Gemaakt door Tara Klein Gunnewiek- 2017/2018
Hbo-verpleegkunde voltijd
Inhoudsopgave
Casus 1 ............................................................................................................................................................. 2
Casus 2 ............................................................................................................................................................. 9
Casus 3 ........................................................................................................................................................... 14
Casus 4 ........................................................................................................................................................... 17
Casus 5 ........................................................................................................................................................... 20
Casus 6 ........................................................................................................................................................... 26
Casus 7 ........................................................................................................................................................... 29
Themaweek ................................................................................................................................................... 32
Casus 1 ........................................................................................................................................................... 33
Casus 2 ........................................................................................................................................................... 42
Casus 3 ........................................................................................................................................................... 49
Casus 4 ........................................................................................................................................................... 61
Casus 5 ........................................................................................................................................................... 76
Casus 6 ........................................................................................................................................................... 84
Casus 7 ........................................................................................................................................................... 97
Casus 1 ......................................................................................................................................................... 112
Casus 2 ......................................................................................................................................................... 121
Casus 3 ......................................................................................................................................................... 128
Casus 4 ......................................................................................................................................................... 140
Casus 5 ......................................................................................................................................................... 152
Casus 6 ......................................................................................................................................................... 167
Casus 7A ....................................................................................................................................................... 177
Casus 7B ....................................................................................................................................................... 185
Rekenvaardigheid ........................................................................................................................................ 195
, Blok 1A
Casus 1
Visies op gezondheid
Medisch monocausale visie: Afwezigheid van ziekte.
Biologische visie Aanpassen van het lichaam aan externe omstandigheden
(homeostase).
Psychologische visie Als persoon zelf gestelde doelen kan halen en geestelijke
behoeften kan voorzien.
Sociale visie Als iemand rollen in de maatschappij kan vervullen binnen
geldende normen en waarden.
Humane, multicausale visie Staat waarin bovenstaande visies samenkomen.
Dynamische visie In balans met zichzelf en milieu.
Definitie van gezondheid
Het vermogen om lichamelijk, geestelijk en sociaal, naar eigen vermogen, te functioneren in
de samenleving.
Inleiding tot het menselijk lichaam (afpf)
Complexiteitniveau’s (van groot naar klein): stelselniveau → orgaanniveau → weefselniveau
→ celniveau → scheikundig niveau.
Milieu interieur Je interne milieu (kerntemp, waterhuishouding, pH,
bloeddruk)
Homeostase De ideale situatie binnen in je lichaam, intern milieu is
stabiel
Negatieve feedback Elke verandering van het regulatiesysteem die zich
verwijdert van de normale waarde wordt tenietgedaan.
Indien een variabel stijgt, laat negatieve feedback het
dalen en als het daalt, laat negatieve feedback het terug
stijgen tot het normale niveau.
Positieve feedback Een versterkend mechanisme waardoor een stimulus
aanhoudt en progressief wordt versterkt.
Transportsystemen
Bloed
Via een uitgebreid netwerk van bloedvaten transporteert het bloed stoffen door het hele
lichaam. Het bloed bestaat uit twee componenten; een vloeistof: het plasma en een vast
deel: de bloedcellen.
Plasma bestaat vooral uit water met daarin opgeloste stoffen zoals:
• Voedingsstoffen opgenomen uit het maag- darmkanaal
• Zuurstof uit de longen
• Chemische verbindingen die in lichaamscellen worden aangemaakt, bijv. hormonen
, • Afvalproducten val alle lichaamscellen ter verwijdering uit het lichaam via excretie
We onderscheiden onze bloedcellen in drie soorten:
Erytrocyten (rode bloedcellen) vervoeren zuurstof en, in mindere mate, koolstofdioxide
tussen longen en lichaamsdelen.
Leukocyten (witte bloedcellen) hebben als voornaamste taak het lichaam te beschermen
tegen infectie en andere xenobiotica. Er zijn verschillende soorten leukocyten die op
verschillende manieren hun beschermende functies uitoefenen.
Trombocyten (bloedplaatjes) zijn kleine cellen, die van essentieel belang zijn bij de
bloedstolling.
Het cardiovasculair systeem
Het cardiovasculair systeem bestaat uit een netwerk van bloedvaten en het hart.
Arteriën (slagaders) Arteriën vervoeren het bloed vanuit het hart naar de organen
Venen (aders) Venen vervoeren het bloed vanuit de organen naar het hart
Capillairen (haarvaten) De vaten die arteriën en venen verbinden
De longen (longcirculatie) In de longen wordt zuurstof opgenomen uit de lucht en waar
tegelijkertijd koolstofdioxide wordt afgescheiden vanuit het
bloed naar de uitademingslucht
Het hart Het hart is een spier met vier kamers die het bloed door het
lichaam pompt en de bloeddruk op peil houdt
Het lymfoïde systeem
Het lymfoïde systeem bestaat uit een aantal lymfevaten.
Lymfe is weefselvloeistof dat ook materiaal bevat dat is afgevoerd van weefselruimten.
Het lymfoïde systeem zorgt ook voor de productie van lymfocyten, de witte bloedcellen die
zijn betrokken bij het immuunsysteem.
Het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel is een snelwerkend communicatiesysteem
Centrale zenuwstelsel: de hersenen en ruggenmerg
Perifere zenuwstelsel: sensorische (afferente) zenuwen die signalen van het lichaam naar de
hersenen stuurt. De motorische (efferente) zenuwen die signalen van de hersenen naar de
organen sturen.
De somatische zintuigen detecteren vier prikkels: pijn, tast, warmte en kou
Reflexen zijn snelle, buiten de wil om verlopende men meestal beschermende motorische
antwoorden op specifieke stimuli.
Endocriene stelsel
Een stelsel van afzonderlijke klieren die chemische stoffen en hormonen afscheiden in het
bloed.
Het lichaam absorbeert zuurstof via je longen in het bloed.
In de spijsvertering wordt voedsel afgebroken en verteerd om de voedingsstoffen gereed te
maken voor absorptie in het bloed.
, Belangrijkste processen die tot ziekte leiden: MAG TOT D
Metabolische afwijkingen (diabetes)
Abnormale immunologische mechanismen
Genetische afwijkingen
Trombose, embolie en infarcering
Ontsteking (-itis), trauma en infecties
Tumoren (-oom)
Degeneratie (slijtage, veroudering)
Ethiologie Oorzaken, waar de ziekte vandaan komt
Pathogenese De belangrijkste processen die samen tot een ziekte leiden
Prognose De verwachtte afloop
Passieve verplaatsing van stoffen: diffusie en osmose
Diffusie: het verplaatsen van moleculen van een plaats met een hoge concentratie naar een
plaats met een lage concentratie.
Osmose: de verplaatsing van water met de concentratiegradiënt mee.
Extracellulaire vloeistof: bloed, plasma, lymfe
Intracellulaire vloeistof: samenstelling van water en mineralen
Soorten weefsels: epitheelweefsel, bindweefsel, spierweefsel.
Mediaal Dichter bij het midden →
Lateraal Verder van het midden →
Proximaal Dichter bij een aanhechtingspunt →•
Distaal Verder van een aanhechtingspunt •→
Anterior Voor een lichaamsdeel
Posterior Achter een lichaamsdeel
Ventraal Borstzijde
Dorsaal Rugzijde
Superior Hoger gelegen
Inferior Lager gelegen
Occipitaal Achterkant van het hoofd
Craniaal Dichter bij het schedel (cranium)
Caudaal Dichter bij de staart