Samenvatting Kennistoets – Sociale
veiligheid
Ethiek en beroepscode
Sepmeijer-schmahl & Sepmeijer hoofdstuk 12 – Handelen van de sociaal professional
12.1 Beroepscode
Functies van de beroepscode:
- Transparantie:
o duidelijke gesteunde waardes van professionals in sociaal werk;
- Leidraad voor de praktijk:
o afspraken (in de vorm van normen/artikelen) waaraan een professional zich moet
houden;
- Toetssteen voor het handelen van de professional:
o gesprek aangaan over de waarden en normen in relatie tot handelen in een bepaalde
situatie
- Steuntje in de rug voor de dagelijkse praktijk:
o Gebonden zijn in het naleven van de beroepscode.
o Beroep kunnen doen op de beroepscode in een gespannen opdracht binnen de
beroepsnormen.
- Positioneren en profileren:
o Kunnen laten zien dat de handelingsruimte zorgvuldig wordt ingericht door te
conformeren aan de beroepscode.
12.2 Omgaan met vertrouwelijke informatie
Verwerken van persoonsgegevens
De AVG (algemene vordering gegevensbescherming) verdeeld de persoonsgegevens van een
natuurlijk persoon in drie groepen:
1. Gewone persoonsgegevens
2. Bijzondere persoonsgegevens (gegevens over ras, afkomst politieke opvattingen, gezondheid
etc.)
3. Strafrechtelijke persoonsgegevens (veroordelingen)
In de AVG staan zes redenen om persoonsgegevens te mogen verwerken
1. De persoon heeft toestemming gegeven.
2. Noodzakelijk voor het uitvoeren van een overeenkomst.
3. Noodzakelijk voor het nakomen van een wettelijke verplichting.
4. Noodzakelijk ter bescherming van de vitale belangen.
5. Noodzakelijk voor de invulling van een taak van algemeen belang of openbaar gezag.
6. Noodzakelijk voor de gerechtvaardigde belangen.
12.3 Rechten van betrokkenen
,12.4 Privacy in het sociaal domein
Wettelijke eisen:
De gemeenten en andere partijen moeten zich aan de AVG houden.
- Zij mogen niet meer gegevens gebruiken dan noodzakelijk.
- Zij mogen de verzamelende gegevens niet gebruiken voor een ander doel.
, - Zij moeten de verzamelde gegevens goed beveiligen.
12.5 Functionaris gegevensverwerking
Het opstellen van een verwerkingsregister is onder de AVG een verplichte maatregel.
- Dit hangt af van de omvang van de organisatie en het type gegevens dat de organisatie
verwerkt.
12.6 Beveiliging
Bedrijven, overheden en instellingen die persoonsgegevens verwerken, moeten zorgen voor een
goede beveiliging van de persoonsgegevens. Bedrijven moeten technische en organisatorische
maatregelen treffen.
12.7 toezichthouder
De Autoriteit Persoonsgegevens is in Nederland de toezichthouder op de omgang met
persoonsgegevens:
- Kijkt of de regels van de AVG worden nageleefd.
- Geeft advies en wijst organisaties op hun verplichtingen.
, Democratische rechtsstaat en mensenrechten
Sepmeijer-schmahl & Sepmeijer hoofdstuk 1 – Inleiding in het recht
1.1 het recht en het doel van recht
Recht is een verzamelnaam voor alle overheidsregels die in onze samenleving gelden. Het recht heeft
een tweeledig doel:
1. Het ordenen van het menselijk gedrag door het stellen van regels.
2. Het zorgen voor rechtvaardige oplossingen bij conflicten.
1.2 rechtsbronnen
Er zijn vier rechtsbronnen (plaatsen waar we het recht kunnen vinden); de wet, jurisprudentie,
gewoonte en het internationaal verdrag.
- De wet is de belangrijkste vindplaats van het recht. Wetten bevatten regels die zijn
vastgesteld door de overheid.
- Jurisprudentie zijn uitspraken van rechters. Een (door de rechter) toegepaste regel heeft
dezelfde rechtskracht als het wettelijk recht.
- In veel sectoren van bedrijfsleven zijn er gewoontes die nergens in de wet zijn vastgelegd,
maar toch als bindende regels moeten worden beschouwd. Het moet om een vaststaand en
door iedereen erkend gebruik gaan die als bindende rechtsregel wordt beschouwd en die
moet worden nageleefd.
- Internationale verdragen worden steeds belangrijker voor het Nederlandse recht. Verdragen
zijn afspraken tussen twee of meer staten die op schrift zijn gesteld en gelden in de staten die
partij zijn van het verdrag.
1.3 rechtsgebieden
Het recht is onderverdeeld in Publiekrecht en privaatrecht:
- Het publiekrecht geeft regels voor de juridische verhouding tussen burgers en overheid en
omvat de rechtsgebieden (staatsrecht, strafrecht en bestuursrecht).
- Het Privaatrecht (burgerlijk recht) geeft regels voor de rechtsrelaties tussen burgers
onderling.
In het staatsrecht wordt de organisatie van de staat beschreven. Er staan regels in over de
bevoegdheden van de verschillende overheidsorganen. Uit het staatsrecht maken onder andere
deel; grondwet, provinciewet, gemeentewet, politiewet.
- Grondwet = de belangrijkste wet van het staatsrecht. De grondwet begint met de
grondrechten (de rechten die de burgers hebben t.o.v. de overheid)
- Grondrechten = de fundamentele rechten van de mens, zoals het discriminatieverbod, het
recht op een eerlijk proces, recht op sociale voorzieningen etc.
o Klassieke grondrechten = op klassieke grondrechten mag de overheid geen inbreuk
maken, tenzij de wet haar die bevoegdheid geeft
o Sociale grondrechten = leggen de overheid een bepaalde taak op (bv, ‘de overheid
treft maatregelen ter bevordering van de volksgezondheid)
- Organieke wetten = een wet die een uitwerking bevat van een bepaling (over een bepaald
onderwerp worden nadere regels gemaakt) in de grondwet.
- Jurisprudentie is in het staatsrecht met name voor de uitleg van grondrechten belangrijk.
veiligheid
Ethiek en beroepscode
Sepmeijer-schmahl & Sepmeijer hoofdstuk 12 – Handelen van de sociaal professional
12.1 Beroepscode
Functies van de beroepscode:
- Transparantie:
o duidelijke gesteunde waardes van professionals in sociaal werk;
- Leidraad voor de praktijk:
o afspraken (in de vorm van normen/artikelen) waaraan een professional zich moet
houden;
- Toetssteen voor het handelen van de professional:
o gesprek aangaan over de waarden en normen in relatie tot handelen in een bepaalde
situatie
- Steuntje in de rug voor de dagelijkse praktijk:
o Gebonden zijn in het naleven van de beroepscode.
o Beroep kunnen doen op de beroepscode in een gespannen opdracht binnen de
beroepsnormen.
- Positioneren en profileren:
o Kunnen laten zien dat de handelingsruimte zorgvuldig wordt ingericht door te
conformeren aan de beroepscode.
12.2 Omgaan met vertrouwelijke informatie
Verwerken van persoonsgegevens
De AVG (algemene vordering gegevensbescherming) verdeeld de persoonsgegevens van een
natuurlijk persoon in drie groepen:
1. Gewone persoonsgegevens
2. Bijzondere persoonsgegevens (gegevens over ras, afkomst politieke opvattingen, gezondheid
etc.)
3. Strafrechtelijke persoonsgegevens (veroordelingen)
In de AVG staan zes redenen om persoonsgegevens te mogen verwerken
1. De persoon heeft toestemming gegeven.
2. Noodzakelijk voor het uitvoeren van een overeenkomst.
3. Noodzakelijk voor het nakomen van een wettelijke verplichting.
4. Noodzakelijk ter bescherming van de vitale belangen.
5. Noodzakelijk voor de invulling van een taak van algemeen belang of openbaar gezag.
6. Noodzakelijk voor de gerechtvaardigde belangen.
12.3 Rechten van betrokkenen
,12.4 Privacy in het sociaal domein
Wettelijke eisen:
De gemeenten en andere partijen moeten zich aan de AVG houden.
- Zij mogen niet meer gegevens gebruiken dan noodzakelijk.
- Zij mogen de verzamelende gegevens niet gebruiken voor een ander doel.
, - Zij moeten de verzamelde gegevens goed beveiligen.
12.5 Functionaris gegevensverwerking
Het opstellen van een verwerkingsregister is onder de AVG een verplichte maatregel.
- Dit hangt af van de omvang van de organisatie en het type gegevens dat de organisatie
verwerkt.
12.6 Beveiliging
Bedrijven, overheden en instellingen die persoonsgegevens verwerken, moeten zorgen voor een
goede beveiliging van de persoonsgegevens. Bedrijven moeten technische en organisatorische
maatregelen treffen.
12.7 toezichthouder
De Autoriteit Persoonsgegevens is in Nederland de toezichthouder op de omgang met
persoonsgegevens:
- Kijkt of de regels van de AVG worden nageleefd.
- Geeft advies en wijst organisaties op hun verplichtingen.
, Democratische rechtsstaat en mensenrechten
Sepmeijer-schmahl & Sepmeijer hoofdstuk 1 – Inleiding in het recht
1.1 het recht en het doel van recht
Recht is een verzamelnaam voor alle overheidsregels die in onze samenleving gelden. Het recht heeft
een tweeledig doel:
1. Het ordenen van het menselijk gedrag door het stellen van regels.
2. Het zorgen voor rechtvaardige oplossingen bij conflicten.
1.2 rechtsbronnen
Er zijn vier rechtsbronnen (plaatsen waar we het recht kunnen vinden); de wet, jurisprudentie,
gewoonte en het internationaal verdrag.
- De wet is de belangrijkste vindplaats van het recht. Wetten bevatten regels die zijn
vastgesteld door de overheid.
- Jurisprudentie zijn uitspraken van rechters. Een (door de rechter) toegepaste regel heeft
dezelfde rechtskracht als het wettelijk recht.
- In veel sectoren van bedrijfsleven zijn er gewoontes die nergens in de wet zijn vastgelegd,
maar toch als bindende regels moeten worden beschouwd. Het moet om een vaststaand en
door iedereen erkend gebruik gaan die als bindende rechtsregel wordt beschouwd en die
moet worden nageleefd.
- Internationale verdragen worden steeds belangrijker voor het Nederlandse recht. Verdragen
zijn afspraken tussen twee of meer staten die op schrift zijn gesteld en gelden in de staten die
partij zijn van het verdrag.
1.3 rechtsgebieden
Het recht is onderverdeeld in Publiekrecht en privaatrecht:
- Het publiekrecht geeft regels voor de juridische verhouding tussen burgers en overheid en
omvat de rechtsgebieden (staatsrecht, strafrecht en bestuursrecht).
- Het Privaatrecht (burgerlijk recht) geeft regels voor de rechtsrelaties tussen burgers
onderling.
In het staatsrecht wordt de organisatie van de staat beschreven. Er staan regels in over de
bevoegdheden van de verschillende overheidsorganen. Uit het staatsrecht maken onder andere
deel; grondwet, provinciewet, gemeentewet, politiewet.
- Grondwet = de belangrijkste wet van het staatsrecht. De grondwet begint met de
grondrechten (de rechten die de burgers hebben t.o.v. de overheid)
- Grondrechten = de fundamentele rechten van de mens, zoals het discriminatieverbod, het
recht op een eerlijk proces, recht op sociale voorzieningen etc.
o Klassieke grondrechten = op klassieke grondrechten mag de overheid geen inbreuk
maken, tenzij de wet haar die bevoegdheid geeft
o Sociale grondrechten = leggen de overheid een bepaalde taak op (bv, ‘de overheid
treft maatregelen ter bevordering van de volksgezondheid)
- Organieke wetten = een wet die een uitwerking bevat van een bepaling (over een bepaald
onderwerp worden nadere regels gemaakt) in de grondwet.
- Jurisprudentie is in het staatsrecht met name voor de uitleg van grondrechten belangrijk.
