Samenvatting BIV UT artikelen
1 Reacties van COSO op de maatschappij van nu.
Author: Jan Droogsma
Belang artikel: *****
Sterke punten van het IC-framework 2013 zijn het nader invullen van de componenten van
internal control door middel van principes en aandachtspunten en de extra aandacht die is
besteed aan de betrouwbaarheid van niet-fnanciële informatie, expertise van
toezichthouders, andere organisatievormen, het functioneren in netwerken, uitbesteding van
activiteiten aan shared service centers, het toepassen van beloningssystemen, het gebruik
van soft controls, het signaleren van frauderisico’s en de toepassing van actuele ICT-
systemen.
Het IC—framework 1992 bevat
een algemeen geaccepteerde
defnitie van het begrip
internal control en een model
dat gebruikt kan worden voor
de implementatie, de
beoordeling en de verbetering
van het systeem van internal
control van organisaties.
Grote verschillen tussen 1992
en 2013 framework is niet
fnanciële informatie die
aandacht krijgt in 2013
framework + de 17
uitgewerkte principes
hierboven.
Uitgangspunt van het IC—
framework 2013 is dat
management onderbouwde
keuzes moet maken welke
principes wel en niet worden
aangehouden om in control te
zijn. Voor toezichthouders als
het audit committee is de
onderbouwing van deze
keuzes van groot belang.
Principe 1: Focus is tone at
the top & code of conduct.
,Principe 2: Dit principe heeft betrekking op onafhankelijkheid en
relevante expertise van toezichthouders.
3: Dit principe heeft betrekking op rapportage— en verantwoordingslijnen conform de
doelstellingen van de organisatie.
4: Bij dit principe wordt aandacht besteed aan de ontwikkeling en de continuïteit van
personeel.
5: Dit principe heeft betrekking op de verantwoordelijkheid voor internal control,
performance—indicatoren, incentive systemen en beloningen.
6: Dit principe heeft betrekking op de identifcatie en assessment van voor de organisatie
m.b.t. de doelstellingen van de organisatie.
7: Bij dit principe wordt aandacht gevraagd voor de frequentie van risk assessments.
aangezien de omgeving steeds sneller wijzigt.
8: Bij dit principe wordt aandacht besteed aan de zogenaamde fraudedriehoek ten behoeve
van het onderkennen van frauderisico’s. (gelegenheid, cultuur/houding, rechtvaardiging).
9: Bij dit principe wordt aandacht besteed aan wijzigingen in de interne en externe omgeving
en wordt aan gegeven dat dit parallel moet lopen aan het risk assessment proces.
10: Bij dit principe wordt aandacht besteed aan de geselecteerde control activities die
bijdragen aan het mitigeren van risico’ omtrent organisatie en beheersingsdoelstellingen.
11: Bij dit principe wordt ingegaan op het belang van goede controls voor de betrouwbare
werking van technologie in processen van de organisatie.
12: Dit principe heeft betrekking op het waarborgen van de werking van de control activities.
Aangegeven
wordt dat beleid inzake internal control, al dan niet op papier, moet zijn gekoppeld aan
individuele verantwoordelijkheden en het afleggen van verantwoording en dat deze
koppeling goed en zorgvuldig doordacht is, gericht op de specifeke risico’s en dat de
procedures tijdig, serieus en door deskundig personeel worden uitgevoerd.
13: Bij dit principe is aangegeven dat met het continu functioneren van de
informatiesystemen de andere
componenten van internal control worden ondersteund.
14: Bij dit principe wordt, meer dan in het IC—framework 1992, expliciet de link gelegd
tussen de interne informatievoorziening en de elementen uit de control environment zoals
communicatie over de verantwoordelijkheden. Er wordt aandacht besteed aan de
communicatie over de doelstellingen en wat ten aanzien van deze doelstellingen van de
medewerkers wordt verwacht. Ook wordt in het IC—framework 2013 aandacht gevraagd voor
de communicatie tussen het management en de leiding en toezichthouders om goed
toezicht mogelijk te maken op de werking van de internal control.
,15: Bij dit principe wordt specifek ingegaan op mechanismen om informatie te verkrijgen
over trends, gebeurtenissen en omstandigheden die impact hebben op het realiseren van
doelstellingen. Ook wordt bij
dit principe aangegeven dat externe communicatie van belang is om externe partijen in
kennis te stellen
van de waarden, de cultuur en de internal control van de organisatie.
16: Bij dit principe wordt in aanvulling op de punten genoemd in het IC—framework 1992
aandacht besteed
aan het monitoren van de internal control bij service providers. Onderscheid wordt gemaakt
in zelf uitvoeren van monitoring activiteiten bij de service provider, via een onafhankelijk
auditor of via de normale informatievoorziening.
17: Bij dit principe wordt naar aanleiding van corporate governance regelgeving ingegaan op
het evalueren van en het communiceren over tekortkomingen in de internal control.
Belangrijk is dat voor alle bovenstaande elementen een periodieke review wordt aangeraden
op de aansluiting van de principes op de doelstellingen van de organisatie en de
verwachtingen van het management, het personeel en externe partijen.
Framework 1992: kritiekpunten: te vaag, te abstract, te ingewikkeld, te generiek.
Conclusie: Zoals uit het voorgaande blijkt, is het IC—framework 2013 een belangrijke stap
voorwaarts. Het IC—framework 2013 is evenals het IC—framework 1992 opgebouwd uit vijf
componenten die samen het control framework vormen. In het IC—framework 2013 zijn per
component principes geformuleerd en zijn hiervoor aandachtspunten voor de inrichting en
het functioneren van het framework gegeven.
Extra aandacht is in het IC—framework 2013 besteed aan de betrouwbaarheid van niet
fnanciële informatie, de expertise van toezichthouders, andere organisatievormen,
netwerken, shared service centers, beloningssystemen, soft controls, fraude risico’s en
actuele ICT—toepassingen.
2 On the relation between corporate governance
compliance and operating performance
Author: Heidi Vander Bauwhede
Belang artikel: **
Abstract :
Better corporate performance has been cited as one of the main benefts of adopting good
corporate governance structures within organisations. However, in contrast to theory, a prior
European study (Bauer et al., 2004) reports evidence of a negative relationship between
corporate governance and corporate performance. This study re-examines this relationship,
and reports evidence of a positive relationship between the extent of compliance with
international best practices concerning board structure and functioning and operating
, performance when operating performance is measured by the return on assets (ROA). This
research is robust to controlling for the frms' compliance with best practices in other
governance areas, and holds for some other governance dimensions, namely disclosure of
corporate governance and the range of takeover defences. Further tests indicate that greater
compliance with international best practices concerning board structure and functioning is
signifcantly associated with reporting less income from asset disposals and that studying a
performance measure that includes this item obscures the inherently positive relationship
between operating performance and the extent of compliance with international best
practices regarding board structure and functioning. The results provide some support for an
often- cited motivation for the adoption of good governance practices, and provide explicit
evidence that the measure of operating performance is crucial in examining frm-level
operating performance.
Introduction: This paper examines the relationship between corporate governance
compliance and operating performance for a set of large listed European companies. The
focus is on compliance with international best practice in corporate governance. Hypothesis:
greater compliance with international corporate governance best practices and, more
specifcally, best practices concerning the structure and functioning of the board, is
associated with better operating performance, ceteris paribus.
Conclusion: Consistent with expectations, results of univariate and multivariate tests show
that greater compliance with international best practices concerning board structure and
functioning is signifcantly and positively correlated with the one-year ahead ROA. The results
are robust to controlling for frms’ compliance with best practices in other governance areas,
such as rights and duties of shareholders and range of takeover defences, and to controlling
for country-level performance.
3 BIV en accountants
Authors Prof. van Leeuwen RA & L. L. Spoon RA
Belang artikel: ***
Definitie Starreveld van AO/inrichtingsleer oftewel BIV: Administratieve organisatie is
het gehele complex van organisatorische maatregelen gericht op de werking van de
administratie. Onder administratie wordt verstaan: het systematisch verzamelen ,
vastleggen en verstrekken van informatie ten behoeven van het besturen en doen
functioneren van een huishouding, en ten behoeve van de verantwoording die daarover
moet worden afgelegd.
De definitie van het vak BIV conform Starreveld 11994):
Alle activiteiten met betrekking tot het systematisch verzamelen, vastleggen en verwerken
van gegevens gericht op het verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen in
enge zin (kiezen uit alternatieven), het doen functioneren en het beheersen van een
huishouding ten behoeve van de verantwoording die daarvoor moet worden afgelegd.
Centraal staat dus interne controle en het betrouwbaarheidsaspect, waarborgen van de
betrouwbaarheid van informatie voor het besturen en beheersen van organisaties.
1 Reacties van COSO op de maatschappij van nu.
Author: Jan Droogsma
Belang artikel: *****
Sterke punten van het IC-framework 2013 zijn het nader invullen van de componenten van
internal control door middel van principes en aandachtspunten en de extra aandacht die is
besteed aan de betrouwbaarheid van niet-fnanciële informatie, expertise van
toezichthouders, andere organisatievormen, het functioneren in netwerken, uitbesteding van
activiteiten aan shared service centers, het toepassen van beloningssystemen, het gebruik
van soft controls, het signaleren van frauderisico’s en de toepassing van actuele ICT-
systemen.
Het IC—framework 1992 bevat
een algemeen geaccepteerde
defnitie van het begrip
internal control en een model
dat gebruikt kan worden voor
de implementatie, de
beoordeling en de verbetering
van het systeem van internal
control van organisaties.
Grote verschillen tussen 1992
en 2013 framework is niet
fnanciële informatie die
aandacht krijgt in 2013
framework + de 17
uitgewerkte principes
hierboven.
Uitgangspunt van het IC—
framework 2013 is dat
management onderbouwde
keuzes moet maken welke
principes wel en niet worden
aangehouden om in control te
zijn. Voor toezichthouders als
het audit committee is de
onderbouwing van deze
keuzes van groot belang.
Principe 1: Focus is tone at
the top & code of conduct.
,Principe 2: Dit principe heeft betrekking op onafhankelijkheid en
relevante expertise van toezichthouders.
3: Dit principe heeft betrekking op rapportage— en verantwoordingslijnen conform de
doelstellingen van de organisatie.
4: Bij dit principe wordt aandacht besteed aan de ontwikkeling en de continuïteit van
personeel.
5: Dit principe heeft betrekking op de verantwoordelijkheid voor internal control,
performance—indicatoren, incentive systemen en beloningen.
6: Dit principe heeft betrekking op de identifcatie en assessment van voor de organisatie
m.b.t. de doelstellingen van de organisatie.
7: Bij dit principe wordt aandacht gevraagd voor de frequentie van risk assessments.
aangezien de omgeving steeds sneller wijzigt.
8: Bij dit principe wordt aandacht besteed aan de zogenaamde fraudedriehoek ten behoeve
van het onderkennen van frauderisico’s. (gelegenheid, cultuur/houding, rechtvaardiging).
9: Bij dit principe wordt aandacht besteed aan wijzigingen in de interne en externe omgeving
en wordt aan gegeven dat dit parallel moet lopen aan het risk assessment proces.
10: Bij dit principe wordt aandacht besteed aan de geselecteerde control activities die
bijdragen aan het mitigeren van risico’ omtrent organisatie en beheersingsdoelstellingen.
11: Bij dit principe wordt ingegaan op het belang van goede controls voor de betrouwbare
werking van technologie in processen van de organisatie.
12: Dit principe heeft betrekking op het waarborgen van de werking van de control activities.
Aangegeven
wordt dat beleid inzake internal control, al dan niet op papier, moet zijn gekoppeld aan
individuele verantwoordelijkheden en het afleggen van verantwoording en dat deze
koppeling goed en zorgvuldig doordacht is, gericht op de specifeke risico’s en dat de
procedures tijdig, serieus en door deskundig personeel worden uitgevoerd.
13: Bij dit principe is aangegeven dat met het continu functioneren van de
informatiesystemen de andere
componenten van internal control worden ondersteund.
14: Bij dit principe wordt, meer dan in het IC—framework 1992, expliciet de link gelegd
tussen de interne informatievoorziening en de elementen uit de control environment zoals
communicatie over de verantwoordelijkheden. Er wordt aandacht besteed aan de
communicatie over de doelstellingen en wat ten aanzien van deze doelstellingen van de
medewerkers wordt verwacht. Ook wordt in het IC—framework 2013 aandacht gevraagd voor
de communicatie tussen het management en de leiding en toezichthouders om goed
toezicht mogelijk te maken op de werking van de internal control.
,15: Bij dit principe wordt specifek ingegaan op mechanismen om informatie te verkrijgen
over trends, gebeurtenissen en omstandigheden die impact hebben op het realiseren van
doelstellingen. Ook wordt bij
dit principe aangegeven dat externe communicatie van belang is om externe partijen in
kennis te stellen
van de waarden, de cultuur en de internal control van de organisatie.
16: Bij dit principe wordt in aanvulling op de punten genoemd in het IC—framework 1992
aandacht besteed
aan het monitoren van de internal control bij service providers. Onderscheid wordt gemaakt
in zelf uitvoeren van monitoring activiteiten bij de service provider, via een onafhankelijk
auditor of via de normale informatievoorziening.
17: Bij dit principe wordt naar aanleiding van corporate governance regelgeving ingegaan op
het evalueren van en het communiceren over tekortkomingen in de internal control.
Belangrijk is dat voor alle bovenstaande elementen een periodieke review wordt aangeraden
op de aansluiting van de principes op de doelstellingen van de organisatie en de
verwachtingen van het management, het personeel en externe partijen.
Framework 1992: kritiekpunten: te vaag, te abstract, te ingewikkeld, te generiek.
Conclusie: Zoals uit het voorgaande blijkt, is het IC—framework 2013 een belangrijke stap
voorwaarts. Het IC—framework 2013 is evenals het IC—framework 1992 opgebouwd uit vijf
componenten die samen het control framework vormen. In het IC—framework 2013 zijn per
component principes geformuleerd en zijn hiervoor aandachtspunten voor de inrichting en
het functioneren van het framework gegeven.
Extra aandacht is in het IC—framework 2013 besteed aan de betrouwbaarheid van niet
fnanciële informatie, de expertise van toezichthouders, andere organisatievormen,
netwerken, shared service centers, beloningssystemen, soft controls, fraude risico’s en
actuele ICT—toepassingen.
2 On the relation between corporate governance
compliance and operating performance
Author: Heidi Vander Bauwhede
Belang artikel: **
Abstract :
Better corporate performance has been cited as one of the main benefts of adopting good
corporate governance structures within organisations. However, in contrast to theory, a prior
European study (Bauer et al., 2004) reports evidence of a negative relationship between
corporate governance and corporate performance. This study re-examines this relationship,
and reports evidence of a positive relationship between the extent of compliance with
international best practices concerning board structure and functioning and operating
, performance when operating performance is measured by the return on assets (ROA). This
research is robust to controlling for the frms' compliance with best practices in other
governance areas, and holds for some other governance dimensions, namely disclosure of
corporate governance and the range of takeover defences. Further tests indicate that greater
compliance with international best practices concerning board structure and functioning is
signifcantly associated with reporting less income from asset disposals and that studying a
performance measure that includes this item obscures the inherently positive relationship
between operating performance and the extent of compliance with international best
practices regarding board structure and functioning. The results provide some support for an
often- cited motivation for the adoption of good governance practices, and provide explicit
evidence that the measure of operating performance is crucial in examining frm-level
operating performance.
Introduction: This paper examines the relationship between corporate governance
compliance and operating performance for a set of large listed European companies. The
focus is on compliance with international best practice in corporate governance. Hypothesis:
greater compliance with international corporate governance best practices and, more
specifcally, best practices concerning the structure and functioning of the board, is
associated with better operating performance, ceteris paribus.
Conclusion: Consistent with expectations, results of univariate and multivariate tests show
that greater compliance with international best practices concerning board structure and
functioning is signifcantly and positively correlated with the one-year ahead ROA. The results
are robust to controlling for frms’ compliance with best practices in other governance areas,
such as rights and duties of shareholders and range of takeover defences, and to controlling
for country-level performance.
3 BIV en accountants
Authors Prof. van Leeuwen RA & L. L. Spoon RA
Belang artikel: ***
Definitie Starreveld van AO/inrichtingsleer oftewel BIV: Administratieve organisatie is
het gehele complex van organisatorische maatregelen gericht op de werking van de
administratie. Onder administratie wordt verstaan: het systematisch verzamelen ,
vastleggen en verstrekken van informatie ten behoeven van het besturen en doen
functioneren van een huishouding, en ten behoeve van de verantwoording die daarover
moet worden afgelegd.
De definitie van het vak BIV conform Starreveld 11994):
Alle activiteiten met betrekking tot het systematisch verzamelen, vastleggen en verwerken
van gegevens gericht op het verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen in
enge zin (kiezen uit alternatieven), het doen functioneren en het beheersen van een
huishouding ten behoeve van de verantwoording die daarvoor moet worden afgelegd.
Centraal staat dus interne controle en het betrouwbaarheidsaspect, waarborgen van de
betrouwbaarheid van informatie voor het besturen en beheersen van organisaties.
