Probleem 3: I SPY…
Leerdoelen:
1. Waarom zou een persoon wel of niet meegaan met een groep?
2. Welke factoren kunnen van invloed zijn op het maken van een
beslissing in een groep?
Gebruikte literatuur:
● Kassin;
● Hogg& Vaughan;
● Gleitman
● Forysth
● Artikelen canvas:
o Conformity to Peer Pressure in Preschool Children
o Conformity Revisiting Asch’s line-judgment studies
Begrippen
Influence = invloeden
Normative influence = normatieve invloeden → wanneer een persoon bang is voor de
, negatieve sociale gevolgen van het verschijnen van afwijkend gedrag.
Informative influence = informatieve invloeden → Invloed die conformiteit
produceert wanneer iemand gelooft dat anderen correct zijn in hun oordelen.
Social influence = sociale invloed
Conformity = conformeren, conformiteit → De neiging om onze percepties,
meningen of gedragingen te veranderen op een manier die consistent is met
groepsnormen // de neiging van mensen om hun gedrag te veranderen om
consistent te zijn met groepsnormen.
Conformity and obedience = conformeren en gehoorzaamheid
Social mimicry = sociale mimiek
Particuliere conformiteit = ook wel echte acceptatie of conversie genoemd, beschrijft
gevallen waarin anderen ervoor zorgen dat we niet alleen ons openlijke gedrag veranderen,
maar ook onze geest.
Publieke conformiteit = Hier aanvaardt men het standpunt van het publiek eigenlijk niet.
je doet als of je je mening hebt verandert
Private conformiteit = Bij dit soort conformiteit is men er volledig van overtuigd dat anderen
het bij het juiste eind hebben. Als je echt van mening bent verandert
Frame of reference = Aanpassen bij onzekerheid
Congruence = Het eens zijn en eens blijven met de groep
Unanimiteit = overeenstemming
Minority influence = minderheidsbeïnvloeding → Het proces waarmee
andersdenkenden binnen een groep verandering produceren.
Majority influence = meerderheidsbeinvloeding →invloed groot door groepsdruk
Individualisme = Een culturele oriëntatie waarin onafhankelijkheid, autonomie en
zelfredzaamheid voorrang hebben boven groepsbetolingen.
Collectivisme = Een culturele oriëntatie waarin onderlinge afhankelijkheid, samenwerking
en sociale harmonie voorrang hebben boven persoonlijke doelen
Compliance = gedragsveranderingen die worden opgeroepen door directe verzoeken
Prescriptive norms: voorgeschreven norm
Descriptive norms: normen die ontstaan door natuurlijke reactie op bepaalde dingen, de
norm in je hoofd.
Leerdoel 1: Welke factoren kunnen van invloed zijn op het maken van
een beslissing in een groep?
KASSIN, FEIN, MARKUS
Leerdoelen:
1. Waarom zou een persoon wel of niet meegaan met een groep?
2. Welke factoren kunnen van invloed zijn op het maken van een
beslissing in een groep?
Gebruikte literatuur:
● Kassin;
● Hogg& Vaughan;
● Gleitman
● Forysth
● Artikelen canvas:
o Conformity to Peer Pressure in Preschool Children
o Conformity Revisiting Asch’s line-judgment studies
Begrippen
Influence = invloeden
Normative influence = normatieve invloeden → wanneer een persoon bang is voor de
, negatieve sociale gevolgen van het verschijnen van afwijkend gedrag.
Informative influence = informatieve invloeden → Invloed die conformiteit
produceert wanneer iemand gelooft dat anderen correct zijn in hun oordelen.
Social influence = sociale invloed
Conformity = conformeren, conformiteit → De neiging om onze percepties,
meningen of gedragingen te veranderen op een manier die consistent is met
groepsnormen // de neiging van mensen om hun gedrag te veranderen om
consistent te zijn met groepsnormen.
Conformity and obedience = conformeren en gehoorzaamheid
Social mimicry = sociale mimiek
Particuliere conformiteit = ook wel echte acceptatie of conversie genoemd, beschrijft
gevallen waarin anderen ervoor zorgen dat we niet alleen ons openlijke gedrag veranderen,
maar ook onze geest.
Publieke conformiteit = Hier aanvaardt men het standpunt van het publiek eigenlijk niet.
je doet als of je je mening hebt verandert
Private conformiteit = Bij dit soort conformiteit is men er volledig van overtuigd dat anderen
het bij het juiste eind hebben. Als je echt van mening bent verandert
Frame of reference = Aanpassen bij onzekerheid
Congruence = Het eens zijn en eens blijven met de groep
Unanimiteit = overeenstemming
Minority influence = minderheidsbeïnvloeding → Het proces waarmee
andersdenkenden binnen een groep verandering produceren.
Majority influence = meerderheidsbeinvloeding →invloed groot door groepsdruk
Individualisme = Een culturele oriëntatie waarin onafhankelijkheid, autonomie en
zelfredzaamheid voorrang hebben boven groepsbetolingen.
Collectivisme = Een culturele oriëntatie waarin onderlinge afhankelijkheid, samenwerking
en sociale harmonie voorrang hebben boven persoonlijke doelen
Compliance = gedragsveranderingen die worden opgeroepen door directe verzoeken
Prescriptive norms: voorgeschreven norm
Descriptive norms: normen die ontstaan door natuurlijke reactie op bepaalde dingen, de
norm in je hoofd.
Leerdoel 1: Welke factoren kunnen van invloed zijn op het maken van
een beslissing in een groep?
KASSIN, FEIN, MARKUS