VERSATEST NIEREN
Functionele aspecten nieren:
• Filtratie
• Tubulaire uitscheiding
• Tubulaire reabsorptie
Nier als endocrien orgaan:
- Renine: regulatie bloeddruk
o Juxtaglomerulaire cellen in affarente val van glomerulus
o Zie afbeelding (onderste proliferatie bij lage bloeddruk)
- EPO: erythrocyten productie groeifactor
o Interstitiele cellen (tussen tubuli)
o Staan nauw in contact met peritubulaire capillairen en proximale
tubulus
- Klotho: calcium-fosfaathuishouding
o Distale tubuli
Bloedcirculatie
Niercirculatie ontvangt 20% van de cardiac output
, OVERZICHT CORTEX NIER
Buitenkant van de nier nierkapsel. Het grootste deel van de nier bestaat uit tubuli. Naast een grote
open veneuze structuur ligt altijd een arterietak. De glomeruli zijn ook makkelijk te herkennen.
Rondom de glomerulus ligt het kapsel van Bowman dat
aan de binnenkant bekleed is met pariëtaal epitheel. De
ruimte tussen het kapsel van Bowman en de
glomerulus heet de urineruimte.
Bloed betreedt en verlaat de glomerulus via de
afferente en efferente arteriolen. Tussen deze 2 vaten
stroomt het door de glomerulaire capillairen die in het
preparaat gevuld zijn bij erythrocyten.
De filtratiebarrière bestaat uit:
Endotheel, glomerulair basaalmembraan en visceraal
epitheel (podocyten).
Medangium: steunweefsel van glomerulus.
, HET BEGIN VAN DE NEFRON
De nefron begint met de glomerulus (bloedfiltratie). Deze wordt omringd met het kapsel van Bowman
(epitheel). De ruimte tussen de glomerulus en het kapsel van Bowman heet de urineruimte.
De glomerulus bestaat uit een fijn netwerk van capillairen waarvan de membraan aan de buitenzijde
bedekt is met viscerale epitheelcellen (podocyten), die met voetjes op de membraan vastzitten en aan
de binnenzijde met gefenestreerd epitheel. Het geheel wordt ondersteund door fibroblast achtige
cellen: de mesengiale cellen
De werkelijke filtratie vindt plaats over:
- Fenestraties in het endotheel
- Globerulaire basaalmembraan
- De filtratie slit diafragma’s tussen de voetjes van de
epitheelcellen
filtraire barrière
Glomerulaire capilair (C)
Erythrocyten
Podocyten (PC)
Basaalmembraan (BM)
Urineruimte (CS)
Fenestraties (F)
Podocytvoetjes (P)
Filtratiegleuven (FS)
Functionele aspecten nieren:
• Filtratie
• Tubulaire uitscheiding
• Tubulaire reabsorptie
Nier als endocrien orgaan:
- Renine: regulatie bloeddruk
o Juxtaglomerulaire cellen in affarente val van glomerulus
o Zie afbeelding (onderste proliferatie bij lage bloeddruk)
- EPO: erythrocyten productie groeifactor
o Interstitiele cellen (tussen tubuli)
o Staan nauw in contact met peritubulaire capillairen en proximale
tubulus
- Klotho: calcium-fosfaathuishouding
o Distale tubuli
Bloedcirculatie
Niercirculatie ontvangt 20% van de cardiac output
, OVERZICHT CORTEX NIER
Buitenkant van de nier nierkapsel. Het grootste deel van de nier bestaat uit tubuli. Naast een grote
open veneuze structuur ligt altijd een arterietak. De glomeruli zijn ook makkelijk te herkennen.
Rondom de glomerulus ligt het kapsel van Bowman dat
aan de binnenkant bekleed is met pariëtaal epitheel. De
ruimte tussen het kapsel van Bowman en de
glomerulus heet de urineruimte.
Bloed betreedt en verlaat de glomerulus via de
afferente en efferente arteriolen. Tussen deze 2 vaten
stroomt het door de glomerulaire capillairen die in het
preparaat gevuld zijn bij erythrocyten.
De filtratiebarrière bestaat uit:
Endotheel, glomerulair basaalmembraan en visceraal
epitheel (podocyten).
Medangium: steunweefsel van glomerulus.
, HET BEGIN VAN DE NEFRON
De nefron begint met de glomerulus (bloedfiltratie). Deze wordt omringd met het kapsel van Bowman
(epitheel). De ruimte tussen de glomerulus en het kapsel van Bowman heet de urineruimte.
De glomerulus bestaat uit een fijn netwerk van capillairen waarvan de membraan aan de buitenzijde
bedekt is met viscerale epitheelcellen (podocyten), die met voetjes op de membraan vastzitten en aan
de binnenzijde met gefenestreerd epitheel. Het geheel wordt ondersteund door fibroblast achtige
cellen: de mesengiale cellen
De werkelijke filtratie vindt plaats over:
- Fenestraties in het endotheel
- Globerulaire basaalmembraan
- De filtratie slit diafragma’s tussen de voetjes van de
epitheelcellen
filtraire barrière
Glomerulaire capilair (C)
Erythrocyten
Podocyten (PC)
Basaalmembraan (BM)
Urineruimte (CS)
Fenestraties (F)
Podocytvoetjes (P)
Filtratiegleuven (FS)
