovereenkomst, omdat anders dan normaal bij een artiesten-
contract het bestuur de dirigent van het koor bindende aanwijzingen heeft
gegeven.
4.5 De verschillen tussen een arbeidsovereenkomst en een overeenkomst van
opdracht zijn: een overeenkomst van opdracht is een overeenkomst tot het
verrichten van diensten voor een bepaalde prijs (art. 7:400 BW). Er is geen
gezagsverhouding tussen de opdrachtgever en de opdrachtnemer (hoewel
de opdrachtnemer wel instructies kan krijgen). De arbeidsovereenkomst
256259_BM_Part 2.indd 3 13/01/15 9:13 AM
Antwoorden tussenvragen
Hoofdstuk 1
1.1 Jantien heeft een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd gesloten.
1.2 Het uitzendbureau heeft zijn activiteiten gericht op het maken van winst en
daarvoor moet de inlener betalen. Het uitzendbureau draagt zorg voor de
betaling van loon van de werknemer en het afdragen van loonbelasting en
socialeverzekeringspremies.
1.3 De voordelen van een uitzendkracht zijn dat er geen arbeidsovereenkomst is
en dat de werkgever gedurende de eerste 26 weken ieder moment een einde
kan maken aan de gelding van de uitzendovereenkomst (art. 7:691 lid 3 BW).
Afhankelijk van de functie kan het echter een voordeel zijn om gebruik te ma-
ken van een vaste kracht, omdat dit belangrijk kan zijn voor de continuïteit.
1.4 Martha heeft een min-maxcontract. De ondernemer heeft toegezegd dat hij
Martha minimaal een bepaald aantal uren per week zal oproepen. Daar-
naast is er een plafond gelegd ten aanzien van het maximumaantal op te
roepen uren.
1.5 Jan ter Haar kan zich op het rechtsvermoeden arbeidsovereenkomst beroe-
pen wanneer hij aan een van de twee volgende voorwaarden voldoet:
1 Hij heeft gedurende drie opeenvolgende maanden wekelijks tegen belo-
ning arbeid verricht.
2 Hij heeft gedurende drie opeenvolgende maanden ten minste twintig uur
per maand tegen beloning arbeid verricht.
Jan Ter Haar kan zich alleen beroepen op de tweede voorwaarde. Dit beroep
heeft echter geen kans van slagen nu hij in juli 30 uur heeft gewerkt, in au-
gustus 0 uur en in september 50 uur. Hij heeft dus niet elke maand gewerkt.
Jan Ter Haar kan dus geen beroep doen op het rechtsvermoeden van art.
7:610a BW. Uiteraard kan hij nog wel met behulp van art. 7:610 BW stellen
en bewijzen dat hij de arbeid bij Slogo bv als werknemer heeft verricht.
1.6 Martha heeft geen recht op drie uur loon indien zij die week meer dan vijf-
tien uur heeft gewerkt. Martha heeft een arbeidsovereenkomst met een ar-
beidsomvang van niet meer dan twintig uur. Art. 7:628a BW is alleen van
toepassing op arbeidsovereenkomsten met een omvang van minder dan vijf-
tien uur per week.
1.7 Thuiswerk kan worden verricht in de vorm van een arbeidsovereenkomst. Is
er echter geen ondergeschiktheid (een van de eisen voor het ontstaan van
een arbeidsovereenkomst), dan spreekt men van aanneming van werk of op-
dracht. In dat geval kan de thuiswerker geen beroep doen op art. 7:628a BW.
256259_BM_Part 2.indd 1 13/01/15 9:13 AM
, 2 ANTWOORDEN TUSSENVRAGEN © Noordhoff Uitgevers bv
1.8 De voordelen voor de freelancer zijn dat hij eigen baas is, zelf bepaalt voor
wie hij werkt en ervoor kan kiezen om bepaalde periodes minder te werken.
Nadelen voor de freelancer zelf zijn dat hij geen vaste inkomsten heeft.
Voordelen voor de werkgever zijn dat hij geen werknemerspremie hoeft te
betalen. Daarnaast heeft de werkgever minder administratiekosten aange-
zien de werkgever geen loonadministratie voor de freelancer hoeft te voeren
of belasting hoeft af te dragen. De werkgever zit niet voor een vaste tijd aan
de freelancer vast. Dit betekent dat als de werkzaamheden eindigen, de
werkgever ook niet langer vast hoeft te zitten aan de freelancer. De werkge-
ver betaalt dus alleen voor een freelancer als hij hem nodig heeft.
1.9 In beide gevallen is de werknemer werkzaam op basis van een arbeidsover-
eenkomst (bij de uitlener) en wordt door de werknemer feitelijk het werk ver-
richt bij een derde (de inlener). Het verschil is dat er bij uitzendwerk vaak
sprake is van zowel gespecialiseerde als laaggeschoolde werknemers, ter-
wijl het bij detachering vooral gaat om hoogopgeleide werknemers.
Hoofdstuk 2
2.1 Er is sprake van direct onderscheid. Onder direct onderscheid wordt mede
verstaan onderscheid op grond van zwangerschap, bevalling en moeder-
schap.
2.2 Er is geen sprake van een verboden onderscheid wegens leeftijd. Een werk-
gever mag een kandidaat afwijzen omdat deze een AOW-uitkering ontvangt.
2.3 Mannen kunnen zich ook beroepen op art. 7:646 BW en art. 3 WGB. Wim
zal hierbij succes hebben, omdat Hanneke precies hetzelfde aantal dienstja-
ren en diploma’s heeft. Er is dus geen reden waardoor het gerechtvaardigd
is dat Hanneke meer verdient dan Wim.
2.4 Er is hier geen sprake van een verboden onderscheid, omdat – bij beroeps-
activiteiten die betrekking hebben op verzorging/verpleging/hulpverlening
en waarbij een goede beroepsuitoefening met zich meebrengt dat deze
activiteiten door een persoon van een bepaald geslacht worden vervuld –
wel onderscheid bij de werving van nieuw personeel wordt aanvaard waar-
door dit dus geen discriminatie oplevert (art. 7:646 lid 2 en 4 BW en art.
5 WGBMV).
2.5 Bij de beslissing welke kandidaat voor een functie wordt gekozen, mag geen
rol spelen of er een handicap of een chronische ziekte in het spel is. Het
onderscheid wegens handicap of chronische ziekte is niet verboden als de
ondernemer een objectieve rechtvaardigingsgrond heeft voor het maken van
het onderscheid.
2.6 Een uitspraak van het College voor de rechten van de mens is niet bindend.
Hoofdstuk 3
3.1 a De WGBO is van toepassing op een ziekenhuis.
b De WGBO is niet van toepassing op de Nederlandse Spoorwegen aangezien
er geen sprake is van een geneeskundige behandelingsovereenkomst.
c De WGBO is van toepassing op een apotheek.
d De WGBO is niet van toepassing op een universiteit, omdat er geen sprake
is van een geneeskundige behandelingsovereenkomst.
256259_BM_Part 2.indd 2 13/01/15 9:13 AM
, © Noordhoff Uitgevers bv ANTWOORDEN TUSSENVRAGEN 3
3.2 De werkgever mag niet vragen naar het ziekteverleden van de werknemer.
Art 4 lid 2 tweede volzin Wmk stelt uitdrukkelijk dat in gesprekken – zoals
een sollicitatiegesprek – voorafgaande aan de medische keuring geen vra-
gen mogen worden gesteld over de gezondheidstoestand van de keurling.
3.3 Nee, dit mag niet. Pas als het selectieproces zo ver is gevorderd dat er nog
maar één kandidaat is overgebleven, mag tot een medische keuring worden
overgegaan.
3.4 De Wmk is wel van toepassing op psychiatrische onderzoeken maar niet op
psychologische keuringen. De intelligentietest en het persoonlijkheidsonder-
zoek vallen dus niet onder de werkingssfeer van de Wmk.
3.5 Mevrouw Te Lange kan niet aan een medische keuring worden onderworpen,
omdat geen bijzondere medische functie-eisen worden gesteld voor de func-
tie van docent Engels.
Hoofdstuk 4
4.1 Op grond van de wet is Chromalloy bv verplicht Sanne Sannes bepaalde in-
formatie bij indiensttreding te verschaffen. De regels daarover zijn te vinden
in art. 7:655 BW. De ondernemer is onder meer verplicht om schriftelijke
informatie te verstrekken over de aanspraak op vakantie of de wijze van be-
rekening van die aanspraak. Chromalloy bv moet de informatie binnen één
maand nadat met de werkzaamheden is begonnen, aan Sanne Sannes ver-
strekken (art. 7:655 lid 3 BW). Sanne Sannes kan dus informatie van
Chromalloy bv afdwingen.
4.2 Een ondernemer zal altijd een deel van zijn personeel niet willen laten wer-
ken op basis van een arbeidsovereenkomst, omdat hij daarmee flexibel kan
inspelen op vragen uit de markt. Gemiddeld wordt uitgegaan van 10 procent.
Ongeveer tachtig van de negentig mensen zullen daarom werkzaam zijn op
grond van een arbeidsovereenkomst. In de meeste gevallen is ongeveer 10
procent van de werknemers (zij die een arbeidsovereenkomst hebben) werk-
zaam op tijdelijke basis (arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd). Dat houdt
dus in dat u ongeveer moet aanhouden dat 70 werknemers werkzaam zijn
op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, 10 werknemers
op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en 10 werkne-
mers op basis van een overeenkomst van opdracht of aanneming van werk.
4.3 Nee, Foto bv is een onkostenvergoeding met Jan Blijf overeengekomen. Een
onkostenvergoeding is geen loon. Jan Blijf verdient namelijk niets; hij krijgt
alleen maar de door hem gemaakte kosten vergoed.
4.4 Er moet rekening worden gehouden met de ontslagbepalingen die gelden
voor de arbeidsovereenkomst, omdat anders dan normaal bij een artiesten-
contract het bestuur de dirigent van het koor bindende aanwijzingen heeft
gegeven.
4.5 De verschillen tussen een arbeidsovereenkomst en een overeenkomst van
opdracht zijn: een overeenkomst van opdracht is een overeenkomst tot het
verrichten van diensten voor een bepaalde prijs (art. 7:400 BW). Er is geen
gezagsverhouding tussen de opdrachtgever en de opdrachtnemer (hoewel
de opdrachtnemer wel instructies kan krijgen). De arbeidsovereenkomst
256259_BM_Part 2.indd 3 13/01/15 9:13 AM
