Aardrijkskunde ‘systeem aarde’ hoofdstuk 2: ‘afbraak en vorming van
landschappen’
§2.1: ‘De aarde als systeem’:
De atmosfeer: de dampkring. Belangrijk voor het leven op aarde & bij de vorming van
landschappen. Ontstaan door gassen uit binnenste van de aarde. Heef lagenn
Thermosfeer – Mesosfeer – Stratosfeer – Troposfeer.
De troposfeer is belangrijk omdat daar de koolstof- en waterkringlopen en klimaatprocessen
zich afspelen. De stratosfeer beschermd ons dmv Ozon tegen de ultraviolete straling van de
zon.
De hydrosfeer: het vloeibare gedeelte van de aarden Oceanen, meren, grondwater en
gletsjers.
De biosfeer: de ruimte waarin alle levende organismen op aarde voorkomen.
De lithosfeer: de harde vaste buitenlaag van de aarde. (aardkorst en deel van
aardmantel).
Kringlopenn
Gesteente. Wordt diep in de aarde gevormd > door gebergte en erosie hoog in de
bergen aan de opp komen > eroderen > kleine deeltjes komen via rivieren in de zee
terecht.
Water. Zeewater verdampt > via condensate gaat het regenen en sneeuwen op de
bergen en het land > via de bergen smelt het en stroomt het weer naar beneden > daar
gaat het in de planten of wordt het afgevoerd via rivieren naar zee. Ook verdampt een
deel via de planten weer.
Koolstof. Belangrijk omdat alle levensvormen bestaan uit koolstofcomponenten en
omdat de koolstofcyclus door de mens beïnvloedt wordt, en dit gevolgen heef voor de
aarde.
Vulkanen, industrie en chemische verwering brengen koolstof in atmosfeer > planten en
dieren zeten koolstof dmv zuurstof om in CO₂ en water > fotosynthesen als planten gaan
groeien trekken ze CO₂ uit de lucht en geven zuurstof af > fotosynthese in de oceaann CO₂
wordt door plankton opgenomen en wordt koolstof lange tjd opgeslagen. Op het land
worden plantenresten omgezet in steenkool.
Opslagplekken voor koolstofn sinks of puten. Koolstof verdwijnt niet, het wordt alleen van
de ene plek naar de andere plek gebracht, via de sferen. Grote motorn energie van de zon.
Energiebalans: Door de zon krijgt de aarde energie (100%), daarvan wordt 30%
teruggekaatst de ruimte in. 7% bereikt het aardoppervlak, wordt omgezet in warmte, en
weer teruggekaatst via infraroodstraling. Dankzij broeikasgassen en wolken wordt een deel
weer naar de aarde teruggestuurd, waardoor de temperatuur op aarde gemiddeld 15 graden
is. De zon kan niet de luchtlaag verwarmen. De zon verwarmd het aardoppervlak, en die
verwarmd de luchtlaag.
landschappen’
§2.1: ‘De aarde als systeem’:
De atmosfeer: de dampkring. Belangrijk voor het leven op aarde & bij de vorming van
landschappen. Ontstaan door gassen uit binnenste van de aarde. Heef lagenn
Thermosfeer – Mesosfeer – Stratosfeer – Troposfeer.
De troposfeer is belangrijk omdat daar de koolstof- en waterkringlopen en klimaatprocessen
zich afspelen. De stratosfeer beschermd ons dmv Ozon tegen de ultraviolete straling van de
zon.
De hydrosfeer: het vloeibare gedeelte van de aarden Oceanen, meren, grondwater en
gletsjers.
De biosfeer: de ruimte waarin alle levende organismen op aarde voorkomen.
De lithosfeer: de harde vaste buitenlaag van de aarde. (aardkorst en deel van
aardmantel).
Kringlopenn
Gesteente. Wordt diep in de aarde gevormd > door gebergte en erosie hoog in de
bergen aan de opp komen > eroderen > kleine deeltjes komen via rivieren in de zee
terecht.
Water. Zeewater verdampt > via condensate gaat het regenen en sneeuwen op de
bergen en het land > via de bergen smelt het en stroomt het weer naar beneden > daar
gaat het in de planten of wordt het afgevoerd via rivieren naar zee. Ook verdampt een
deel via de planten weer.
Koolstof. Belangrijk omdat alle levensvormen bestaan uit koolstofcomponenten en
omdat de koolstofcyclus door de mens beïnvloedt wordt, en dit gevolgen heef voor de
aarde.
Vulkanen, industrie en chemische verwering brengen koolstof in atmosfeer > planten en
dieren zeten koolstof dmv zuurstof om in CO₂ en water > fotosynthesen als planten gaan
groeien trekken ze CO₂ uit de lucht en geven zuurstof af > fotosynthese in de oceaann CO₂
wordt door plankton opgenomen en wordt koolstof lange tjd opgeslagen. Op het land
worden plantenresten omgezet in steenkool.
Opslagplekken voor koolstofn sinks of puten. Koolstof verdwijnt niet, het wordt alleen van
de ene plek naar de andere plek gebracht, via de sferen. Grote motorn energie van de zon.
Energiebalans: Door de zon krijgt de aarde energie (100%), daarvan wordt 30%
teruggekaatst de ruimte in. 7% bereikt het aardoppervlak, wordt omgezet in warmte, en
weer teruggekaatst via infraroodstraling. Dankzij broeikasgassen en wolken wordt een deel
weer naar de aarde teruggestuurd, waardoor de temperatuur op aarde gemiddeld 15 graden
is. De zon kan niet de luchtlaag verwarmen. De zon verwarmd het aardoppervlak, en die
verwarmd de luchtlaag.