Verslag 3. — Injecteren bij diabetes
Mensen met diabetes gebruiken meestal altijd insuline. Insuline kan niet als pil of tablet
worden toegediend, maar alleen per injectie. Zorgvragers met diabetes type 1 maken vaak
gebruik van een insulinepen.
In dit verslag...
1. Bloedglucosewaarde meten
1 Normale schommelingen in de bloedglucosewaarden
2 Bloedglucosewaarden bij diabetes mellitus
3 Bloedglucosewaarde meten bij diabetes mellitus
4 Prikplaatsbepaling
5 Aandachtspunten bij glucose meten
2. Subcutaan injecteren met een insulinepen
1 De werking van insuline
2 Insuline toedienen bij zorgvragers met diabetes
3 De werking van verschillende soorten insuline
4 Materialen
5 Aandachtspunten bij het toedienen van insuline
, 1 Bloedglucosewaarde meten.
1 Normale schommelingen in de bloedglucosewaarden
Iedere persoon heeft een kans op lage of hoge bloedglucosewaarden. Bij gezonde mensen levert
dit geen ernstige gezondheidsklachten op. Normaal gesproken blijven de bloedglucosewaarden
binnen nauwe grenzen. Bij gezonde mensen tussen ongeveer 4 en 6 mmol/L.
2 Bloedglucosewaarden bij diabetes mellitus
Bij zorgvragers met diabetes mellitus is de suikerstofwisseling verstoord. De alvleesklier
produceert geen of te weinig insuline en/of het lichaam is minder gevoelig voor insuline. De
bloedglucosewaarden kunnen daardoor flink schommelen.
3 Bloedglucosewaarde meten bij diabetes mellitus
Door bij zorgvragers met diabetes mellitus regelmatig de bloedglucosewaarde te meten, kan
tijdig ingegrepen worden bij te lage en te hoge waarden. Zelfredzame zorgvragers doen dit zelf.
Ze meten de bloedglucosewaarde en passen hun medicatie hierop aan. Zorgprofessionals of
naasten ondersteunen zorgvragers die dat zelf niet kunnen. Je meet de bloedglucosewaarde zo
vaak als dat nodig is. De frequentie verschilt per situatie en per zorgvrager en kan variëren van
dagelijks tot maandelijks. Bij het meten van de bloedglucosewaarde wordt meestal een
vingerprik gebruikt.
De vingerprik
4 Prikplaatsbepaling
Bij het meten van de glucose is het belangrijk om de juiste prikplaats te gebruiken. Veel
zorgvragers (en sommige zorgprofessionals) prikken in het ‘kussentje’ van de vingertop. Dit kan
erg pijnlijk zijn. De zijkant van de vingertop is de beste prikplaats. De wijsvinger en de duim
worden meer dan andere vingers gebruikt en zijn daarom minder geschikt voor het meten van de
bloedsuiker.
Mensen met diabetes gebruiken meestal altijd insuline. Insuline kan niet als pil of tablet
worden toegediend, maar alleen per injectie. Zorgvragers met diabetes type 1 maken vaak
gebruik van een insulinepen.
In dit verslag...
1. Bloedglucosewaarde meten
1 Normale schommelingen in de bloedglucosewaarden
2 Bloedglucosewaarden bij diabetes mellitus
3 Bloedglucosewaarde meten bij diabetes mellitus
4 Prikplaatsbepaling
5 Aandachtspunten bij glucose meten
2. Subcutaan injecteren met een insulinepen
1 De werking van insuline
2 Insuline toedienen bij zorgvragers met diabetes
3 De werking van verschillende soorten insuline
4 Materialen
5 Aandachtspunten bij het toedienen van insuline
, 1 Bloedglucosewaarde meten.
1 Normale schommelingen in de bloedglucosewaarden
Iedere persoon heeft een kans op lage of hoge bloedglucosewaarden. Bij gezonde mensen levert
dit geen ernstige gezondheidsklachten op. Normaal gesproken blijven de bloedglucosewaarden
binnen nauwe grenzen. Bij gezonde mensen tussen ongeveer 4 en 6 mmol/L.
2 Bloedglucosewaarden bij diabetes mellitus
Bij zorgvragers met diabetes mellitus is de suikerstofwisseling verstoord. De alvleesklier
produceert geen of te weinig insuline en/of het lichaam is minder gevoelig voor insuline. De
bloedglucosewaarden kunnen daardoor flink schommelen.
3 Bloedglucosewaarde meten bij diabetes mellitus
Door bij zorgvragers met diabetes mellitus regelmatig de bloedglucosewaarde te meten, kan
tijdig ingegrepen worden bij te lage en te hoge waarden. Zelfredzame zorgvragers doen dit zelf.
Ze meten de bloedglucosewaarde en passen hun medicatie hierop aan. Zorgprofessionals of
naasten ondersteunen zorgvragers die dat zelf niet kunnen. Je meet de bloedglucosewaarde zo
vaak als dat nodig is. De frequentie verschilt per situatie en per zorgvrager en kan variëren van
dagelijks tot maandelijks. Bij het meten van de bloedglucosewaarde wordt meestal een
vingerprik gebruikt.
De vingerprik
4 Prikplaatsbepaling
Bij het meten van de glucose is het belangrijk om de juiste prikplaats te gebruiken. Veel
zorgvragers (en sommige zorgprofessionals) prikken in het ‘kussentje’ van de vingertop. Dit kan
erg pijnlijk zijn. De zijkant van de vingertop is de beste prikplaats. De wijsvinger en de duim
worden meer dan andere vingers gebruikt en zijn daarom minder geschikt voor het meten van de
bloedsuiker.