Bacteriën
Bordetella bronchiseptica – kennelhoest
-Bacillen, paars.
-Milde vorm: droog kuchje, niezen, neusuitvloeiing, tranende ogen.
Heftige vorm: natte hoestbuien, kokhalzen en braken, benauwdheid, koorts, weinig
eetlust, rusteloosheid, pijn bij bewegen.
-Jaarlijkse vaccinatie wordt geadviseerd.
-Doorbreken van de vicieuze cirkel d.m.v. rust en uitlaten met tuig/ hoestdrank en
antibiotica.
Campylobacter – darmontstekingen
-Spirocheten, paars.
-Diarree, buikpijn (hevige buikkrampen), moeheid, koorts.
-Goede hygiëne is van belang.
-Uitdroging voorkomen en als de diarree langer dan zeven dagen aanhoudt en
gepaard gaat met bloed en slijm, antibiotica.
E. coli – voedselinfectie
-Bacillen, paars.
-Diarree met bloed, braken, misselijkheid, koorts, buikkrampen.
-Algemene hygiënemaatregelen in acht nemen.
-Behandeling tegen symptomen, veel water geven.
Leptospirose – Weil
-Spirocheten.
-Sufheid, braken, diarree, geelzucht, nerveuze verschijnselen, bloedverlies met de
urine.
-Vooral honden die veel zwemmen regelmatig inenten.
- Toedienen van specifieke antibiotica, infusen geven, medicatie tegen braken en
diarree.
Pseudomonas – oorontstekingen
-Bacillen, paars.
-Oor is vochtig, stinkt, groen slijm.
-Periodiek gebruik van juiste oor reinigers.
-Ontsteking en pijn remmen, reinigen, antibacteriële behandeling.
Salmonella – voedselinfectie
-Bacillen, paars.
-Met bloed vermengde diarree, koorts, abcessen, geelzucht, ontstekingen
verstoringen van de zenuwen, traagheid, apathie.
-Geen rauw vlees geven aan jonge dieren/bij verminderde weerstand.
-Antibiotica en andere geneesmiddelen.
Staphylococcus – voedselvergiftiging
-Coccen, roze.
-Jeuk, rode etterende huid, haaruitval, zweren, steenpuisten.
-Goede hygiëne.
-Spontane genezing/antibiotica.
Bordetella bronchiseptica – kennelhoest
-Bacillen, paars.
-Milde vorm: droog kuchje, niezen, neusuitvloeiing, tranende ogen.
Heftige vorm: natte hoestbuien, kokhalzen en braken, benauwdheid, koorts, weinig
eetlust, rusteloosheid, pijn bij bewegen.
-Jaarlijkse vaccinatie wordt geadviseerd.
-Doorbreken van de vicieuze cirkel d.m.v. rust en uitlaten met tuig/ hoestdrank en
antibiotica.
Campylobacter – darmontstekingen
-Spirocheten, paars.
-Diarree, buikpijn (hevige buikkrampen), moeheid, koorts.
-Goede hygiëne is van belang.
-Uitdroging voorkomen en als de diarree langer dan zeven dagen aanhoudt en
gepaard gaat met bloed en slijm, antibiotica.
E. coli – voedselinfectie
-Bacillen, paars.
-Diarree met bloed, braken, misselijkheid, koorts, buikkrampen.
-Algemene hygiënemaatregelen in acht nemen.
-Behandeling tegen symptomen, veel water geven.
Leptospirose – Weil
-Spirocheten.
-Sufheid, braken, diarree, geelzucht, nerveuze verschijnselen, bloedverlies met de
urine.
-Vooral honden die veel zwemmen regelmatig inenten.
- Toedienen van specifieke antibiotica, infusen geven, medicatie tegen braken en
diarree.
Pseudomonas – oorontstekingen
-Bacillen, paars.
-Oor is vochtig, stinkt, groen slijm.
-Periodiek gebruik van juiste oor reinigers.
-Ontsteking en pijn remmen, reinigen, antibacteriële behandeling.
Salmonella – voedselinfectie
-Bacillen, paars.
-Met bloed vermengde diarree, koorts, abcessen, geelzucht, ontstekingen
verstoringen van de zenuwen, traagheid, apathie.
-Geen rauw vlees geven aan jonge dieren/bij verminderde weerstand.
-Antibiotica en andere geneesmiddelen.
Staphylococcus – voedselvergiftiging
-Coccen, roze.
-Jeuk, rode etterende huid, haaruitval, zweren, steenpuisten.
-Goede hygiëne.
-Spontane genezing/antibiotica.