vSD 03-016 Rekenen met risicogetallen/mansievert/E
Onderwijsvorm Studiebelasting
zelfstudie 2 SBU
Inleiding
In deze zelfstudie wordt uitgewerkt hoe het risico dat bij blootstelling aan ioniserende straling
optreedt berekent kan worden en welke termen hierbij gebruikt worden.
Leerdoelen
Na het volgen van de og-m en het maken van zelfstudie is de student in staat om:
• De meest gebruikte basisformules te herkennen
• De meest gebruikte basisformules te hanteren en om te zetten
• De formules toe te passen in een specifieke situatie en hiermee een berekening uitvoeren.
Literatuur
·http://www.rivm.nl/Onderwerpen/S/Stralingsbronnen_reguleerbaar/
Begrippen_en_afkortingen
· Radiobiologie en stralingsbescherming, V.J. de Ru et al, Elsevier gezondheidszorg,
§6.6/7
Werkwijze
Lees de literatuur en maak de opdracht.
Opdracht
1) Wat wordt bedoeld met de collectieve dosis en wat is de eenheid hiervan?
De som van de individuele doses ontvangen door een bepaalde groep mensen, bijvoorbeeld
de Nederlandse bevolking. De collectieve dosis wordt uitgedrukt in mensSievert (mensSv
mensSievert ).
2) Wat is het risicogetal en wat is de eenheid?
Getal dat aangeeft welk risico op stijging of daling van de koers van een aandeel er zal zijn. Het geldt
als een indicatie voor de mate waarin uitschieters in de koersstijgingen en koersdalingen ten opzichte
van de gemiddelde koers zich hebben voorgedaan. Hoe hoger het getal, hoe groter het risico.
3) Welk risicogetal houdt de ICRP 1991 aan?
4) Wat is de collectieve dosis in de volgende gevallen?
a) 5.000 personen worden blootgesteld aan een dosis van 3 mSv.
5.000 x 3 x 10^-3 = 15 Sv
b) 50 personen worden blootgesteld aan een dosis van 300 mSv.
50 x 300 x 10^-3 = 15 Sv
c) 1 miljoen personen worden blootgesteld aan een dosis van 1 mSv.
1.000.000 x 1 x 10^-3 = 1.000 Sv
d) 20.000 personen worden blootgesteld aan een dosis van 5 mSv.
20.000 x 5 x 10^-3 = 100 Sv
Zie voor deze vragen tabel 6.6 in Radiobiologie en stralingsbescherming, V.J. de Ru et
al, Elsevier gezondheidszorg, § 6.6
5) Wat is de kans dat een persoon die een dosis van 5 mSv heeft ontvangen op
de buik een tumor in de dikke darm ontwikkeld?
Onderwijsvorm Studiebelasting
zelfstudie 2 SBU
Inleiding
In deze zelfstudie wordt uitgewerkt hoe het risico dat bij blootstelling aan ioniserende straling
optreedt berekent kan worden en welke termen hierbij gebruikt worden.
Leerdoelen
Na het volgen van de og-m en het maken van zelfstudie is de student in staat om:
• De meest gebruikte basisformules te herkennen
• De meest gebruikte basisformules te hanteren en om te zetten
• De formules toe te passen in een specifieke situatie en hiermee een berekening uitvoeren.
Literatuur
·http://www.rivm.nl/Onderwerpen/S/Stralingsbronnen_reguleerbaar/
Begrippen_en_afkortingen
· Radiobiologie en stralingsbescherming, V.J. de Ru et al, Elsevier gezondheidszorg,
§6.6/7
Werkwijze
Lees de literatuur en maak de opdracht.
Opdracht
1) Wat wordt bedoeld met de collectieve dosis en wat is de eenheid hiervan?
De som van de individuele doses ontvangen door een bepaalde groep mensen, bijvoorbeeld
de Nederlandse bevolking. De collectieve dosis wordt uitgedrukt in mensSievert (mensSv
mensSievert ).
2) Wat is het risicogetal en wat is de eenheid?
Getal dat aangeeft welk risico op stijging of daling van de koers van een aandeel er zal zijn. Het geldt
als een indicatie voor de mate waarin uitschieters in de koersstijgingen en koersdalingen ten opzichte
van de gemiddelde koers zich hebben voorgedaan. Hoe hoger het getal, hoe groter het risico.
3) Welk risicogetal houdt de ICRP 1991 aan?
4) Wat is de collectieve dosis in de volgende gevallen?
a) 5.000 personen worden blootgesteld aan een dosis van 3 mSv.
5.000 x 3 x 10^-3 = 15 Sv
b) 50 personen worden blootgesteld aan een dosis van 300 mSv.
50 x 300 x 10^-3 = 15 Sv
c) 1 miljoen personen worden blootgesteld aan een dosis van 1 mSv.
1.000.000 x 1 x 10^-3 = 1.000 Sv
d) 20.000 personen worden blootgesteld aan een dosis van 5 mSv.
20.000 x 5 x 10^-3 = 100 Sv
Zie voor deze vragen tabel 6.6 in Radiobiologie en stralingsbescherming, V.J. de Ru et
al, Elsevier gezondheidszorg, § 6.6
5) Wat is de kans dat een persoon die een dosis van 5 mSv heeft ontvangen op
de buik een tumor in de dikke darm ontwikkeld?