decisions” (Reynolds en Francis, 2001)
Inleiding en motivatie
Wanneer een accountant (of accountantskantoor) voor het merendeel van zijn omzet afhankelijk is van
1 grote klant, kan dit de onafhankelijke oordeelvorming van accountants in de weg staan. Dit onderzoek
richt zich op de vraag of de omvang van de klant (in relatie tot de totale omzet van het accountants-
kantoor) invloed heeft op de besluitvorming van de accountants. Door in het onderzoek zowel grote als
kleine kantoren mee te nemen, kan bepaalt worden of de omvang van een accountantskantoor invloed
heeft op het oordeel van een accountant.
Gezien dit onderzoek inzicht geeft inzake de besluitvorming van de accountants, is dit onderzoek
geschreven vanuit het perspectief van accountants en accountantskantoren. Is namelijk de omvang van
de klant van invloed op de factoren die meespelen in de besluitvorming van de accountant?
Toegepaste theorieën en wetenschappelijke literatuur
Als basis voor het onderzoek gebruiken de onderzoekers eerder verschenen literatuur, en dan met name
het wetenschappelijke artikel van DeAngelo (1981). Het onderzoek van DeAngelo richt zich op de grote
van het accountantskantoor en de kwaliteit van de audit. Dit onderzoek borduurt daarop voort, door de
vergelijking te maken met de grote van de klant in relatie tot de totale omzet van het
accountantskantoor.
Conceptueel en causaal model:
De onderzoekers hebben een causaal model opgesteld, dat er als volgt uit ziet (zie pagina 2):
Figuur 1: causaal model
H1: Hoe groter de klant, hoe
minder inzicht gegeven wordt
inzake de accounting accruals (+/+)
Economische afhankelijkheid van
accountants
H2: Bij grotere klanten is de
variatie aan accounting accruals
hoger dan bij kleinere klanten (+/+)