1.1 De kandidaat benoemt welk overheidsorgaan of overheidsinstante een gegeven belastng of
heffing kan oeleggen.
Het rijk (93% van alle belastngenn
- Inkomstenbelastng, loonbelastng, - en vennootschapsbelastng
- dividendbelastng
- kansspelbelastng
- omzetbelastng (btw)
- accijnzen
- belastngen op personenauto's en motorrijwielen (bpm)
- motorrijtuigenbelastng (mrb)
- overdrachtsbelastng
- milieubelastngen, zoals kolenbelastng, en energiebelastng
Provineie (2% met watersecappen)
Opeenten; Worden betaald door de houder van een motorrijtuig, samen met de
motorrijtuigenbelastng
Gemeenten (5%n
- Onroerendezaakbelastng (OZB)
- Toeristenbelastng
- Hondenbelastng
Waterschaeeen (2% met erovincien
Om de kwaliteit van het waterbeheer te waarborgen wordt door de waterschappen ook belastng
geheven:
- Waterschapsbelastng
1.2 De kandidaat benoemt de meest voorkomende gemeentelijke belastngen
(onroerendzaakbelastng (OZBn, erecariobelastng, forensenbelastng, toeristenbelastng,
earkeerbelastng, hondenbelastng, rioolrechten, reinigingsheffingn.
Gemeenten (5%n
- Onroerendezaakbelastng (OZB)
- Toeristenbelastng
- Hondenbelastng
1.3De kandidaat benoemt wie belastngelichtg is in de zin van de Wet oe de inkomstenbelastng.
De personen waarvan belastng wordt geheven, worden belastngsubjecten genoemd, ofewel de
belastngplichtgen. Iedere natuurlijke persoon is belastngplichtg:
1
,- Nederlanders en buitenlanders
- Minderjarigen en meerderjarigen
- Gehuwden en ongehuwden
- Ingezetenen en niet-ingezetenen
In het systeem van de Wet IB 2001 worden twee categorieën belastngplichtgen onderscheden:
1. Binnenlands belastngelichtgen Natuurlijke personen die in Nederland wonen.
Ingezetenen, onbeperkt belastngplichtg. (Wereldinkomen mag belast worden)
2. Buitenlands belastngelichtgen natuurlijke personen die niet in Nederland wonen, maar
wel een binnenlands inkomen hebben. Niet-ingezetene. Beperkt belastngplichtge. (alleen
inkomen in Nederland mag belast worden)
3. Wat is je fscale woonelaats
4. Het land waar je binnenlands belastngplichtg bent wordt bepaald aan de hand van je fscale
woonplaats. Dat betekent echter niet dat daar waar je ingeschreven staat in de
Basisregistrate Personen, automatsch je fscale woonland is. Het gaat er ook om waar je
sociaal leven zich bevind.
5. Je woonplaats hangt af van de feiten en omstandigheden. De volgende criteria bepalen
onder andere wat je woonland is:
6. - waar verblijf je gezin?
- waar gaan de kinderen naar school?
- waar werk je?
- waar heb je een woning?
- waar ben je ingeschreven in de basisregistrate personen?
- waar ga je naar het café, de vereniging of naar de kerk?
- waar ga je naar de dokter of de sportclub?
- waar verblijf je en hoe lang?
1.4 De kandidaat motveert voor een situate of iemand inkomstenbelastng is verschuldigd.**
U hebt naast uw baan een uitkering.
b. U hebt 2 of meer banen.
c. U ontvangt naast uw AOW een pensioen.
d. U werkt niet in loondienst maar hebt bijvoorbeeld inkomsten als freelancer of gastouder.
e. U oefent een zelfstandig beroep uit.
f. U hebt een eigen bedrijf of onderneming.
g. U hebt veel vermogen.
2
, 1.5 De kandidaat berekent voor een situate en eventueel een gegeven heffingskortng hoeveel
inkomstenbelastng iemand verschuldigd is in een beeaalde box./ 1.10 De kandidaat beeaalt voor
een situate in welke box een inkomstenbestanddeel valt.
Het tarief voor het belastbaar inkomen uit werk en woning is een oplopend tarief met 4
schijven. Het is erogressief--> je gaat naar verhouding meer belastng betalen als je inkomen
hoger wordt. In het jaar dat je de AOW-leefijd bereikt, betaalt je een aangepast tarief.
Premies volksverzekeringen
Inkomsten die in box 1 vallen, zijn onder meer: Afrekeosten box 1
winst uit onderneming Hypotheekafrek
loon uit dienstbetrekking Gifen
Inkomsten uit overige werkzaamheden Zorgkosten
Periodieke uitkeringen of verstrekkingen Betaalde partneralimentate
Inkomsten uit eigen woning Studiekosten
In de eerste twee schijven van box 1 worden ook premies van de drie volksverzekering geheven:
AOW (algemene ouderdomswet), Anw (Algemene nabestaanden wet) en de AWBZ (algemene wet
bijzondere ziektekosten). De premies van de volksverzekeringen zijn verplichte betalingen, maar
geen belastngen, omdat ze de verzekeringsgedachte hebben: het idee dat iemand zich verzekerd
tegen de risico’s waar deze voorzieningen voor zijn bedoeld.
Inkomsten in box 1 - tot AOW-leefijd
Heffingskortngen
IB Schijf 1: t/m € 20.142 36,55 %
Algemene heffingskortng
Arbeidskortng
Inkomensafhankelijke combinatekortng
Heffingskortng voor groen beleggen 3