100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting + leeruitkomsten BOK menselijk gedrag.

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
20
Geüpload op
18-02-2024
Geschreven in
2023/2024

De eerste paar leeruitkomsten zijn zeer uitgebreid, de laatste vier zijn enkel opzetjes of klad. Met dank aan deze samenvatting tentamen behaald.













Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Ja
Geüpload op
18 februari 2024
Aantal pagina's
20
Geschreven in
2023/2024
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

BOK Leeruitkomsten periode 1
Menselijk gedrag


Stromingen in de psychologie

1. Student kan herkennen wat psychologie wel en niet is

Psychologie = de wetenschap gedrag en geestelijke processen
Psyche = ‘Geest’
Logie = ‘Gebied van studie’
Psychologie ; ‘De studie van de geest’

In tegenstelling tot pseudowetenschappen eist de wetenschappelijke psychologie stevig
bewijs als onderbouwing van de beweringen. Binnen psychologie zijn er veel specialismen,
die binnen drie brede gebieden vallen.

 Experimenteel psychologen (voornamelijk onderzoek en geven ook onderwijs)
 Docent psychologen (veelal hbo-opleidingen psychologie)
 Toegepast psychologen (onderwijs, klinische psychologie en counseling)

Om het verschil te kennen tussen psychologie en pseudopsychologie is het nodig kritische
denkvaardigheden te ontwikkelen. Zes vragen die je zou moeten stellen als je met nieuwe
beweringen wordt geconfronteerd waarvan wordt beweerd dat ze een wetenschappelijke
basis hebben:

1. Wat is de bron?
2. Is de bewering redelijk of extreem?
3. Wat is het bewijsmateriaal?
4. Kan de conclusie door bias zijn beïnvloed?
5. Worden veel voorkomen denkfouten vermeden?
6. Zijn voor het oplossen van het probleem verschillende invalshoeken nodig?

Dus WEL: De wetenschap van gedrag en geestelijke processen
- Psychologie is de studie van de geest
- Psychologie bestaat uit zowel interne geestelijke processen, die we alleen indirect
waarnemen (zoals denken, voelen en begeren), als externe waarneembare
gedragingen (zoals praten, glimlachen en lopen).
- De wetenschap van de psychologie is gebaseerd op objectieve, verifieerbare
gebeurtenissen.

Dus NIET: Psychiatrie: een medisch specialisme dat zich richt op diagnose en behandeling
van geestelijke problemen
- Medisch van aard (Studie Geneeskunde + specialisatie gedragsproblemen)
- Behandelen ernstige psychische stoornissen dan psychologen
- Zien het als patiënten i.p.v. cliënten met een geestelijke stoornis
- Mogen medicatie voorschrijven, psychologen niet

, 2. Student kan de belangrijkste stromingen van de psychologie onderscheiden; weet
wat deze stromingen inhouden, hoe in deze stromingen onderzoek gedaan wordt, en
kan de belangrijkste namen aan de juiste stroming koppelen.


1. Structuralisme (Wilhelm Wundt & Edward Bradford Titchener)
 Zoeken naar bepaalde structuur
 Kijken naar waarom we die geest hebben, hoe het is ontstaan en hoe helpt het bij
het leven wat we lijden.
 Het proberen te ontrafelen van de basisstructuren van de geest en gedachten

2. Behaviorisme (B.F. Skinner & John B. Watson)
 Wetenschap van het gedrag van de meetbare omstandigheden in de omgeving die
het gedrag beïnvloeden (waarneembare reacties vanuit de omgeving)
 Richten zich op gedrag en NIET alleen op mentale processen
 Niet kijken naar subjectieve dingen
 Geen subjectieve aannamen over de interne aanleiding voor extern gedrag
 Opstandige groep -> het bestuderen van de geest zou geen deel uitmaken van de
psychologie, alleen gedrag kon worden geobserveerd.

3. Functionalisme (William James & John Dewer)
 Richten op de functie van het bewustzijn, niet alleen de structuur ervan.
 Organismen passen zich aan aan hun omgeving
 James vond de ideeën van Charles Darwin interessanter. Had belangstelling voor
emoties met relatie tot het lichaam en tot gedrag.
 Dewer -> Niet denken, maar doen

4. Rationalisme (Rene Descartes)
 Door vooral veel denken creëer je nieuwe kennis. Er is een scheiding tussen geest en
lichaam

5. Humanisme (????)
 Legt de nadruk op de mogelijkheden, groei, potentie en vrije wil van de mens

6. Empirisme (Wilhelm Wundt, Francis Bacon, John Locke)
 Ervaring, leerprocessen
 Dingen meemaken en erop uitgaan om meer kennis te creëren vanuit experimenten
 Het bewustzijn van de mens is op te delen in elementen

7. Psychoanalyse (Sigmund Freud)
 Benadering van de psychologie die is gebaseerd op de veronderstellingen van Freud
 Onbewuste processen

, 3. De student weet vanuit welke zes perspectieven gedrag bekeken kan worden;
begrijpt wat deze perspectieven inhouden en kan deze herkennen in een korte
casusbeschrijving.

Biologisch perspectief:
 Zenuwstelsel
 Hormoonstelsel
 Genetica
 Fysieke kenmerken

Behavioristisch perspectief:
 Leren
 Beheersing van gedrag door de omgeving
 Stimuli en responsen – maar niet op mentale processen

Ontwikkelingsperspectief:
 Verandering in psychologisch functioneren tijdens het leven
 Erfelijkheid en omgeving

Cognitieve perspectief:
 Mentale processen zoals gedachten, leren, geheugen en perceptie
 De geest als een computerachtige ‘machine’
 Hoe emotie en motivatie gedachten en perceptie beïnvloeden

Whole-person perspectief:
 Psychodynamische perpectief dat zich richt op onbewuste motivatie en psychische
stoornissen
 Humanistische perspectief dat zich richt op geestelijke gezondheid en menselijk
potentieel
 Perspectief van karaktertrekken en temperament dat persoonskenmerken en
individuele verschillen benadrukt

Socioculturele perspectief:
 Sociale invloeden op gedrag en mentale processen
 Hoe individuen functioneren in groepen
 Culturele verschillen

,Biopsychologie

o Student weet wat er wordt verstaan onder biopsychologie.

Specialisme in de psychologie dat de interactie tussen biologie, gedrag en de omgeving
bestudeert.

o De student weet wat de begrippen evolutie en natuurlijke selectie inhouden.

Evolutie:

Het geleidelijke proces van biologische verandering van een soort als gevolg van zijn
aanpassing aan de omgeving.

Natuurlijke selectie:

Drijvende kracht achter de evolutie, waardoor de omgeving de best aangepaste
‘organismen’ selecteert.

Adaptief kenmerk:

Een onderdeel van de evolutie, het is een kenmerk van een organisme dat is ontstaan door
de aanpassing aan een specifieke omgeving.



o De student weet wat de begrippen genotype en fenotype inhouden en kan in een korte
casus herkennen of het gaat om genotype of fenotype, weet hoe genen zijn opgebouwd.


Genotype:

“Blauwdruk” – Het volledig biologische ontwerp en plan van uitvoering voor de
ontwikkeling.

Fenotype:

Genetype + invloeden van de omgeving.
“Fysieke bouwwerk” – Alle fysieke eigenschappen die door de genetische opmaak zijn
bepaald, waarneembaar. (Ook gedrag)

Voorbeeld: Flamingo is van nature wit, dat is het genotype. Door hun voedsel, algen en
kleine kreeftjes, kleuren hun veren roze, het fenotype is dus een roze vogel.

, Opbouw van genen:

Genen:


o In je cellen zitten chromosomen
o Een chromosoom bestaat uit DNA
o DNA zijn lange spiraalvormige moleculen welke zijn opgebouwd uit genen
o Genen beïnvloeden gedrag alleen maar Indirect




4. De student kan de verschillende onderdelen van een neuron herkennen; en weet
welke typen neuronen er zijn; welke functies ze hebben, hoe ze functioneren en kan
ze in een korte casus herkennen.

Neuron:
Een cel, ook wel zenuwcel genoemd, die is gespecialiseerd in het ontvangen en doorsturen
van informatie naar andere cellen in het lichaam. Een bundeling van een groot aantal
neuronen wordt een zenuw genoemd.

Welke typen neuronen er zijn (en functie ervan):

 Sensorisch neuron: zenuwcel die boodschappen van sensorische receptoren naar het
centrale zenuwstelsel verstuurt. Geleiden signalen die leiden tot sensaties van zicht,
gehoor, smaak, aanraking, geur, pijn en evenwicht.
 Motorisch neuron: Zenuwcel die boodschappen van het centrale zenuwstelsel naar
de spieren, organen en/of klieren verstuurt. Geleiden dus de instructies voor al onze
handelingen.
 Schakelcel (interneuron): Zenuwcel die boodschappen van het ene type zenuwcel
doorgeeft aan een ander type en vooral voorkomt in de hersenen en in het
ruggenmerg. Deze neuronen geleiden boodschappen van sensorische neuronen naar
andere schakelcellen of naar motorische neuronen.
€11,99
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
norahilhorst

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
norahilhorst Fontys Hogeschool
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
1
Lid sinds
1 jaar
Aantal volgers
2
Documenten
6
Laatst verkocht
1 jaar geleden
Toegepaste psychologie - Fontys Hogeschool (HBO)

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen