H-15 Weerstand en immuniteit
Niet specifieke afweermechanismen
1.Afweer aan het lichaamsoppervlak
- Huid en slijmvliezen
- Slijm houdt microben en ander vreemd materiaal vast.
- Talg en transpiratievocht bevatten bacterie –en schimmelwerende stoffen
- Haartjes in neus filteren
2.Fagocytose= opeten van cellen
- Macrofagen en neutrofielen verplaatsen zich naar geïnfecteerde en ontstaan plaats.
- Vallen alleen vreemde cellen deeltjes aan!
- Macrofagen na ingestie en digestie van antigenenà antigeen presenterende cellenà T-lymfocyten
stimuleren immuunrespons in werking te zetten.
3.Natuurlijke antimicrobiële stoffen
- Zoutzuur (maagsap en HCl)
- Lysozym (traanvocht en vocht)
- Antilichamen (neusvocht en speeksel)
- Speeksel (mondholte)
- Interferonen (T-lymfocyten)
- Complement (geactiveerd door immuuncomplexen)
-Hecht zich aan en beschadigd de celwand van de bacterie
-Zorgt voor fagocytose
-Stimuleert chemotaxis
4.Ontstekingsreacties
- Beschermende reactieà doel= aanvallen, isoleren, inactiveren en te verwijderen
- Roodheid, warmte, zwelling en pijn
- Oorzaken=
§ Pathogenen (bacteriën, virussen, protozoa(eencelligen) en fungi (schimmels)
§ Fysische invloeden (hitte, kou, UV en radioactieve straling.
§ Chemische agentina (organische micro-organismen en gifstoffen. Anorganische basen en zuren)
5.Acute ontsteking
-Duurt kort (dagen/weken)
-Licht tot zeer ernstig verlopen
-Gebeurtenissen:
1. Toename bloedtoevoerà meer behoeften aan zuurstof à toenemende bloedtoevoer.
2. Toename van de productie van weefselvocht. Zwelling door opname vocht uit bloedvaatjesà door
lekken plasma-eiwitten hogere osmotische druk waardoor nog meer vocht wordt weggezogen.