Hoofdstukken: 6, 7, 9, 12, 21, 24, 32, 34
Auteur: Mijna Hadders-Algra, Karel Maathuis, Robert F. Pangalila, Jules G. Becher,
Jan de Moor
Druk: 5de druk
Jaartal: 2015
Uitgeverij: Koninklijke Van Gorcum
Gemaakt door: L. Houtvast
Opleiding: logopedie aan Zuyd hogeschool te Heerlen
Studiejaar: 2017-2018
Gemaakt tijdens de minor: ‘Het kind centraal’ 2018 aan de HAN te Nijmegen
,Inhoudsopgave
Hoofdstuk 6 – Sensorische functies en pijn ............................................................................................ 3
Par. 2 – Het visuele systeem................................................................................................................ 3
Par. 3 – Het auditieve systeem ............................................................................................................ 8
Hoofdstuk 7 – Stem en spraak .............................................................................................................. 11
Par. 1 – Inleiding ................................................................................................................................ 11
Par. 2 – Anatomische structuren betrokken bij stemgeving en spraak ............................................ 11
Par. 3 – De ontwikkeling van spraakproductie .................................................................................. 12
Par. 4 – Spraakstoornissen bij kinderen: een beknopt overzicht ...................................................... 13
Hoofdstuk 9 – Stoornissen in groei, spijsvertering, hart en ademhaling ............................................... 1
Par. 1 – Inleiding .................................................................................................................................. 1
Par. 2 – Groei ....................................................................................................................................... 1
Par. 3 - Spijsverteringsstoornissen in de kinderrevalidatie ................................................................ 4
Hoofdstuk 12 – Communicatie ................................................................................................................ 1
Par. 2 – Verloop van de communicatieve ontwikkeling ...................................................................... 1
Par. 3 – Beperkingen in de communicatie........................................................................................... 3
Par. 4 – Onderzoek van de communicatieve mogelijkheden .............................................................. 4
Hoofdstuk 21 – Cerebrale parese ............................................................................................................ 1
Par. 1 – Inleiding .................................................................................................................................. 1
Par. 2 – Klinische beschrijving ziektebeeld .......................................................................................... 2
Par. 3 – Gevolgen van de aandoening ................................................................................................. 2
Par. 4 – Diagnostiek ............................................................................................................................. 7
Par. 5 – Begeleiding en behandeling in de context van de kinderrevalidatie ..................................... 1
Par. 6 – Toekomstperspectief.............................................................................................................. 7
Hoofdstuk 24 – Neuromusculaire aandoeningen ................................................................................... 8
Par. 1 – Inleiding .................................................................................................................................. 8
Par. 2 – Klinische beschrijving van de aandoeningen........................................................................ 10
Par. 3 – Gevolgen van de neuromusculaire aandoeningen............................................................... 13
Par. 4 – Diagnostiek ........................................................................................................................... 16
Par. 5 – Begeleiding en behandeling in context van kinderrevalidatie ............................................... 2
Hoofdstuk 32 – kinderpsychiatrische aandoeningen binnen de kinderrevalidatie................................. 5
Par. 1 – Inleiding .................................................................................................................................. 5
Par. 2- Klinische beschrijving van de voornaamste kinderpsychiatrische aandoeningen in de
kinderrevalidatie ................................................................................................................................. 5
Par. 3 – Doel en plaatsbepaling van psychiatrisch onderzoek binnen de kinderrevalidatie ............... 7
1
, Par. 4 – Gevolgen van de kinderpsychiatrische aandoening voor kinderen behandeld binnen de
kinderrevalidatie ................................................................................................................................. 9
Par. 5 – Begeleiding en behandeling in de context van de kinderrevalidatie ................................... 10
Par. 6 – Slotopmerkingen .................................................................................................................. 10
Hoofdstuk 34 – Aandoeningen van gezichtsvermogen en gehoor ....................................................... 11
Par. 1 - Inleiding ................................................................................................................................ 11
Par. 2 – Aandoeningen van visus en gehoor met relevantie voor de kinderrevalidatie ................... 11
Par. 3 – Gevolgen van visuele en auditieve stoornissen ................................................................... 13
Par. 5 – Begeleiding en behandeling ................................................................................................. 15
Par. 6 – Toekomstperspectief............................................................................................................ 15
2
, Hoofdstuk 6 – Sensorische functies en pijn
Par. 2 – Het visuele systeem
2.1 normale structuur en functie
Visuele systeem bestaat uit:
- Oog
- Visuele banen
- Delen van de hersenschors
Oog = 24 mm lang
Oog is omgeven door 3 lagen:
1. Buitenste laag = sclera = harde oogrok
- Gaat aan voorzijde over in het cornea = het doorzichtige hoornvlies
- Er zitten 6 oogspieren aan de sclera, die worden geïnnerveerd door de drie
hersenzenuwen
o N. oculomotorius (III), n. trochlearis (IV), n. abducens (VI)
2. Middelste laag = vaatvlies, bestaande uit iris, corpus cilaire en chorioidea
3. Binnenste laag = neurale laag, bestaande uit netvlies en pigmentepitheel
In het oog bevinden zich drie oogkamers:
1. Voorste oogkamer: kamerwater verlaat oog via kamerhoek
2. Achterse oogkamer: corpus ciliare produceert oogwater
3. Glasvochtruimte: doorzichtige, gelatineuze glasvocht bevindt zich hier (corpus vitreum)
De doorzichtige cornea en de lens breken het licht dat in het oog valt (refractie). Brekingssterkte kan
worden aangepast door aanspannen of ontspannen kringspier in corpus ciliaire. Aanspannen = lens
boller = mogelijk om details op korte afstand waar te nemen, accommodatie genoemd.
Accommodatievermogen neemt gedurende leven af, bij 60 jaar is het weg.
Reflexmatig groter en kleiner worden pupilopening reguleert de hoeveelheid licht die via de lens op
het netvlies valt.
Netvlies = retina = beelden worden omgezet in elektrische signalen. Gebeurt in de:
- Fotoreceptoren, staafjes en kegeltjes
o Kegeltjes: veel licht nodig om te functioneren, zij zorgen voor zien van details en
kleuronderscheiding. Concentratie kegeltjes in centrum het grootst, neemt naar
buiten toe af.
o Staafjes: minder licht nodig, waarneming minder precies en zonder kleur. Staafjes
over gehele netvlies m.u.v. het centrum.
Gele vlek = macula (lutea), hierin bevinden zich 7-8 miljoen kegeltjes.
- In het midden (de fovea centralis ofwel het centrale groefje) staat elke kegel in verbinding
met minstens 1 zenuwcel door de een-op-een verhouding en hoge concentratie kegels
is hier het maximale gezichtsvermogen
3