Naam: Lars Vegelin
Studentnummer: 2744096
Docent: Dr Amin
Vak: Academic skills
Werkgroep : 7
1. Welke vier schalen om te meten benoemen Lee & Lings (2008) en geef per
schaal een voorbeeld van een variabele die je er mee kunt meten.
Ratio scales: Kelvin , die de laagst mogelijke waarde aangeeft 0 keklvin = -273 graden.
Interval scales: het verschil tussen 100 naar 200 is hetzelfde als van 500 naar 600.
Ordinal scales: op basis van volgorde , dus een bepaalde rangorde.
Nominal scales: een numerieke waarde per groep , dus groep 1 en groep 2.
2. Wat is de aard van de onderzoeksvraag in het artikel van Balogun et al. (2015)
(verklarend, beschrijvend of explorerend) en licht toe waarom je denkt dat dat zo
is. Welke methodologie hoort dan bij deze vraag, en leg uit waarom?
De onderzoeksvraag volgt eigenlijk al een verklaring namelijk dat de senior management teams
niet meer als 1 homogene groep kunnen worden gezien en er apart van gezien moet worden.
3. In hoofdstuk 9 van het boek (Lee & Lings, 2008) wordt “theoretical saturation”
uitgelegd. Hoe wordt in het artikel van Lahtinen en Yrjölä (2019) beschreven hoe ze
hier mee om zijn gegaan?
De saturation zorgt ervoor dat de onderzoeker de analyse en de verzameling van ghegevens
samenvoegd ipv apart van elkaar gaat zien. Er kan vantevoren moeilijk bepaald worden hoeveel
interviews er nodig waren ging men in dit onderzoek uit van de aantal reacties die nodig zou
moeten zijn. Er werden interviews afgenomen totdat het verzadigingspunt werd bereikt. Door
herhaaldelijke terugkerende patronen van mensen vaak voorkwamen werd dit verzadigingspunt
bereikt. Ook werd er bij de steekproef mensen geselecteerd die vantevoren bekend was dat zij
inzichten vn het fenomeen konden leveren.
4. Leg uit wat bedoeld wordt met “convenience sampling”? Beantwoord tevens óf
vraag 4a óf vraag 4b. (let op: studenten die geen OT in periode 1 hebben gevolgd,
kunnen alleen vraag 4b beantwoorden).
a. Geef aan of de persoon die je (met je groep) bij het vak OT gekozen hebt om te
interviewen, valt onder deze categorie van convenience sampling. Zo ja, waarom
denk je dat en hoe zou je dat beter kunnen doen? Zo neen, waarom niet en hoe zou
je de manier van sampling dan noemen?
Nee , ik heb op basis van een vooraf gekozen eis de persoon uitgekozen, er is dus geen sprake
van convenience= toeval, er is sprake van purposive sampling, doordat er met een doel deze
persoon is uitgekozen.
b. Wie vallen in het artikel van Balogun et al. (2015) in de sample en om hoeveel
mensen gaat het? Wie vallen in het artikel van Bartunek et al. (2006) in de sample
en om hoeveel mensen gaat het?
Binnen het onderzoek van Balogun et al (2015) wordt specifiek aan senior managers het
onderzoek afgenomen, mij was niet duidelijk precies hoeveel.
Studentnummer: 2744096
Docent: Dr Amin
Vak: Academic skills
Werkgroep : 7
1. Welke vier schalen om te meten benoemen Lee & Lings (2008) en geef per
schaal een voorbeeld van een variabele die je er mee kunt meten.
Ratio scales: Kelvin , die de laagst mogelijke waarde aangeeft 0 keklvin = -273 graden.
Interval scales: het verschil tussen 100 naar 200 is hetzelfde als van 500 naar 600.
Ordinal scales: op basis van volgorde , dus een bepaalde rangorde.
Nominal scales: een numerieke waarde per groep , dus groep 1 en groep 2.
2. Wat is de aard van de onderzoeksvraag in het artikel van Balogun et al. (2015)
(verklarend, beschrijvend of explorerend) en licht toe waarom je denkt dat dat zo
is. Welke methodologie hoort dan bij deze vraag, en leg uit waarom?
De onderzoeksvraag volgt eigenlijk al een verklaring namelijk dat de senior management teams
niet meer als 1 homogene groep kunnen worden gezien en er apart van gezien moet worden.
3. In hoofdstuk 9 van het boek (Lee & Lings, 2008) wordt “theoretical saturation”
uitgelegd. Hoe wordt in het artikel van Lahtinen en Yrjölä (2019) beschreven hoe ze
hier mee om zijn gegaan?
De saturation zorgt ervoor dat de onderzoeker de analyse en de verzameling van ghegevens
samenvoegd ipv apart van elkaar gaat zien. Er kan vantevoren moeilijk bepaald worden hoeveel
interviews er nodig waren ging men in dit onderzoek uit van de aantal reacties die nodig zou
moeten zijn. Er werden interviews afgenomen totdat het verzadigingspunt werd bereikt. Door
herhaaldelijke terugkerende patronen van mensen vaak voorkwamen werd dit verzadigingspunt
bereikt. Ook werd er bij de steekproef mensen geselecteerd die vantevoren bekend was dat zij
inzichten vn het fenomeen konden leveren.
4. Leg uit wat bedoeld wordt met “convenience sampling”? Beantwoord tevens óf
vraag 4a óf vraag 4b. (let op: studenten die geen OT in periode 1 hebben gevolgd,
kunnen alleen vraag 4b beantwoorden).
a. Geef aan of de persoon die je (met je groep) bij het vak OT gekozen hebt om te
interviewen, valt onder deze categorie van convenience sampling. Zo ja, waarom
denk je dat en hoe zou je dat beter kunnen doen? Zo neen, waarom niet en hoe zou
je de manier van sampling dan noemen?
Nee , ik heb op basis van een vooraf gekozen eis de persoon uitgekozen, er is dus geen sprake
van convenience= toeval, er is sprake van purposive sampling, doordat er met een doel deze
persoon is uitgekozen.
b. Wie vallen in het artikel van Balogun et al. (2015) in de sample en om hoeveel
mensen gaat het? Wie vallen in het artikel van Bartunek et al. (2006) in de sample
en om hoeveel mensen gaat het?
Binnen het onderzoek van Balogun et al (2015) wordt specifiek aan senior managers het
onderzoek afgenomen, mij was niet duidelijk precies hoeveel.
