Samenvatting blok B
Operatievoorstellen:
Faden (posterior fixation suture):
Een hechting die zorgt voor verzwakking van de contralaterale synergist van een paretische spier. Het
doel is om diplopie in de paretische blikrichting te verminderen. Je zorgt als het ware voor een
beperking van een goede spier; voorbeeld hiervan is een faden zetten aan de m rectus medialis
contralateraal van het oog met een n.VI parese, hierdoor wordt de diplopie in de richting van de
paretische spier minder, omdat je de overactie, de werking van de m rectus medialis enkel in deze
werkingsrichting vermindert.
4 aandoeningen waarbij er een indicatie is voor een Faden procedure:
· N.VI parese, contralaterale m rectus medialis
· Accommodatief strabismus met convergentie excess, bilateraal m rectus medialis
· Infantiele esotropie met ttc hoofddraai naar fixerende oog, bij bijvoorbeeld
nystagmusblokkeringssyndroom, meestal icm recessie van de m rectus medialis
· DVD, op de m rectus superior, zorgt voor verminderde elevatie zonder hypotropie in primaire
stand te creëren.
Anteropositie m obliquus inferior
Deze operatietechniek voer je uit als je de cyclotorsie niet wil veranderen. Bij een recessie verminder
je alle 3 de werkingsrichtingen, waar onder de cyclotorsie. Daarnaast geeft literatuur aan dat je een
anteropositie liever doet bij moderate tot grote pareses. Voorkeur voor anteropositie bij V-eso tgv
saggitalisatie en voorkeur recessie bij N.IV parese
Plaatje A: bij 1+ overactie
Plaatje B: bij 2+ overactie
Plaatje C: bij 3+/4+ overactie
Plaatje D: bij DVD
Operatievoorstel:
, · Het belangrijkste is dat je NIET wil overcorrigeren. Indien je verschil hebt in deviatie dichtbij
en op afstand wil je bij de kleinste hoek alsnog 5^ als doelhoek nemen.
· Indien er geen hoogteverschil is in primaire stand NIET asymmetrisch opereren, dan ontstaat
er juist hoogteverschil in primaire stand.
Fixatiedisparatie:
Bij het beschrijven van de fixatie disparatiecurve benoem je de volgende onderdelen:
Nulpositie:
· Geen disparatie
· Esodisparatie
· Exodisparatie
· Diplopie
· Suppressie
Motorische fusie:
· Divergentie -> fusioneel
· Convergentie -> fusioneel / willekeurig
Fixatie disparatie:
· Eso dispariteit bij gedwongen divergentie
· Exo dispariteit bij gedwongen convergentie
Wat betekend een platte curve?
· Dat de fixatie disparatie / sensorische fusie verminderd is
· Hierdoor is er geen reserve aanwezig (geen panums area) waardoor er bij bijvoorbeeld
gewoon rondkijken al dubbel kan worden gezien. Je oogstand moet continu gelijk blijven om
enkel te zien, er is altijd iets verschil en dit kan je normaal opvangen met Panums Area
Wat betekend een obligate curve voor de coritcale verbindingen?
· Bij een obligate curve wordt de X-as niet gekruist
· In de curve komen de lijnen in primaire stand niet goed boven elkaar. Dit komt door een
schuine verbinding in de corticale verbindingen. Als je curve obligaat is dan heb je overal
schuine verbindingen. Je kan met een prisma soms de schuine verbindingen opheffen, echter
is de perifere fusie sterker dan de centrale fusie. Als de centrale fusie wordt opgeheft met een
prisma wordt dit opgeheven met een perifere fusie, waardoor de schuine verbindingen weer
zijn zoals voor de prisma. De patiënt valt terug in de oude fd curve.
· Het heeft iets weg van een ARC, bij normaal onderzoek kan je het niet meten, alleen bij een
FD-curve.
Hoe ziet de curve eruit bij een paradoxale esodispariteit?
Wanneer de curve in de nulpositie y-as door de exo as loopt (dus onderin),
maar er bij de covertest een eso aanwezig is
Operatievoorstellen:
Faden (posterior fixation suture):
Een hechting die zorgt voor verzwakking van de contralaterale synergist van een paretische spier. Het
doel is om diplopie in de paretische blikrichting te verminderen. Je zorgt als het ware voor een
beperking van een goede spier; voorbeeld hiervan is een faden zetten aan de m rectus medialis
contralateraal van het oog met een n.VI parese, hierdoor wordt de diplopie in de richting van de
paretische spier minder, omdat je de overactie, de werking van de m rectus medialis enkel in deze
werkingsrichting vermindert.
4 aandoeningen waarbij er een indicatie is voor een Faden procedure:
· N.VI parese, contralaterale m rectus medialis
· Accommodatief strabismus met convergentie excess, bilateraal m rectus medialis
· Infantiele esotropie met ttc hoofddraai naar fixerende oog, bij bijvoorbeeld
nystagmusblokkeringssyndroom, meestal icm recessie van de m rectus medialis
· DVD, op de m rectus superior, zorgt voor verminderde elevatie zonder hypotropie in primaire
stand te creëren.
Anteropositie m obliquus inferior
Deze operatietechniek voer je uit als je de cyclotorsie niet wil veranderen. Bij een recessie verminder
je alle 3 de werkingsrichtingen, waar onder de cyclotorsie. Daarnaast geeft literatuur aan dat je een
anteropositie liever doet bij moderate tot grote pareses. Voorkeur voor anteropositie bij V-eso tgv
saggitalisatie en voorkeur recessie bij N.IV parese
Plaatje A: bij 1+ overactie
Plaatje B: bij 2+ overactie
Plaatje C: bij 3+/4+ overactie
Plaatje D: bij DVD
Operatievoorstel:
, · Het belangrijkste is dat je NIET wil overcorrigeren. Indien je verschil hebt in deviatie dichtbij
en op afstand wil je bij de kleinste hoek alsnog 5^ als doelhoek nemen.
· Indien er geen hoogteverschil is in primaire stand NIET asymmetrisch opereren, dan ontstaat
er juist hoogteverschil in primaire stand.
Fixatiedisparatie:
Bij het beschrijven van de fixatie disparatiecurve benoem je de volgende onderdelen:
Nulpositie:
· Geen disparatie
· Esodisparatie
· Exodisparatie
· Diplopie
· Suppressie
Motorische fusie:
· Divergentie -> fusioneel
· Convergentie -> fusioneel / willekeurig
Fixatie disparatie:
· Eso dispariteit bij gedwongen divergentie
· Exo dispariteit bij gedwongen convergentie
Wat betekend een platte curve?
· Dat de fixatie disparatie / sensorische fusie verminderd is
· Hierdoor is er geen reserve aanwezig (geen panums area) waardoor er bij bijvoorbeeld
gewoon rondkijken al dubbel kan worden gezien. Je oogstand moet continu gelijk blijven om
enkel te zien, er is altijd iets verschil en dit kan je normaal opvangen met Panums Area
Wat betekend een obligate curve voor de coritcale verbindingen?
· Bij een obligate curve wordt de X-as niet gekruist
· In de curve komen de lijnen in primaire stand niet goed boven elkaar. Dit komt door een
schuine verbinding in de corticale verbindingen. Als je curve obligaat is dan heb je overal
schuine verbindingen. Je kan met een prisma soms de schuine verbindingen opheffen, echter
is de perifere fusie sterker dan de centrale fusie. Als de centrale fusie wordt opgeheft met een
prisma wordt dit opgeheven met een perifere fusie, waardoor de schuine verbindingen weer
zijn zoals voor de prisma. De patiënt valt terug in de oude fd curve.
· Het heeft iets weg van een ARC, bij normaal onderzoek kan je het niet meten, alleen bij een
FD-curve.
Hoe ziet de curve eruit bij een paradoxale esodispariteit?
Wanneer de curve in de nulpositie y-as door de exo as loopt (dus onderin),
maar er bij de covertest een eso aanwezig is
