Als startende leerkracht heb je al voorkennis/ een eigen referentekader over gymmen met kleuters.
Bij het voorbereiden van een les stel je jezelf vragen over hoe de les gaat verlopen en welke valkuilen
er zijn.
Negen criteria (in 3 dimensies) voor een goede gymles waarin kinderen zich optmaal kunnen
ontwikkelen, vaardigheden zich eigen kunnen maken en kunnen ontdekken;
1. Bewegen (= leren bepaald trucje, verwerven van een bepaalde vaardigheid)
- drang tot bewegen
- zich competent voelen
- gevarieerd aanbod
- verhouding acte - rust
- veel oefenbeurten en herhaling
2. Beleven (= emotonele beleving)
- variate in speelkriebels
- ruimte voor relate met een ander
3. Reguleren (= zelf regelen van een actviteit met de andere leerlingen)
- structuur en overzicht
- zich autonoom voelen
Naast de negen criteria, één allesomvatend aspect: PLEZIER
(plezier; zorgt voor beter bewegen en is resultaat van het op de juiste manier hanteren van de 9
criteria)
Kleuters hebben de behoefen om veel te bewegen en spelend te leren. Als leerkracht sluit je hierop
aan. Tijdens een goede gymles zijn zij betrokken, actef en intensief bezig. Kleuters hebben een korte
spanningsboog en kunnen zich dus niet lang concentreren.
Zich competent voelen;
Laat de kleuter voelen en ervaren dat zij veel actviteiten en oefeningen zelf kunnen uitvoeren. Een
kleuter voelt zich veilig als hij/zij op zichzelf kan vertrouwen. Succesbelevingen zijn hierbij van groot
belang.
Kinderen onderscheiden zich van elkaar (door de 4 eigens):
- tempo
- interesse
- niveau
- leerstjl