100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Gedragsproblemen in de klas, H1 t/m H3

Beoordeling
1,0
(1)
Verkocht
2
Pagina's
19
Geüpload op
28-09-2018
Geschreven in
2018/2019

Samenvatting van het boek 'Gedragsproblemen in de klas in het basisonderwijs. In deze samenvatting vind je woordwebben, rijtjes die je moet leren en voorbeelden. Dit document bestaat uit H1 t/m H3 en is onderdeel van het tentamen Kennistoets Passend Onderwijs

Meer zien Lees minder










Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Nee
Wat is er van het boek samengevat?
H1 t/m h3
Geüpload op
28 september 2018
Bestand laatst geupdate op
16 oktober 2018
Aantal pagina's
19
Geschreven in
2018/2019
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Hoofdstuk 1. Gedragsproblemen in de klas
1.1 Probleemgedrag
1.1.1 Wat is het verschil tussen een gedragsprobleem en een gedrags- (of
ontwikkelings)stoornis?
Gedragsprobleem:
Een gedragsprobleem is een probleem dat gebonden is aan de omgeving. Het ontstaat door een
verkeerde interactie tussen kind en omgeving. Het gedragsprobleem is dus het gevolg van iets.
Een gedragsprobleem wordt vaak gezien als minder erg en vooral oplosbaar, door de
omgeving anders te laten reageren of andere vaardigheden bij te brengen.

Gedragsstoornis:
Een gedragsstoornis heb je vanaf je geboorte en is een iets wat niet verholpen kan worden. Je moet
er dus mee leren leven. Het ontstaat in de genen of neurologie van iemand. Het probleem zit in de
aanleg of rijping van het zenuwstelsel of in de bouw van de hersenen.
Je invloed op een stoornis is vaak beperkt.

1.1.2 Kijken naar gedragsproblemen: een tweedeling
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen externaliserend probleemgedrag en internaliserend
probleemgedrag.
Externaliserend probleemgedrag:
Externaliserend probleemgedrag is gedrag dat opvalt. Het valt vaak op, omdat de omgeving er last
van heeft (jij en de klas). 60% van de gedragsproblemen is externaliserend probleemgedrag.
Het gedrag ziet er als volgt uit:
Ø Dwars, dwingend, brutaal.
Ø Agressief, dominant, niet sociaal, niet eerlijk en regels schendend.
Ø Druk, ongeconcentreerd, overbeweeglijk, impulsief.
Ø Wisselende buien, onvoorspelbaar, explosief, angstig, snel beledigend
Ø Weinig motivatie, slechte werkhouding.

Internaliserend probleemgedrag:
Internaliserend probleemgedrag is gedrag dat (bijna) niet opvalt. Degene die dit gedrag vertoont, heeft
er het meest last van. De volgende 3 groepen worden veelal niet herkend als kinderen met
probleemgedrag, maar vallen wel binnen deze groep.
Ze vertonen het volgende probleemgedrag:
Ø Maken zeer moeilijk contact, zijn niet communicatief en eenzijdig gericht.
Ø Zijn stil, angstig, gesloten, hebben weinig aansluiting en zijn passief en somber.
Ø Zijn heel onzeker, hebben weinig zelfvertrouwen, zijn heel faalangstig en zijn dwangmatig in
gewoonten.

1.1.3 Valkuil bij het kijken naar probleemgedrag
Als je gedrag concreet maakt, heb je beter zich en kun je het effectiever proberen te veranderen.

Bijv. Toen ik ging uitleggen, waren er achter kinderen niet stil. Toen ze aan het
werk moesten, duurde het vier minuten voor het laatste kind aan het werk
ging.
Als je zegt ‘De klas was druk vandaag. Ze luisterden slecht.’ beschrijf je geen gedrag. Het is een
interpretatie.




1

,1.1.4 Hoe ontstaat probleemgedrag?
Wanneer een kind dwarsligt of misschien probleemgedrag vertoont, moet je gaan bekijken waar dat
aan ligt.
Er zijn verschillende manieren om naar probleemgedrag te kijken:
Voorheen keek iedereen naar wat het kind markeerde.
Tegenwoordig is het effectiever als men kijkt naar het kind en zijn omgeving.

Als je naar het kind en zijn omgeving kijkt, gebruik je het transactionele model en het ecologische
model. Het komt erop neer dat je niet alleen kijkt of het kind zijn gedrag moet veranderen, maar ook
wat er in zijn omgeving moet veranderen.

Het meervoudig risicomodel van Van der Ploeg gaat ervan uit dat in de omgeving van het kind een
aantal factoren een extra risico vormt en het probleemgedrag kan veroorzaken.

1.2 De rol van de leerkracht
1.2.1 Niet het kind, mar de leerkracht moet (soms) veranderen.
Veel gedragsproblemen verdwijnen als het leerkrachtgedrag verandert. Als leerkracht moet je de
vaardigheid ontwikkelen om het verkeerde gedrag te blijven zien als verkeerd gedrag en het niet te
vereenzelvigen met het kind. Je moet dus het kind en zijn gedrag onderscheiden.

1.2.2 Wat kun je nog meer doen?
Om kinderen iets te kunnen leren, moeten zij zich veilig voelen en het naar hun zin hebben bij jou.
Zet in op de relatie met kinderen
Ga dus bijv. het gesprek aan met leerlingen, waarbij het gaat om een gesprek buiten schoolzaken om.

Erken goed gedrag
Het is belangrijk goed gedrag te erkennen, door kinderen te prijzen, zal het erkende gedrag vaker
gaan voorkomen.

Relativeer ongewenst gedrag
Je kan het best kinderen alternatieven aanleren. Het kind moet elke dag met een schone lei beginnen.

1.2.3 Taalgebruik: ‘Dat lukt je toch niet’ veranderen in ‘Dat lukt je nog niet’.
Als leerkracht moet je letten op je taalgebruik. Gebruik geen woorden als ‘altijd’, ‘nooit’, ‘iedereen’ en
‘niemand’. Gebruik i.p.v. de woorden de woorden ‘nog (niet)’ en ‘al’.
Er is geen enkel kind dat nooit luistert.

1.2.4 Voorspelbaar handelen
Als leerkracht is het belangrijk om voorspelbaar te handelen. Vertel dus van tevoren wat je gaat doen,
dit schept vertrouwen en veiligheid.
Afspraak = afspraak, het is jouw taak om hier consequent in te zijn.
Door van tevoren je consequenties te benoemen, straf je minder snel uit emotie. Je moet dus
consequent zijn in het in het hanteren van de gestelde regels, doe je dit niet? Wekt dit
probleemgedrag op.

Probeer positieve controle uit te oefenen i.p.v. negatieve controle.
Positieve controle:
Hetgeen benoemen wat goed gaat. Iedereen hoort liever wat hij goed doet.

Negatieve controle:
Hetgeen benoemen wat fout gaat.
Over het algemeen benoemen leerkracht wat verkeerd gaat.

Een ‘ik-boodschap’ is minder aanvallend dan een ‘jij-boodschap’. Je laat merken wat ‘ik’ ervan vindt.

2

, Ratio:
4:1 tegenover 1x kritiek staan 4 complimenten.

Geef kinderen (gedeeltelijk) autonomie. Kinderen weten aardig wat bevorderlijk is voor hun
leerproces.

1.2.5 De leerkracht is rolmodel
Als leerkracht wordt ervan je verwacht dat je gedrag vertoont wat jij ook verwacht van de leerlingen.

Bijv. ‘Je tafel is een bende, ruim dit onmiddellijk op. Dit is geen gezicht.’ Om dit te
zeggen, moet je eigen bureau ook netjes zijn, anders heb je geen recht van spreken
srpexpsspreken.

1.3 andere preventieve maatregelen.
1.3.1 Preventief werken
Er zijn een aantal punten die preventief werken op gedragsproblemen:
Ø Zet in op de relatie met de kinderen.
Ø Geef aandacht aan elk kind.
Ø Bekijk zo nu en dan hoe de kinderen kijken: boos, blij, verdrietig.
o Een praatje kan vervelend gedrag voorkomen.
Ø Bewaak de relaties tussen de leerlingen onderling.
Ø Een duidelijke, voorspelbare omgeving.
Ø Voorspelbare lessen.
Ø Volgbaar zijn voor de leerlingen: vaste plek staan als je stilte eist, bij binnenkomst bij de deur
staan.
Ø Positieve groepssfeer.
Ø De groep verantwoordelijkheid geven.
Ø Overzicht in de regels.
Ø Kinderen succeservaringen laten opdoen en deze benoemen.
Ø Hoge verwachtingen eisen een uitspreken.
Ø Gelijkwaardige behandeling, maar niet elk kind is gelijk.
Ø Het besef hebben dat leerkrachten belangrijker zijn dan ze zelf denken.
Ø Benoem vooral wat goed gaat.
Ø Leerproblemen op tijd signaleren en aanpakken
Ø Het begin van het schooljaar goed benutten.

1.3.2 Benut het begin van het schooljaar
Volgens de theorie van de groepsdynamica maken groepen altijd een aantal fases door, ook wel
groepsvorming.

De fases van groepvorming:
Fasenmodel Tuckman (1965)
Forming Kennismaking & oriëntatie
De kinderen zijn in eerste instantie rustig, ook al waren ze vorig jaar druk.
Houd dit in je Periode: eerste schooldag van het nieuwe schooljaar.
hoofd voor de Duur: 1 dag (klassen die elkaar al kennen) tot meerdere dagen
eerste Kennismaken: wie is wie?
schooldag. Oriëntatie: waar ligt alles?
Zitten we in rijen of groepjes
Wanneer mag ik naar de wc
Hoe laat is de pauze
Norming Gemeenschappelijke normen over wat wel en niet gewenst is
Periode: eerste week van de school
De hiërarchie Schoolregels
wordt bepaald. Klassenregels
3

Beoordelingen van geverifieerde kopers

Alle reviews worden weergegeven
3 jaar geleden

1,0

1 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
1
Betrouwbare reviews op Stuvia

Alle beoordelingen zijn geschreven door echte Stuvia-gebruikers na geverifieerde aankopen.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
anniquevanson Hogeschool InHolland
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
1071
Lid sinds
8 jaar
Aantal volgers
893
Documenten
2
Laatst verkocht
1 maand geleden

Hoi, Leuk dat je een samenvatting van mij koopt! Ik hoop dat je er veel aan zal hebben en een goed cijfer haalt. Ik hoor graag van je ervan vond. Groetjes

3,9

208 beoordelingen

5
50
4
112
3
34
2
2
1
10

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen