KR Samenvatting Klinisch Redeneren kwartiel 3
Kritisch denken binnen hen verpleeekknndike plrocces
2.2
Kenmerken kritisch denken:
- Kritisch denken ii rttoneel en redelikk chet denken beredeneerd ii en niet beruit op
vooroordelen, voorkeuren, eigenbeltng of tngit.
- Kritisch denken omvtt sonseptutliieren chet intellestuele prosei vtn chet vormen vtn een
begrip.
- Kritisch denken vereiit releste.
- Kritisch denken omvtt oohel sogniteve (denkvvttrdigcheden tli gedrtgingen (gevoeleniv.
- Kritisch denken omvtt srettef denken.
- Kritisch denken vereiit kennii.
Kritisch denken omvtt:
- Rttontliteit en rede.
- Releste.
- Vttrdigcheden en choudingen.
- Crettef denken en kunnen sonseptutliieren.
- Kennii.
Wetenischtppelikke kennii feiten, informtte, prinsipei en tcheorieën.
Vtkbekhttmcheid mtnier httrop verpleegkundigen chun kennii gebruiken.
Etchiische kennii kennii die nodig ii om een reltte te kunnen leggen tuiien de te drtgen
beroepivertnthoordelikkcheid, de nt te leven khtliteitieiien die opgeiteld oikn sonform de
beroepisode en de tlgemeen geldende morele prinsipei, ootli tlgemeen mtttischtppelikke fttioeni-
en beleefdcheidiregeli.
Zelfennii kennii die ke beoit over de hikoe httrop ke keoelf tli individueel verpleegkundige
verchoudt tot tnderen en tot ke vtkgebied.
De typen verpleegkundige kennii:
- Verplegingihetenischtp.
- Vtkbekhttmcheid.
- Zelfennii.
- Etchiek.
2.4
Cognite vermogen om kennii op te doen.
Cogniteve vttrdigcheden intellestuele tstviteiten die ke verrischt tkdeni de somplexe
denkproseiien.
Jtrgon beitttt uit uitdrukkingen en teschniische begrippen die begrepen en gebruikt horden door
een bepttlde groep, bikvoorbeeld verpleegkundige of trtien, mttr niet door tndere menien.
Eufemiime oogenttmde verotschtend of verbloemend en minder obkestef begrip dtt de plttti
inneemt vtn een direste en miipltttite uitdrukking.
Wttrnemen prosei httrbik ke de ointuigen gebruikt.
, Cltiiiferen prosei httrmee ke dingen groepeert op btiii vtn chun overeenkomiten of
gemeenischtppelikke kenmerken.
Antlogie ipesittl ioort vergelikking die ttngeef choe otken uit verischillende sttegorieën met
elkttr overeenkomen.
Redeneren oodtnig logiisch denken dtt gedtschten op een oinvolle hikoe met elkttr verbonden
horden.
Dedustef redeneren sonsluiie hordt tfgeleid uit een tlgemene tcheorie, uitiprttk, genertliitte,
vooropgeoete itelling of sonsreet feit.
Relevtnte gegeveni feiten die beltngrikk of vtn betekenii oikn.
Irrelevtnte ftstoren ftstoren chebben nieti met de kheite vtn doen of oe chebben hel enige reltte
met de kheite mttr deoe ii niet vtn beltng.
Impliseren dtt ke ieti indirest uitdrukt; ke iuggereert ieti oonder chet te benoemen.
2.5
Releste of relestef redeneren mtnier vtn denken httrbik ke met een groot istlt ttn
mogelikkcheden relesteert op de meritei vtn iedere iitutte.
Kliniische beoordelingen sonsluiiei en meningen die ke, op btiii vtn pttëntengegeveni chebt
gevormd over de geoondcheid vtn de pttënt.
2.8
Rischtliknen die kritisch denken onderiteunen:
- Verrischt een oelfonderooek.
- Tolereer verischillen.
- Zoek iituttei op httr kritisch denken hordt toegeptit.
- Creëer een omgeving httrin kritisch denken hordt geiteund.
- Oefen in kritisch denken.
5.2
Ttxonomie sltiiifistteiyiteem. Dit identfiseert en sltiiifiseert ideeën of obkesten op grond vtn
chun overeenkomiten.
ICD (internttontl sltiiifistton of diietieiv benoemt en sltiiifiseert mediische ttndoeningen,
insluiief piyschiische itoorniiien. Ii een niet-verpleegkundig sltiiifistteiyiteem.
DSM (ditgnoits tnd itttitstl mtnutlv hordt gebruikt door beroepioefentren uit de geeitelikke
geoondcheidioorg om piyschittriische oiektebeelden te benoemen en te omischrikven. Ii een niet-
verpleegkundig sltiiifistteiyiteem.
ICF (internttontl sltiiifistton of funstoning, diitbility tnd chetltchv rttmherk vtn sltiiifisttei die
geotmenlikk een geittndttrdiieerd begrippentpptrttt vormen voor beischrikvingen vtn chet
menielikk funstoneren en de problemen die dttrin kunnen optreden. Het doel vtn de ICF ii, door
middel vtn chet in kttrt brengen vtn begrippen op dtt termikn, een btiii te leggen voor een
gemeenischtppelikke ittndttrdtttl. Ii een niet-verpleegkundig sltiiifistteiyiteem.
Kritisch denken binnen hen verpleeekknndike plrocces
2.2
Kenmerken kritisch denken:
- Kritisch denken ii rttoneel en redelikk chet denken beredeneerd ii en niet beruit op
vooroordelen, voorkeuren, eigenbeltng of tngit.
- Kritisch denken omvtt sonseptutliieren chet intellestuele prosei vtn chet vormen vtn een
begrip.
- Kritisch denken vereiit releste.
- Kritisch denken omvtt oohel sogniteve (denkvvttrdigcheden tli gedrtgingen (gevoeleniv.
- Kritisch denken omvtt srettef denken.
- Kritisch denken vereiit kennii.
Kritisch denken omvtt:
- Rttontliteit en rede.
- Releste.
- Vttrdigcheden en choudingen.
- Crettef denken en kunnen sonseptutliieren.
- Kennii.
Wetenischtppelikke kennii feiten, informtte, prinsipei en tcheorieën.
Vtkbekhttmcheid mtnier httrop verpleegkundigen chun kennii gebruiken.
Etchiische kennii kennii die nodig ii om een reltte te kunnen leggen tuiien de te drtgen
beroepivertnthoordelikkcheid, de nt te leven khtliteitieiien die opgeiteld oikn sonform de
beroepisode en de tlgemeen geldende morele prinsipei, ootli tlgemeen mtttischtppelikke fttioeni-
en beleefdcheidiregeli.
Zelfennii kennii die ke beoit over de hikoe httrop ke keoelf tli individueel verpleegkundige
verchoudt tot tnderen en tot ke vtkgebied.
De typen verpleegkundige kennii:
- Verplegingihetenischtp.
- Vtkbekhttmcheid.
- Zelfennii.
- Etchiek.
2.4
Cognite vermogen om kennii op te doen.
Cogniteve vttrdigcheden intellestuele tstviteiten die ke verrischt tkdeni de somplexe
denkproseiien.
Jtrgon beitttt uit uitdrukkingen en teschniische begrippen die begrepen en gebruikt horden door
een bepttlde groep, bikvoorbeeld verpleegkundige of trtien, mttr niet door tndere menien.
Eufemiime oogenttmde verotschtend of verbloemend en minder obkestef begrip dtt de plttti
inneemt vtn een direste en miipltttite uitdrukking.
Wttrnemen prosei httrbik ke de ointuigen gebruikt.
, Cltiiiferen prosei httrmee ke dingen groepeert op btiii vtn chun overeenkomiten of
gemeenischtppelikke kenmerken.
Antlogie ipesittl ioort vergelikking die ttngeef choe otken uit verischillende sttegorieën met
elkttr overeenkomen.
Redeneren oodtnig logiisch denken dtt gedtschten op een oinvolle hikoe met elkttr verbonden
horden.
Dedustef redeneren sonsluiie hordt tfgeleid uit een tlgemene tcheorie, uitiprttk, genertliitte,
vooropgeoete itelling of sonsreet feit.
Relevtnte gegeveni feiten die beltngrikk of vtn betekenii oikn.
Irrelevtnte ftstoren ftstoren chebben nieti met de kheite vtn doen of oe chebben hel enige reltte
met de kheite mttr deoe ii niet vtn beltng.
Impliseren dtt ke ieti indirest uitdrukt; ke iuggereert ieti oonder chet te benoemen.
2.5
Releste of relestef redeneren mtnier vtn denken httrbik ke met een groot istlt ttn
mogelikkcheden relesteert op de meritei vtn iedere iitutte.
Kliniische beoordelingen sonsluiiei en meningen die ke, op btiii vtn pttëntengegeveni chebt
gevormd over de geoondcheid vtn de pttënt.
2.8
Rischtliknen die kritisch denken onderiteunen:
- Verrischt een oelfonderooek.
- Tolereer verischillen.
- Zoek iituttei op httr kritisch denken hordt toegeptit.
- Creëer een omgeving httrin kritisch denken hordt geiteund.
- Oefen in kritisch denken.
5.2
Ttxonomie sltiiifistteiyiteem. Dit identfiseert en sltiiifiseert ideeën of obkesten op grond vtn
chun overeenkomiten.
ICD (internttontl sltiiifistton of diietieiv benoemt en sltiiifiseert mediische ttndoeningen,
insluiief piyschiische itoorniiien. Ii een niet-verpleegkundig sltiiifistteiyiteem.
DSM (ditgnoits tnd itttitstl mtnutlv hordt gebruikt door beroepioefentren uit de geeitelikke
geoondcheidioorg om piyschittriische oiektebeelden te benoemen en te omischrikven. Ii een niet-
verpleegkundig sltiiifistteiyiteem.
ICF (internttontl sltiiifistton of funstoning, diitbility tnd chetltchv rttmherk vtn sltiiifisttei die
geotmenlikk een geittndttrdiieerd begrippentpptrttt vormen voor beischrikvingen vtn chet
menielikk funstoneren en de problemen die dttrin kunnen optreden. Het doel vtn de ICF ii, door
middel vtn chet in kttrt brengen vtn begrippen op dtt termikn, een btiii te leggen voor een
gemeenischtppelikke ittndttrdtttl. Ii een niet-verpleegkundig sltiiifistteiyiteem.
