Fylum Mollusca
90.000 soorten, 70.000 fossiel
meeste marien, maar vroegste land kolonisatie (wel altijd vochtig)
grazers, predatoren, filterfeeders, parasieten
voedsel/economisch belangrijk/tussengastheer
Zijn gevoelig voor klimaatveranderdering
zure zee, kalkstaan = NO GO
Waren de eerste dieren op land
Coelomate dieren met een eenvoudig bouwplan
Bouwplan
4 grote delen
1. Gespierde voet: dient voor de voortbeweging
2. Viscerale massa: met ingewanden, open bloedvatenstelsel
hart pompt O2 rijk bloed in viscerale holte (hemocoel), hemocyanine als O2 drager
3. Mantel: weefsel over viscerale holte
secreteert de schelp
4. Mantelholte: uitmonding van spijsverterings-, excretie- en geslachtsstelsel + kieuwen
(ademhalingsstelsel)
Kieuwen en ademhalingsstelsel zijn weggeëvolueerd bij de slak
Het spijsverteringsstelsel
Unieke radula
Slokdarm-maag met spijsverteringsklieren-darm-anus
Apormofie: hebben een radula
radula: kleine tandjes / spieren, schrapen substraat af
, De schelp
buitenste laag: periostracum bestaat uit een proteïne
middelste laag: prismatische laag: prisma’s van CaCO3
binnenste laag: parelmoer
Bloedvatenstelsel
Voornaamste deel v/h coeloom: holte die het hart omgeeft
open systeem
kieuwen- venen- hart – aorta – haemocoel weefsels
weefsels – venen – kieuwen
Excreti estelsel
metanephridia: openingen in coeloom rond spijsverteringskanaal en opening in de mantelholte
= kleine niertjes