Belangrijke begrippen
Check of je kennis hebt van:
- Activerend leren
Omvat de fasen van ervaren, reflecteren, conceptualiseren en toepassen.
- Advance organizer
Een didactisch hulpmiddel dat wordt aangeboden om de cognitieve structuur te activeren en
voor te bereiden op het begrijpen van nieuwe informatie.
- Authentiek leren kenmerken
Hogere cognitieve denkprocessen, diepgang van kennis, verbondenheid met het ‘echte’
leven, inhoudelijk gerichte interactie sociale ondersteuning bij het leren.
- Automatiseren van cognitieve handelingen
Verwerven van procedures die in bepaalde situaties rechtstreeks naar een oplossing voeren.
Bij toepassing van geautomatiseerde vaardigheden verschuift het inzicht in de werkwijze
vaak naar de achtergrond.
- Bandura, sociale leertheorie, observationeel leren/modelleren, operante
conditionering.
Grondlegger van de sociale leertheorie, introduceerde het concept 'modelling', waarbij
mensen leren door observatie en imitatie van anderen, met aanzienlijke invloed op gedrag,
en ontwikkelde een sociaal-cognitief leermodel dat gedragselementen van behaviorisme
combineert met cognitieve processen.
- Behaviorisme kernbegrippen, Watson (black box en Little Albert), Skinner, Bandura.
Het beschouwt leren als een waarneembare gedragsverandering. Conditionering speelt een
cruciale rol = belonen gewenst gedrag & straffen ongewenst gedrag.
Watson = grondlegger
- Bolhuis intentioneel en incidenteel leren, formeel en informeel leren.
Intentioneel = doelgericht
Incidenteel = leren zonder dat het een plan was
Formeel = klassieke leervorm
Informeel = door ervaring in de praktijk
- Brede en smalle opvatting van leren
Smalle = focus op leerlingen die uitvallen
Brede = totale kwaliteit van je onderwijs
- Breincentraal leren model (BCL-model) principes, spiegelneuronen
Breinleren benadrukt het toepassen van kennis over de werking van het brein in het
leerproces, zoals het gebruik van spiegelneuronen voor imitatie en empathie. Het stimuleren
van een positieve gemoedstoestand, bijvoorbeeld door complimenten, bevordert het
leerproces, terwijl factoren zoals voeding, beweging en rust ook cruciaal zijn.
, - Breinontwikkeling en de neuromythes
Neuromythes, misvattingen over het brein, ontstaan door verkeerde interpretaties van
wetenschappelijke bevindingen. Belangrijk is kritisch te zijn bij het gebruik van deze
informatie in onderwijsbegeleiding.
o 1 hersenhelft
o 10% gebruik brein
o Suiker vermindert aandacht
o Brein krimpt zonder voldoende wateriname
o Sporten verbetert de communicatie tussen hersenhelften
- Buitenschools leren
Biedt waardevolle leerervaringen die het onderwijs kan benutten.
Kenmerken: samenhang, betekenisvolheid en eigenaarschap
- Leren met behulp van bewegen, motorisch leren
Een proces dat leidt tot duurzame gedragsveranderingen door specifieke ervaringen met de
omgeving.
- Carol S. Dweck en de twee mindsets
Psycholoog, twee mindsets:
Fixed mindset – mensen geloven dat hun intelligentie of talenten vastliggen en
onveranderlijk zijn
Growth mindset – mensen geloven dat ze talenten en vaardigheden kunnen ontwikkelen
- Cognitieve leerpsychologie
Hoe mensen kennis verwerven, ordenen en gebruiken in hun gedrag.
- Cognitive Load Theory en Cognitive Multimedia Theory en Dual Code Theory
CLT = John Sweller, basismodel van cognitief functioneren – Intrinsieke cognitieve
belelasting (ICL), Extrinsieke cognitieve belasting (ECL), Germane cognitieve belasting
(GCL)
CMmT = Richard Mayer, bevorderen van effectief leren door rekening te houden met
beperkte capaciteit van het werkgeheugen
DCT = Allan Paivio, Het werkgeheugen bestaat uit twee cognitieve werkruimtes: de een
codeert en verwerkt beelden en gebeurtenissen (non-verbale informatie) terwijl de andere
dat doet met taal (verbale informatie).
- Constructivisme kenmerken
5 uitgangspunten constructivisme
- Leren: Actief Proces
- Leren: Betekenis verlenen (theorie van Piaget)
- Leren: Cumulatief nieuwe kennis moet aansluiten bij reeds aanwezige kennis
- Leren: Zelfregulerend kinderen leren om hun eigen leerproces aan te sturen
- Leren: Doelgericht
- Collectief leren
Gezamenlijke veranderingen te realiseren
- Creatief leren en denken ontwikkelen en stimuleren, Sternberg en Lubart
Innovatieve wijze te denken en te handelen.
Creatief denken, als basis voor probleemoplossing en kansenbenutting. Creatief denken is
relevant in diverse vakgebieden.
Zes factoren Sternberg en Lubart: intelligentie, kennis, denkstijl, persoonlijkheid, motivatie
en omgeving.
Check of je kennis hebt van:
- Activerend leren
Omvat de fasen van ervaren, reflecteren, conceptualiseren en toepassen.
- Advance organizer
Een didactisch hulpmiddel dat wordt aangeboden om de cognitieve structuur te activeren en
voor te bereiden op het begrijpen van nieuwe informatie.
- Authentiek leren kenmerken
Hogere cognitieve denkprocessen, diepgang van kennis, verbondenheid met het ‘echte’
leven, inhoudelijk gerichte interactie sociale ondersteuning bij het leren.
- Automatiseren van cognitieve handelingen
Verwerven van procedures die in bepaalde situaties rechtstreeks naar een oplossing voeren.
Bij toepassing van geautomatiseerde vaardigheden verschuift het inzicht in de werkwijze
vaak naar de achtergrond.
- Bandura, sociale leertheorie, observationeel leren/modelleren, operante
conditionering.
Grondlegger van de sociale leertheorie, introduceerde het concept 'modelling', waarbij
mensen leren door observatie en imitatie van anderen, met aanzienlijke invloed op gedrag,
en ontwikkelde een sociaal-cognitief leermodel dat gedragselementen van behaviorisme
combineert met cognitieve processen.
- Behaviorisme kernbegrippen, Watson (black box en Little Albert), Skinner, Bandura.
Het beschouwt leren als een waarneembare gedragsverandering. Conditionering speelt een
cruciale rol = belonen gewenst gedrag & straffen ongewenst gedrag.
Watson = grondlegger
- Bolhuis intentioneel en incidenteel leren, formeel en informeel leren.
Intentioneel = doelgericht
Incidenteel = leren zonder dat het een plan was
Formeel = klassieke leervorm
Informeel = door ervaring in de praktijk
- Brede en smalle opvatting van leren
Smalle = focus op leerlingen die uitvallen
Brede = totale kwaliteit van je onderwijs
- Breincentraal leren model (BCL-model) principes, spiegelneuronen
Breinleren benadrukt het toepassen van kennis over de werking van het brein in het
leerproces, zoals het gebruik van spiegelneuronen voor imitatie en empathie. Het stimuleren
van een positieve gemoedstoestand, bijvoorbeeld door complimenten, bevordert het
leerproces, terwijl factoren zoals voeding, beweging en rust ook cruciaal zijn.
, - Breinontwikkeling en de neuromythes
Neuromythes, misvattingen over het brein, ontstaan door verkeerde interpretaties van
wetenschappelijke bevindingen. Belangrijk is kritisch te zijn bij het gebruik van deze
informatie in onderwijsbegeleiding.
o 1 hersenhelft
o 10% gebruik brein
o Suiker vermindert aandacht
o Brein krimpt zonder voldoende wateriname
o Sporten verbetert de communicatie tussen hersenhelften
- Buitenschools leren
Biedt waardevolle leerervaringen die het onderwijs kan benutten.
Kenmerken: samenhang, betekenisvolheid en eigenaarschap
- Leren met behulp van bewegen, motorisch leren
Een proces dat leidt tot duurzame gedragsveranderingen door specifieke ervaringen met de
omgeving.
- Carol S. Dweck en de twee mindsets
Psycholoog, twee mindsets:
Fixed mindset – mensen geloven dat hun intelligentie of talenten vastliggen en
onveranderlijk zijn
Growth mindset – mensen geloven dat ze talenten en vaardigheden kunnen ontwikkelen
- Cognitieve leerpsychologie
Hoe mensen kennis verwerven, ordenen en gebruiken in hun gedrag.
- Cognitive Load Theory en Cognitive Multimedia Theory en Dual Code Theory
CLT = John Sweller, basismodel van cognitief functioneren – Intrinsieke cognitieve
belelasting (ICL), Extrinsieke cognitieve belasting (ECL), Germane cognitieve belasting
(GCL)
CMmT = Richard Mayer, bevorderen van effectief leren door rekening te houden met
beperkte capaciteit van het werkgeheugen
DCT = Allan Paivio, Het werkgeheugen bestaat uit twee cognitieve werkruimtes: de een
codeert en verwerkt beelden en gebeurtenissen (non-verbale informatie) terwijl de andere
dat doet met taal (verbale informatie).
- Constructivisme kenmerken
5 uitgangspunten constructivisme
- Leren: Actief Proces
- Leren: Betekenis verlenen (theorie van Piaget)
- Leren: Cumulatief nieuwe kennis moet aansluiten bij reeds aanwezige kennis
- Leren: Zelfregulerend kinderen leren om hun eigen leerproces aan te sturen
- Leren: Doelgericht
- Collectief leren
Gezamenlijke veranderingen te realiseren
- Creatief leren en denken ontwikkelen en stimuleren, Sternberg en Lubart
Innovatieve wijze te denken en te handelen.
Creatief denken, als basis voor probleemoplossing en kansenbenutting. Creatief denken is
relevant in diverse vakgebieden.
Zes factoren Sternberg en Lubart: intelligentie, kennis, denkstijl, persoonlijkheid, motivatie
en omgeving.
