100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Antwoorden H5, VWO4, Systematische Natuurkunde

Beoordeling
-
Verkocht
1
Pagina's
35
Geüpload op
19-02-2024
Geschreven in
2023/2024

Antwoorden Hoofdstuk 5 van het boek systematische natuurkunde voor VWO 4












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Geschreven voor

Instelling
Middelbare school
School jaar
4

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Nee
Wat is er van het boek samengevat?
Hoofdstuk 5
Geüpload op
19 februari 2024
Aantal pagina's
35
Geschreven in
2023/2024
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Vwo 4 Hoofdstuk 5 Uitwerkingen


5.1 Elektrische stroom en spanning
Opgave 1
a In vaste stoffen kunnen alleen (negatief geladen) elektronen zich verplaatsen.
Doordat de lading van Riemer positief is, is hij dus elektronen kwijtgeraakt.
b Het aantal elektronen bereken je met de lading en de lading van het elektron.

De lading van een elektron is 1,602·10−19 C.
3,7  10−10
Het aantal elektronen dat Riemer is kwijtgeraakt, is = 2,30  109 .
1,602  10 −19
Afgerond: 2,3·109.
c De richting van de elektrische stroom leg je uit met de beschrijving van de elektrische stroom.

De richting van de elektrische stroom is gelijk aan de richting waarin positieve lading zich
verplaatst.
Tijdens de ontlading bewegen negatief geladen elektronen van de deurkruk naar Riemer.
Dus de andere kant op is de richting van de elektrische stroom: van Riemer naar de deurkruk.
d De stroomsterkte bereken je met de formule voor de stroomsterkte.

Q
I=
t
Q = 3,7·10−10 C
t = 12 ns = 12·10−9 s
3,7  10−10
I=
12  10−9
I = 0,0308 A
Afgerond: I = 0,031 A.

Opgave 2
a De lading bereken je met de formule voor spanning.

ΔE
U=
Q
U = 230 V
ΔE = 2,16∙105 J per uur
2,16  105
230 =
Q
Q = 939 C per uur
b De stroomsterkte bereken je met de formule voor de stroomsterkte.

Q
I= met Q = 939 C en t = 1 uur = 3600 s
t
939
I=
3600
I = 0,2608 A
Afgerond: 0,261 A.
c De laatste zin boven vraag a moet je in je leerboek doorstrepen.

De afstand die de vrije elektronen gemiddeld in een uur afleggen bereken je met de lading die
in een uur wordt verplaatst en de lading van de vrije elektronen in 1 m koperdraad.
De lading in 1 m koperdraad volgt uit het aantal koperatomen in 1 m koperdraad.

In 1 m koperdraad bevinden zich 2,0∙1022 koperatomen met ieder een vrij elektron. Dus in 1 m
koperdraad bevinden zich 2,0∙1022 vrije elektronen.
De lading hiervan is Q = 2,0∙1022 × 1,602∙10−19 = 3,20∙103 C.




© ThiemeMeulenhoff bv – versie 1.0 – vanaf examen mei 2025 Pagina 1 van 35

,Vwo 4 Hoofdstuk 5 Uitwerkingen


Als alle vrije elektronen 1 m opschuiven, verplaatst zich dus 3,20∙103 C door de
dwarsdoorsnede van de koperdraad.
In 1 uur verplaatst zich maar 939 C. (zie vraag a)
939
De verplaatsing van deze lading is daardoor = 2,930  10−1 m .
3,20  103
Afgerond: 0,293 m.

Opgave 3
a De stroomsterkte bereken je met de formule voor de stroomsterkte.
De lading bereken je met de formule voor de spanning.

ΔE
U=
Q
U = 1,5 V
ΔE = 0,20 mJ per seconde = 0,20∙10−3 J per seconde
0,20  10−3
1,5 =
Q
Q = 1,333∙10−4 C per seconde
Lading per seconde is de stroomsterkte: I = 1,333∙10−4 A.
Afgerond: 1,3∙10−4 A.
b De tijd bereken je met de stroomsterkte en de capaciteit.
Uit de voorbeelden volgt dat de capaciteit het product is van de stroomsterkte en de tijd.
De stroomsterkte is daarin uitgedrukt in mA en de tijd in uur.

I = 1,3∙10−4 A = 0,13 mA
2400 = 0,13 × t
t = 1,84∙104 h
Afgerond: t = 1,8∙104 h.

Opgave 4
De stroomsterkte bereken je met de formule voor de stroomsterkte.
De lading bereken je met de formule voor de spanning.

ΔE
U=
Q
U = 43,2 V
ΔE = 3,6 MJ = 3,6·106 J
3,6  106
43,2 =
Q
Q = 8,33·104 C

Q
I=
t
Q = 8,33·104 C
Δt = 30 min = 30 × 60 = 1800 s
8,33  103
I=
1800
I = 46,29 A
Afgerond: I = 46 A.




© ThiemeMeulenhoff bv – versie 1.0 – vanaf examen mei 2025 Pagina 2 van 35

,Vwo 4 Hoofdstuk 5 Uitwerkingen


Opgave 5
a Het aantal chroomatomen bereken je met de massa van de chroomatomen en de massa van
één chroomatoom.

1,2  10 −3
Het aantal atomen is gelijk aan = 1,39  1022 .
8,6  10−26
Er zijn afgerond 1,4·1022 atomen neergeslagen.
b De stroomsterkte bereken je met de formule voor de stroomsterkte.
De lading bereken je met het aantal elektronen dat is opgenomen en de lading van een
elektron.
Het aantal elektronen dat is opgenomen bereken je met het aantal atomen dat is
neergeslagen en het aantal elektronen dat nodig is om Cr3+ om te zetten in Cr.

Er zijn 1,4·1022 atomen neergeslagen en daarvoor zijn 1,4·1022 ionen Cr3+ nodig.
Om een ion Cr3+ om te zetten in een atoom Cr zijn drie elektronen nodig.
Er zijn 3 × 1,4·1022 = 4,2∙1022 elektronen nodig.

De lading van een elektron is 1,602·10−19 C.
De totale lading is dan 4,2·1022 × 1,602·10−19 = 6,728·103 C.

Q
I=
t
Q = 6,728·103 C
Δt = 1,5 h = 1,5 × 3600 = 5400 s
6,728  103
I=
5400
I = 1,245 A
Afgerond: I = 1,2 A.

Opgave 6
De verbindingsdraden teken je door de volgende opdrachten uit te voeren:
− Welke meter staat in serie met het lampje?
− Teken eerst een stroomkring met deze meter, de spanningsbron en het lampje.
Let bij het aansluiten op plus en min.
− Teken de andere meter parallel aan het lampje.
Let ook nu bij het aansluiten op plus en min.

De + pool van de spanningsbron is (eventueel via de lamp) verbonden met de + pool van een
apparaat.
De stroommeter staat in serie met de lamp.
De spanningsmeter staat parallel aan de lamp
Zie figuur 5.1 voor twee mogelijke schakelingen.




© ThiemeMeulenhoff bv – versie 1.0 – vanaf examen mei 2025 Pagina 3 van 35

, Vwo 4 Hoofdstuk 5 Uitwerkingen




Figuur 5.1

Opgave 7
a De gemiddelde stroomsterkte bepaal je met
de oppervlakte onder de grafiek.

Zie figuur 5.2.
De oppervlakte onder de rode lijn is tussen
t = 0,4 s en t = 9,6 s gelijk aan de oppervlakte
onder de grafiek.
De rode lijn hoort bij Igem = 12,4 A.




Figuur 5.2

b De gemiddelde spanning bereken je met de formule voor de spanning.
De lading volgt uit de oppervlakte onder (I,t)-grafiek.

De oppervlakte onder de rode lijn is gelijk aan:
Q = 12,4 × (9,6∙10−3 − 0,4∙10−3)
Q = 0,114 C

ΔE
Ugem =
Q
ΔE = 0,13 kJ = 0,13·103 J
0,13  103
Ugem =
0,114
Ugem = 1,139·103 V
Afgerond: Ugem = 1,1·103 V.




© ThiemeMeulenhoff bv – versie 1.0 – vanaf examen mei 2025 Pagina 4 van 35

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
floortjuhh
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
15
Lid sinds
3 jaar
Aantal volgers
11
Documenten
49
Laatst verkocht
5 maanden geleden

2,0

2 beoordelingen

5
0
4
0
3
1
2
0
1
1

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen